Dankzij het internet hebben de scherpslijpers en het rancunevolk elkaar gevonden
Vroeger kwamen de scherpslijpers en de verongelijkte kankeraars niet verder dan kroeg of sociëteit. Rondom hen ontstonden dan steeds meer lege plekken want zulke personen zijn op den duur onverdraaglijk. Bij de krant liepen zij tegen de muur van de redactie op, die zich het recht voorbehield ingezonden stukken te weigeren of ik te korten. Anonieme brieven verdwenen meteen in de prullenbak.’
Het internet heeft dat allemaal veranderd. Het biedt tal van plekken waar je vrijwel ongecontroleerd en onder pseudoniem je gif kunt spuiten. Daardoor is het fenomeen boze burger ontstaan. Er is zelfs een ideaaltype van ontworpen: man, blank, middelbare leeftijd, overgewicht, laag opgeleid. Met elkaar zijn ze tevens verantwoordelijk voor het succes van Geert Wilders aan de stembus. Hij verwoordt immers al hun ongeïnformeerde rancune welsprekender dan zij het zelf zouden kunnen doen. Of als U het liever wilt: hij is de spreekbuis van deze verachte, genegeerde, opzijgeschoven massa hardwerkende burgers, die bij elkaar de ruggengraat van de maatschappij vormen en door hun ijver de elite in staat stellen hun kosmopolitische dromen te dromen op de duur gekochte derde verdieping van een zeventiende eeuws grachtenpand, dat trouwens altijd al kosmopolitisme tot uit drukking gebracht, want het is gebouwd op het zweet van slaven en het bloed van Aziaten, door J.P. Coen en consorten over de kling gejaagd. Maar daar maalt die elite niet om. Die knikt alleen goedkeurend als ze ergens in een provinciestad ver van hun appartement een beeld van die J.P. Coen besmeuren.
De laagopgeleide, boze witte man dus. Wie wat nauwkeuriger de boosheid op de sociale media bekijkt, stelt vast dat de schrijvers zich maar zelden als slecht opgeleide boze blanke mannen identificeren. Integendeel zelfs. Wel beweren zij dat naar deze mensen niet wordt geluisterd en dat de elite binnenkort een zware pijp zal roken. Zij zijn het gewone volk niet. Zij spreken namens het gewone volk. Onderzoek in de Verenigde Staten heeft nu al uitgewezen dat de onderklasse, voor zover die naar de stembus ging, in meerderheid Clinton stemde en niet Trump. Wij zien dus dat er ongelooflijk veel verondersteld wordt met betrekking tot laag opgeleide mannen van middelbare leeftijd met een zeker overgewicht maar dat zij zelf zelden aan het woord komen. Ze worden aangeroepen, dat wel, als de nieuwe heiligen van de tijd.
Ondertussen blijken Wilders en consorte met succes stemmen te werven in alle categorieën van de bevolking. Het valt op dat juist veel hoger opgeleiden tegenwoordig beweren dat er te weinig naar de boze burger wordt geluisterd. Als ze welbespraakt zijn, bevolken ze massaal de talkshows. Kijk naar Wierd Duk. Kijk naar Thierry Baudet of dat stelletje hoogleraarlijke rechtsbuitens aan de Universiteit van Leiden met Cliteur als boegbeeld. Of Jeroen wir schaffen das nicht Wollaars. En je moet de ondernemers niet de kost willen geven die de toorn des blanken mans graag tot de hunne maken.
Dankzij het internet hebben de scherpslijpers en het rancunevolk elkaar gevonden. Je vindt ze in alle rangen en standen. Zij maken met elkaar veel lawaai. De politieke echo daarvan is het rechtse populisme. Het gaat niet aan gewone hardwerkende mensen daarvan de schuld te geven. Er is in de Verenigde Staten en in Europa een noodlottige trend aan het licht getreden die de democratie, de diversiteit en de dynamiek van onze samenleving in groot gevaar brengt. Zoals de zelfbenoemde woordvoerders van het zogenaamde verachte plebs met de gezonde denkbeelden het zelf ook altijd zeggen: de tijd van pamperen is voorbij. De verongelijktheid doorsijpelt alle klassen en standen. Wij moeten ons krachtig te weer stellen tegen elke politieke rancuneleer.