Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Verklaring van Plichten, niet van Rechten

  •  
10-12-2023
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
1237 keer bekeken
  •  
mensenrechten

Vandaag – zondag 10 december – 75 jaar geleden werd in het Palais de Chaillot tegenover de Eiffeltoren de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vastgesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Reden voor een feestje? Niet echt.

Om bij de ondertekening te beginnen. Hoe zwaar woog toen de stem van landen die nog grotendeels westerse koloniën waren? Weliswaar zaten sommige niet-westerse landen aan tafel (China, Libanon, Filipijnen) maar de koloniën niet. Daarbij woog de stem van de Verenigde Staten veel zwaarder dan bijvoorbeeld die van India. Bovendien was de Verklaring een reactie op de westerse geschiedenis van de twintigste eeuw met twee wereldoorlogen en de opkomst van fascisme en communisme, waarmee andere landen veel minder van doen hadden.

De mensenrechten zouden ook inhoudelijk ‘te westers’ zijn. Individuele belangen gaan boven collectieve. Het idee van aan individuen gekoppelde rechten is cultureel bepaald. Het past bij een westers mensbeeld en een westerse vorm van samenleven, niet bij een collectieve samenleving, waar het om de gemeenschap gaat.

Verder wordt er te weinig rekening gehouden met verschillende samenlevingsvormen, met naar de geest van de verklaring wel rechten voor lhbtiq maar geen aandacht voor bijvoorbeeld polygamie. Culturele verschillen, waarbij 'harmonie' de voorkeur heeft boven ‘conflict’, worden niet of nauwelijks benoemd.

Nadat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, is de kritiek op basis van culturele en religieuze argumenten alleen maar gegroeid ondanks de open formuleringen die verschillende interpretaties en lokale variaties mogelijk maken. Wat trouwens ook kan worden zien als voorbeeld van vrijblijvendheid van de mensenrechtenverklaring.

De kritiek op de eenzijdig westers benadering kan worden ondervangen door de zogenaamde 'receptorbenadering', die rekening houdt met verschillen tussen moderne en meer traditionele samenlevingen. Het maakt verschil of een samenleving modern is, met een nadruk op individuele vrijheid, of traditioneel, waar het gemeenschappelijk belang boven het individuele gaat. Bij de receptorbenadering is ruimte voor culturele diversiteit.

Niet iedereen is gelukkig met deze oplossing van eigen bodem. Cultuurrelativisme leidt tot willekeur. Als elke 'cultuur' de waarheid in pacht heeft, vervalt ieder argument voor of tegen een bepaalde opvatting van mensenrechten. Het wordt een alibi om misstanden dan maar niet aan de kaak te stellen en leidt tot onnodige voorzichtigheid om landen de les te lezen.

De receptoraanpak speelt despotische regimes in de kaart. Mensenrechten gaan voor een deel over vrijheid van individuen, die bescherming verdienen tegenover een overheid, maar ook tegenover een meerderheid. Culturele opvattingen mogen dat niet in de weg staan. Voor je het weet zeg je: dat is nu eenmaal een masculiene cultuur, dus daar tellen vrouwen minder mee, betogen de tegenstanders.

Cultuurrelativisme kan worden misbruikt. Dus kunnen we maar beter alle tradities, ongeacht hun aard, met rust laten? Westerse normen en waarden niet overplaatsen naar andere culturen, omdat die er om culturele redenen niet acceptabel zijn. Anders gezegd: kunnen we dictators maar beter laten moorden en martelen, ouders hun kinderen laten uithuwelijken, verminkingen van jonge meisjes of steniging als straf voor vreemdgaan toestaan, omdat het nu eenmaal ‘gebruik’ is, vroeg de Poolse filosoof Leszek Kolakowski zich al in 2003 retorisch af.

Als een ‘cultuur’ op elementaire mensenrechten botst, dan is het die ‘cultuur’ die fout is, niet de verdediging van de mensenrechten. Ondanks de verschillen is er een aanzienlijke 'universaliteit' tussen de culturen stellen pleitbezorgers van de Universele Verklaring. Rechtvaardigheid, moord, mishandeling en misbruik en de plicht tot bescherming van zwakken tegen de willekeur van machthebbers zouden universele waarden zijn. Een stelling waarop nogal wat valt af te dingen. Beter is wellicht: ‘zouden moeten zijn’.

Niettemin lijken steeds meer niet-westerse landen gefrustreerd over de westerse benadering en krijgt de receptoraanpak steeds meer voorstanders. Met name China, maar ook andere niet-westerse landen, stellen het collectieve belang boven dat van het individu.

Afrikaanse landen klagen dat zij worden aangeklaagd bij het Internationaal Strafhof en dat westerse landen worden ontzien. Islamitische landen menen dat de Rechten van de Mens op gespannen voet staan met de voorschriften van de koran. Radicale critici als Iran zien in het mensenrechtenverdrag een 'frontale aanval' waarmee 'de individuele en sociale vrijheid van andere volken wordt ontkend’.

Ook worden vraagtekens gezet bij de geloofwaardigheid van het Westen als het gaat om mensenrechten. Dat zijn toch die landen die zelf gevangenen vasthouden zonder proces? Oorlogen beginnen zonder legitimatie van de VN? Die – de EU – een Tunesische dictator betalen voor het tegenhouden van migranten, ook al worden ze met geweld gedeporteerd naar de Libische woestijn. Uit geopolitieke overwegingen en behoefte aan grondstoffen zaken doen met dictaturen? Waarvan het machtigste land – de VS – een staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël tegenhoudt ondanks de enorme humanitaire catastrofe?

Waarvan de bewoners producten kopen die onder erbarmelijke arbeidsomstandigheden zijn gemaakt? De landen die voor het overgrote deel verantwoordelijk zijn voor de opwarming van het klimaat, de aantasting van de biodiversiteit en de vervuiling van het milieu. Landen die ‘ontwikkelingslanden’ dwingen tot neoliberale economische hervormingen.

Landen ook die zelf de zwarte bladzijden van hun geschiedenis – slavernij, kolonialisme – amper hebben opengeslagen. De Amerikaanse Bill of Rights gold niet voor zwarte of inheemse Amerikanen en stond steun aan dictaturen en staatsgrepen en zelfs ongeoorloofde interventies (Irak!) niet in de weg. De Franse Droits de l’ homme belette Parijs niet een groot deel van het 'minder beschaafde' Afrika en Azië te veroveren in naam van ontwikkeling en vooruitgang.

En die imperialistische landen zouden recht van spreken hebben? Ze zouden een toontje lager moeten zingen. Ook al omdat het gewicht van de westerse landen in de wereld steeds verder afneemt, demografisch en economisch.

Bij de niet-westerse benadering zit China op de eerste hand. Beijing werkt aan een alternatief mensenrechtenmodel en heeft een eigen mensenrechtenraad ingesteld, los van de VN. Uitgangspunt is recht op ‘ontwikkeling van staten’. Centraal geleide vooruitgang staat voorop, boven individuele burgerrechten.

Andere landen vinden dat sociaal-economische rechten (arbeid, ontwikkeling) rechten van inheemse volkeren en minderheden, rechten van de natuur hoger op de agenda moeten.

Naast de geloofwaardigheid is er de vrijblijvendheid van de mensenrechtenverklaring. Neem een recht op arbeid. Mooi gezegd maar volledige werkgelegenheid kan nooit worden afgedwongen. Werkloosheid is het gevolg van een groot aantal factoren, waarbij de overheid maar een van de spelers is.

Dan de onontkoombare tegenstrijdigheid van mensenrechten. Vrijheid van godsdienst en meningsuiting? Mooi. Maar betekent dat alle ruimte voor racistische leuzen en etnische haat? Of, andersom, dat het oproepen tot een heilige oorlog tegen niet-gelovigen ongestoord getolereerd moet worden? Vrijheid van meningsuiting kan ook een instrument zijn om complottheorieën en leugens en laster te verspreiden. Tegenstrijdigheid ook bij individuele rechten. Ik vind dat ik recht heb op een schoon milieu: betekent dat dan ook dat ik niet meer mag vliegen?

Volgens filosoof Leszek Kołakowski is het beter te komen tot een Internationale Conventie van Plichten: een verklaring die bepaalt wat de overheid wel en niet mag doen, een conventie van beperkingen, niet van rechten. Ofwel: een opsomming van handelingen die geen enkele staat mag begaan. Mooi gesproken, maar hoe zou dat in vredesnaam moeten worden afgedwongen? Ook de drijvende kracht achter de mensenrechtenverklaring, Eleanor Roosevelt, vroeg zich later af of een verklaring van rechten, zonder verplichtingen, ertoe zou kunnen leiden dat deze rechten zouden worden nageleefd.

Vraag is ook of wat betreft mensenrechten de dialoog gezocht moet worden. Voorstanders van een dialoog menen dat een ‘zachte’ benadering van mensenrechten onontkoombaar is om de verschillen tussen westerse landen het mondiale zuiden niet nóg groter te maken.

Tegenstanders houden vast aan de kracht en de verworvenheden van de westerse benadering van mensenrechten. Ze zijn te belangrijk om bij het oud vuil te zetten of zelfs maar ter discussie te stellen in een wereld waarin autocratie steeds dominanter wordt en mensenrechten steeds meer worden geschonden.

Dit is een actuele versie van een artikel dat eerder verscheen in opiniekrant Argus.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.