Turkse moskeeën veroordelen uitlatingen Erdogan
• 23-03-2017
• leestijd 3 minuten
Twee grote Turkse moskeekoepels, waar in totaal 100 moskeeën bij zijn aangesloten, hebben recente uitspraken van de Turkse president Erdogan openlijk afgekeurd.
Dit is voor het eerst dat de koepels publiekelijk kritiek uiten op Erdogan. Over het algemeen doen deze overkoepelende organisaties geen politieke uitspraken, of volgen zijn ze op de hand van de Turkse president. De recente opmerkingen van Erdogan over Europese landen gaan voor de koepels echter te ver.
De Turkse president
zei gisteren op een bijeenkomst in Ankara : ‘Als jullie zo doorgaan, zal geen Europeaan of westerling waar ook ter wereld nog veilig over straat kunnen.’ Of Erdogan dit als een waarschuwing of dreigement bedoelde is onduidelijk. De opmerking kan geïnterpreteerd worden als een waarschuwing voor repressie in westerse maatschappijen. Hij zou ook echter gelezen kunnen worden als de suggestie dat steeds meer Turken in het Westen bereid zijn tot geweld tegen andere Europese burgers.
Voor de conservatief-islamitische moskeekoepel Milli Görüs is deze uitspraak het toppunt. ‘Dit is niet de juiste taal voor een president’ zegt bestuurslid Yusuf Altuntas. De voorzitter van de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN) zegt het volgende:
"Wij zijn ook Europeanen: we wonen hier al meer dan vijftig jaar. Krijgen wij straks ook te maken met geweld?"
De timing van de opmerking, op de herdenking van de terreuraanval in Brussel van vorig jaar en op de dag van de aanslag in Londen, is op zijn minst ongelukkig te noemen. Beide koepels zijn er bang voor dat de verwijzing naar geweld van Erdogan in deze context het imago van de Turkse gemeenschap zal schaden.
Erdogan introduceerde de uitspraak met de volgende aanloop: ‘Turkije is geen land waar je aan kunt duwen en trekken, waarvan je met de eer kunt spelen, waarvan je ministers kunt uitzetten, waarvan je burgers over de grond kunt slepen’. Erdogan verwijst hiermee naar de diplomatieke rel met Nederland, waarbij de ME een demonstratie hardhandig eindigde en er een Turkse Nederlander gebeten werd door een politiehond. Dit leidde in Turkije tot grote verontwaardiging.
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken spreekt over “onze burger die wreed is aangevallen”. Hij
heeft de demonstrant naar Istanbul overgebracht omdat hij volgens de Turkse minister in Turkije een betere medische behandeling zou krijgen.
Erdogan wakkert met zijn uitspraken de diplomatieke onrust tussen Turkije en Europa aan. De president voert campagne voor het referendum over een presidentieel stelsel en probeert Europeaanse Turken, potentiële stemmers, met zijn uitspraken te verleiden. Hij noemde Nederland eerder onder andere een ‘bananenrepubliek’ waar ‘fascisme en nazisme’ heersen. Hij heeft Duitsland ook beticht van ‘nazipraktijken’.
Atluntas, voorzitter van de SICN koepel, veroordeelt de provocatieve houding van Erdogan. Bij de vorige verkiezingen stemde de meerderheid van de Turkse Nederlanders volgens hem op Erdogan, maar als hij op deze manier doorgaat wordt dat volgens hem veel minder. ‘Laat ons gewoon met rust!’ aldus Atluntas.