In de nieuwsbrief van de PvdA reageert staatssecretaris Martin van Rijn op de berichtgeving over zijn zieke moeder en de tekortschietende zorg.
Mijn motivatie om staatssecretaris van zorg te worden was en is heel persoonlijk. In mijn eerste weken heb ik in de Tweede Kamer gesproken over mijn ouders en hoe zij mijn meest directe inspiratiebron zijn om de zorg te verbeteren.
De berichtgeving deze week heeft het privéleven van mijn ouders, en dus dat van mij, op een pijnlijke manier in de schijnwerpers gezet. Behalve staatssecretaris ben ik ook de zoon van een kwetsbare vader en moeder. Sommige mensen vroegen zich af waarom ik niet bozer reageerde op de berichtgeving. Dat is omdat ik altijd aanspreekbaar kan en wil zijn op alles wat goed en slecht gaat in de zorg. Maar mijn privéleven en dat van mijn ouders wil ik beschermen.
Wat afgelopen week is gebeurd, is daarom pijnlijk. Tegelijkertijd: de situatie van mijn ouders verschilt niet van die van vele andere moeders, vaders, opa’s en oma’s. Van mensen die u kent en van verhalen die u hoort.
Het is voor iedereen volstrekt duidelijk dat de langdurige zorg zoals die nu is niet goed genoeg is. Wie in een gemiddeld verpleeghuis rondloopt, ziet de noodzaak om het anders te doen. Maar hoe we dat moeten en kunnen verbeteren, is voor veel mensen abstract en daardoor ook wel bedreigend. Ik zal u vertellen wat ik zie.
Ik zie medewerkers die zich tot het uiterste inspannen om er het beste van te maken. Maar ik zie ook dat de kwetsbare mensen voor wie ze zorgen in de loop van de tijd steeds kwetsbaarder zijn geworden. Omdat mensen tegenwoordig het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen, zijn de mensen in een verpleeghuis steeds hulpbehoevender. Steeds zwaarder dement. Steeds minder in staat om simpele dingen, zoals eten, zelf te kunnen. De vraag of het opleidingsniveau hier nog wel bij aansluit is geen diskwalificatie van het personeel. Het is het tegenovergestelde: we moeten mensen die zich met hart en ziel voor onze ouderen inzetten de best mogelijke instrumenten geven om dat te doen.
Ik zie te vaak te oude gebouwen. Gebouwen die zijn gebouwd voor mensen die er twintig jaar geleden lopend naar binnen gingen. Nu kunnen de meeste bewoners niet of nauwelijks meer zelf opstaan. Dan kun je niet meer aankomen met een lift waar niet eens een bed in past. Dan moet je je afvragen of goede zorg op die plek nog wel mogelijk is. Of dat je misschien moet sluiten, met alle gevolgen voor de bewoners van dien.
Maar ik zie ook dat het beter kan, en dat dit niet een simpele kwestie van geld is. Want ik zie vaak hoe twee verpleeghuizen, die onder dezelfde wet en met hetzelfde budget werken, totaal andere zorg bieden. Ik zie het verschil tussen personeel dat zucht onder regeldruk en verantwoording en personeel dat het vertrouwen krijgt zelf keuzes te maken. Het verschil tussen bestuurders die de werkvloer kennen en naast hun personeel staan en bestuurders die daar ver boven menen te staan. Tussen bewoners die tevreden moeten zijn met een magnetronmaaltijd en bewoners die zelf kunnen bepalen hoe zij de laatste jaren van hun leven willen doorbrengen.
De roep om de verpleeghuiszorg te verbeteren is luid en duidelijk en kan mij niet hard genoeg klinken. De Vernieuwingsagenda langdurige zorg die ter hand genomen is en het Deltaplan Dementie zijn belangrijke aanknopingspunten om deze zorg duurzaam te verbeteren. De Wet Langdurige Zorg is een belangrijke waarborg dat kwetsbare mensen ook in de toekomst altijd een plek in en verpleeghuis krijgen als zij dit willen.
We doen veel, maar tegelijkertijd moet ik geduldiger zijn dan ik wil. Liever vandaag dan morgen los ik alle problemen op. Maar beter bestuur is er niet in een handomdraai. Nieuwe gebouwen staan er niet morgen. Personeel hoger opleiden kost jaren. Het kost allemaal meer tijd en inspanning dan ons lief is. Wie voorspiegelt dat deze problemen in een vingerknip zijn opgelost, draait mensen een rad voor de ogen. Wat ik u en alle mensen in Nederland kan beloven is dit: dat ik me iedere dag met iedereen die hart heeft voor deze zaak blijf inzetten om de zorg voor alle vaders en moeders van Nederland te verbeteren. Zodat iedereen op een waardige manier oud kan worden, in een veilige omgeving en omringd met liefdevolle zorg.