Deel 1 van een serie, waarin Joop-opiniemakers zich buigen over de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen.
Tot aan de verkiezingen zullen diverse van onze opiniemakers zich buigen over de verschillende verkiezingsprogramma’s. Zij zullen elk de paragrafen onder de loep nemen die onder hun expertise vallen. Vandaag oud-hoofdredacteur van het NOS-journaal Nico Haasbroek.
De verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in Nederland gaan voor zo’n tachtig procent alleen over de publieke omroep. De standpunten zijn ontzettend voorspelbaar. Zoals de opvatting dat ook de publieke omroep zal moeten bezuinigen. De vraag is waarom die mediaparagrafen zo saai, ouderwets en voorzichtig zijn?
Wat verwacht ik?
Een eigentijdse visie op het mediabeleid.
Ik verwacht dat de media experts aandringen op een nieuwe mediawet die recht doet aan de gewijzigde omstandigheden in het medialandschap. Een wet die erkent dat:
• de kwaliteit van de media gestaag afneemt • het niet goed gaat met het gedrukte woord • de commerciële omroep een serieuze factor is geworden • internet – en de sociale media – belangrijker zijn geworden dan de traditionele TV, radio en krant • de bureaucratie bij omroep en pers uit de hand gelopen is • voor bezuinigingen een goed doordacht totaalplan nodig is
Wat zie ik (in de mediaparagrafen)?
Het CDA wil de publieke omroep behouden, de STER handhaven en ze kent nogal vrijblijvend grote betekenis toe aan de regionale/lokale omroep. Er wordt alleen een beetje aangedrongen op fusievorming tussen een aantal omroepen en wat minder bureaucratie aan de top.
De PvdA laat de publieke omroep ook in tact en pleit voor meer pluriformiteit. De media (ook de kranten) zullen moeten vernieuwen en samenwerken.
De VVD vindt de publieke- en commerciële omroep min of meer gelijkwaardig en daarom kan de publieke omroep wel met één net minder toe en moet besparen op overhead.
De PVV wil nog maar 1 publiek tv net en de Wereldomroep wordt geschrapt. Het geld dat hierdoor vrijkomt wordt besteed aan het betaalbaar houden van de zorg.
De SP wil de omroepen ook afrekenen op de waardering van de programma’s en er moet een onafhankelijke kijkwijzer komen.
Groen Links is ongeveer de enige partij die de veranderingen in de media meer serieus neemt. De partij wil dat het verzuilde bestel verdwijnt.
De Christen Unie staat ook op de bres voor de publieke omroep en de kerken en wil een mediacode om tot een veilig media-aanbod te komen.
D66 is voor een sterke publieke omroep, maar wil die wel verder hervormen. Fondsen moeten ook toegankelijk zijn voor commerciële omroepen en onlinepartijen.
Je kunt je afvragen waarom de partijen zo focussen op de publieke omroep?
Ten eerste natuurlijk omdat de publieke omroep een verkapte staatsomroep is (want gefinancierd door de overheid), die keurig alle grote evenementen, debatten, parlementaire onderzoeken en staatsbezoeken uitzendt. Er is dus sprake van een wederzijds belang. Dat zie je ook terug in de samenstelling van omroepbesturen. Balkenende zat bij de NCRV, Marcel van Dam bij de VARA, Gerrit Braks bij de KRO en zo kan je de lijst nog veel langer maken.
De grens ligt ongeveer bij het verbieden van BNN om via een jongerenlijst aan de verkiezingen mee te doen. Dat mag nog net niet. Minstens zo belangrijk is dat politici de publieke omroep nodig hebben voor hun eigen herverkiezing. Luie producers in Hilversum weten dat alle politici daarom bijna altijd in radio en TV programma’s willen opdraven. Zodat de kiezers weten wie ze zijn en dat ze er zijn. Of ze iets zinnigs te melden hebben is minder belangrijk. Journalisten praten doorgaans liever over de poppetjes, uitglijders en toekomstige ambities dan over de echte issues. En dat vinden veel politici ook niet erg. De publieke omroep en politiek Den Haag zijn min of meer veroordeeld tot elkaar en daarom zijn ze eerder aardig voor en tegen elkaar dan dat ze het elkaar echt moeilijk maken.
Het is een soort herenakkoord. Natuurlijk bericht de parlementaire pers over wat er op en rond het Binnenhof allemaal gebeurt, maar in de sfeer van ‘It’s all in the game, fair play, agree to disagree en meer van die weinigzeggende diplomatieke omgangscodes. ‘De sfeer van jongens onder mekaar.’ De echte onthullingen komen eerder van de onderzoeksjournalisten buiten Den Haag.
Nee, als die boeiende mediawereld verandert, dan niet in de eerste plaats dankzij politiek Den Haag.