
Er was een tijd dat VVD’ers nog deden alsof ze iets met economie hadden. Dat ze de markt begrepen, risico’s konden inschatten, en niet voor elk diplomatiek relletje met de spierballen gingen rollen alsof Nederland een geolied machtsblok is tussen Washington en Beijing. Maar die tijd ligt ver achter ons. We leven nu in het tijdperk van Vincent Karremans — de demissionaire minister die zijn carrière lijkt te baseren op een Instagram-feed vol zonnebrand, zelfvertrouwen en geopolitieke brokken.
De man die ooit shirtloos te paard door de branding galoppeerde om de VVD als ‘nieuw geluid’ te positioneren, heeft nu zijn eerste echte wapenfeit te pakken: miljarden euro’s schade aan de Duitse auto-industrie, lamgeslagen Nederlandse toeleveranciers, en een verziekte relatie met China. Alles voor dat heerlijke gevoel van daadkracht.
Karremans nam eind september het stoere besluit om tijdelijk de controle over Nexperia over te nemen — zogenaamd om “Chinese inmenging” te voorkomen. Peking reageerde voorspelbaar: een exportverbod. Gevolg: Europese autofabrieken zonder chips, productielijnen stil, aandelen kelderen. En nu? Nu trekt Nederland met hangende pootjes naar Beijing om te vragen of ze alsjeblieft weer een paar chips mogen opsturen. “Gezien het constructieve karakter van onze gesprekken vertrouwt Nederland erop dat de levering van chips weer op gang komt,” aldus Karremans, met de diplomatieke equivalent van een natte handdruk.
Wat is dit anders dan politiek machismo zonder plan? Eerst met de borst vooruit de draak tarten, dan met de pet in de hand smeken om clementie. Als dit VVD-beleid is, dan is het geen liberale realpolitik meer, maar reality-tv met geopolitieke bijwerkingen.
En het wonderlijke: niemand lijkt het erg te vinden. De Tweede Kamer zwijgt. De media doen alsof het een technisch handelsconflict is. Alsof het niet gaat over miljarden aan Europese productieschade, over vertrouwen dat in Beijing én Berlijn verdampt is.
Wat hier speelt is niet zomaar een foutje in de diplomatie. Het is de logische uitkomst van een partij die, zoals eerder bij Yesilgöz al bleek, haar ideologische kompas heeft ingeruild voor beeldvorming . Waar ooit de rede heerste, regeert nu de reflex. Eerst handelen, dan nadenken. Eerst roepen dat Nederland z’n rug recht houdt, dan ontdekken dat die rug eigenlijk niet sterker is dan een dropveter.
De VVD is in de loop der jaren van economisch verstand naar economisch vandalisme geëvolueerd. De partij die ooit trots de belangen van ondernemers verdedigde, heeft nu een minister die de maakindustrie lamlegt uit binnenlandse borstklopperij. En niemand die zegt: “Vincent, misschien moet je even van dat paard afstappen en de cijfers bekijken.”
Het pijnlijkst is nog dat Karremans’ roekeloze optreden wordt gepresenteerd als daadkracht — het toverwoord dat in Den Haag alles rechtpraat, van mislukte belastinghervormingen tot diplomatiek amateurisme. Maar als daadkracht betekent dat je eerst je eigen industrie saboteert en daarna om genade vraagt bij China, dan is dat geen beleid meer. Dat is een soapscript.
Dus ja, Nederland mag de controle over Nexperia best weer opgeven, als dat betekent dat er weer chips komen. Maar laten we dan ook erkennen dat we niet alleen zeggenschap over één bedrijf verliezen, maar over onze geloofwaardigheid als handelsnatie.
En Karremans? Die kan straks, shirtloos en tevreden, weer het strand op galopperen. Want hij heeft gedaan wat de VVD tegenwoordig het liefst doet: eerst de boel in de fik steken, en dan met zonnebril op verklaren dat het “complexer ligt dan gedacht.”
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.