Het is altijd afwachten of verzet ook iets zal uithalen. De autocraten die aan de macht zijn, hebben het voordeel dat ze kunnen terugvallen op de macht van de staat. Maar uit het verzet blijkt duidelijk dat er een heuse strijd aan de gang is
Toen Donald Trump een jaar geleden de eed als president van de VS aflegde, leek de opmars van de autoritaire populisten onstuitbaar te zijn. Politici die claimden ‘in naam van het volk’ te spreken, bouwden hun aanhang uit door minderheden te demoniseren, de mensenrechten onder vuur te nemen, en het wantrouwen tegen democratische instellingen aan te wakkeren. In veel landen kwam echter een tegenbeweging op gang, waardoor de toekomst van die populisten lang niet meer zo verzekerd is. Waar de tegenstand sterk is, hebben populisten maar weinig vooruitgang geboekt. Maar in landen waar hun boodschap van haat en uitsluiting (deels) werd gekopieerd door mainstream politici, groeit en bloeit het populisme.
Voor het opvallendste keerpunt moeten we in Frankrijk zijn. In andere Europese landen, zoals Nederland en Oostenrijk, probeerden politici van centrumrechtse partijen de populisten de wind uit de zeilen te nemen door heel wat van hun nationalistische standpunten over te nemen. Zo hoopten ze hun aantrekkingskracht te kunnen afzwakken, maar uiteindelijk hebben ze de populistische boodschap alleen maar versterkt.
Macron President Emmanuel Macron daarentegen, brak tijdens zijn verkiezingscampagne openlijk een lans voor democratische principes. Uit zijn overwinning en het succes van zijn partij in de parlementsverkiezingen bleek dat Franse kiezers wel degelijk overtuigd kunnen worden om het Front National, dat bekend staat om retoriek tegen moslims en immigranten, massaal de rug toe te keren.
Na de verkiezing van Trump herbevestigden burgerbewegingen, journalisten, advocaten, rechters en het publiek een breed draagvlak voor bescherming van mensenrechten. Trump voerde regressieve maatregelen door, maar dankzij het verzet tegen zijn beleid bleef de schade relatief beperkt. Bijvoorbeeld wat betreft zijn plannen om moslims de toegang tot de VS te ontzeggen, het recht van de Amerikanen op gezondheidszorg terug te schroeven, en transgenders te weren uit het leger.
AfD Duitsland haalde de voorpagina’s toen Alternative für Deutschland (AfD) zich als eerste extreemrechtse partij in decennia in de Bundestag wist binnen te werken. De AfD deed het goed in de economisch achtergebleven oostelijke delen van het land, waar racisme en xenofobie sinds de val van de Berlijnse Muur ongehinderd om zich heen konden grijpen. Maar de AfD wist nog de meeste kiezers te overtuigen in het rijke Beieren, waar de Christendemocratische CSU, de coalitiepartner van Angela Merkel, aanzienlijk meer nationalistische standpunten van de AfD heeft overgenomen dan Merkels CDU. De principiële confrontatie bleek doeltreffender te zijn dan gecalculeerd kopieergedrag.
In Centraal-Europa belemmerde de Europese Unie het Hongaarse voornemen om de Central European University te sluiten, door dreiging met juridische procedures, gesteund door omvangrijke protesten. De onderwijsinstelling is een bastion van onafhankelijke meningsvorming en was symbool van het verzet tegen de ‘illiberale democratie’ die wordt gepropageerd door premier Viktor Orbán. In Polen dreigde de EU dan weer met sancties omdat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de rechtsstaat in het gedrang kwamen.
Maduro In Venezuela werd ook massaal gedemonstreerd, tegen president Nicolás Maduro, die de economie van zijn in potentie olierijke land heeft verwoest met incompetent en autocratisch beleid. De betogers kregen steun van veel Latijns-Amerikaanse regeringen, die tegen de traditie in toch kritiek durfden te uiten op de onderdrukking van een naburig volk.
In Afrika trokken verschillende leiders, al dan niet met bloed aan hun handen en beducht voor vervolging, de kaart van het Afrikaanse nationalisme in een poging hun landen en masse terug te trekken uit het Internationaal Strafhof (ICC). Maar hun pogingen liepen af met een sisser, toen burgerbewegingen in heel Afrika zich achter het ICC schaarden. Dat overtuigde de meeste Afrikaanse regeringen ervan om het hof toch te blijven erkennen.
Waar machtige landen dwarsliggen of weigeren mee te werken aan de verdediging van mensenrechten, nemen kleinere landen soms het voortouw. Zo heeft de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties dankzij leiderschap van Nederland een onderzoek geopend naar misdrijven begaan door alle partijen in Jemen.
Verzet De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft het veto van de Russische Veiligheidsraad omzeild en toch een openbare aanklager aangesteld die oorlogsmisdaden in Syrië moet onderzoeken. Het kleine Liechtenstein had daartoe het initiatief genomen. IJsland heeft er bij de VN-Mensenrechtenraad op aangedrongen om zich uit te spreken tegen de ‘War on Drugs’ van de Filipijnse president Rodrigo Duterte, waarin al duizenden verdachten van drugsmisdrijven zonder enige vorm van proces om het leven zijn gebracht.
Toch is het altijd afwachten of het verzet ook iets zal uithalen. De autocraten die aan de macht zijn, hebben het voordeel dat ze kunnen terugvallen op de macht van de staat. Maar uit het verzet blijkt duidelijk dat er een heuse strijd aan de gang is.
In landen waar de overheid het binnenlandse verzet onderdrukt en zich geen zorgen hoeft te maken om druk vanuit de internationale gemeenschap, profiteren populisten en bewegingen die niets hebben met rechten. Zo heeft president Recep Tayyip Erdoğan van Turkije de hakbijl gezet in het democratische systeem toen de EU hem nodig had om vluchtelingen die naar Europa willen, tegen te houden in Turkije.
Terrorisme De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi trad meedogenloos op tegen dissidente geluiden, terwijl hij het Westen ervan wist te overtuigen dat hij het terrorisme bestreed en de stabiliteit van zijn land veiligstelde. Het optreden van de Russische president Vladimir Poetin en zijn Chinese collega Xi Jinping tegen vreedzame protestgeluiden in hun landen was het hardhandigste in een generatie. Het Westen tekende amper verzet aan.
De nieuwe kroonprins van Saudi-Arabië, die handig gebruikmaakt van de Westerse angst voor de toenemende invloed van Iran, leidde een Arabische coalitie die in Jemen burgerdoelwitten bombardeerde en hulp tegenhield, met als gevolg een enorme humanitaire ramp.
Het leger in Birma begon een grootschalige campagne van etnische zuiveringen tegen Rohingya moslims, aangemoedigd door Boedhistische extremisten. Het Westen voelde er weinig voor om druk uit te oefenen, uit misplaatst respect voor Aung San Suu Kyi.
Dit alles leert ons dat mensenrechten wel degelijk beschermd kunnen worden tegen populisten en autocraten. In plaats van de handdoek in de ring te gooien, moeten we onze principes verdedigen en in actie komen.
Kenneth Roth is algemeen directeur van Human Rights Watch. Volg hem ook op Twitter: @KenRoth.