Turkije, een bubbel die op barsten staat
• 08-11-2012
• leestijd 4 minuten
De groeiende Turkse middenklasse sloeg zijn steeds sterkere lira’s stuk
in een toenemend aantal warenhuizen. Geen vuiltje aan de lucht, zo leek
het
De afgelopen week was het twee keer raak. Eerst beletten ordetroepen op de Dag van de Republiek een menigte van tienduizenden met waterkanonnen en traangas naar het mausoleum van Atatürk in Ankara te lopen. Vervolgens herhaalden deze taferelen zich in verschillende steden toen Koerdische burgers aandacht vroegen voor de grootschalige hongerstaking van honderden Koerden in Turkse gevangenissen. Beide confrontaties staan symbool voor de groeiende polarisatie en de steeds verder oplopende spanningen in de Turkse politiek.
In de afgelopen tien jaar kende Turkije met de AK-Partij aan het roer een ongekende economische en politieke stabiliteit. De AK-Partij professionaliseerde het politieke ambt, voerde democratische hervormingen door en liberaliseerde de economie. Mensen naar wie nooit was omgekeken, zagen nu opeens tweebaanswegen verschijnen in het infrastructureel maar matig ontwikkelde Anatolische landschap. De groeiende Turkse middenklasse sloeg zijn steeds sterkere lira’s stuk in een toenemend aantal warenhuizen. Geen vuiltje aan de lucht, zo leek het.
Maar nu zit de klad erin en problemen stapelen zich op: Een onbeheersbaar probleem aan de Syrische zuidgrens, een groot handelstekort – verdoezeld met risicovolle leningen op de internationale kapitaalmarkt – en toenemende interne politieke spanningen. Flinke doses hubris en populisme bij het Turkse leiderschap liggen ten grondslag aan deze uitdagingen die Turkije voor zijn kiezen krijgt. De eerder genoemde verdiensten kunnen niet langer verhullen dat Turkije een bubbel is die op barsten staat.
Met een steeds autoritairdere regering die naast journalisten, studenten en eenieder ander die een kritisch geluid laat horen onlangs ook militairen gevangen zette, jaagt de AK-Partij van premier Erdoğan met name de oude Kemalistische elites en sterk seculiere Turken tegen zich in het harnas. Deze vinden weerklank voor hun door dogma’s ingegeven beweringen dat de AK-Partij Turkije langzaam tot een Islamitische staat probeert om te vormen. Een incident als in Ankara, maar ook de veroordeling van meer dan 300 militairen, leggen een splijtzwam onder de Turkse samenleving.
Persoonlijke vetes op hoog niveau blijven niet langer binnenskamers. Het is een publiek geheim dat Erdoğan zijn pijlen heeft gericht op de presidentsverkiezingen in 2014. Dan loopt de termijn van de zittende president Abdullah Gül af en hoopt Erdoğan het stokje over te nemen. In de tussentijd moet er nog wel een nieuwe grondwet geschreven worden, die het electorale stelsel omvormt naar Frans model, waarin een direct door het volk gekozen president verregaande politieke bevoegdheden heeft.
In dit proces leed Erdogan onlangs een opzichtige nederlaag toen president Gül een verzoek tot vervroegde lokale verkiezingen, die Erdoğan meer tijd zouden verschaffen zich op de presidentsverkiezingen voor te bereiden, terugzond naar het parlement. Na de gebeurtenissen op de Dag van de Republiek kwamen meer onenigheden aan de oppervlakte. Gül vond dat iedereen nationale feestdag vreedzaam moest kunnen vieren, terwijl Erdoğan de mars eerder als “illegaal” bestempelde. Dit alles verleidde Erdoğan tot de uitspraak dat “Turkije geen toekomst heeft met twee kapiteins op een schip”. In een recente peiling bleek dat de Turkse bevolking de liberale Gül boven de polariserende Erdoğan als kapitein prefereert.
Naast de seculieren, Kemalisten en het presidentschap is Erdoğan grootste hoofdpijndossier misschien wel de Koerdische kwestie. Honderden gevangenen gaan de achtste week van hun hongerstaking in. Dat betekent dat de eerste hongerstakers spoedig zullen overlijden. Ze eisen de beëindiging van eenzame opsluiting van PKK-leider Öcalan en onderwijs en rechtspraak in het Koerdisch. Voorlopig blijken hun eisen aan dovemans oren gericht. Bovendien hielden de massamedia de hongerstakingen wekenlang uit het zicht van het publiek, maar met de clashes van afgelopen week staat het thema binnen én buiten de Turkse landsgrenzen op de radar.
De AKP-regering nam aanvankelijk onder druk van het EU-toetredingsproces maatregelen ter verbetering van de positie van de Koerden. Sinds kort worden op school optionele lessen in het Koerdisch aangeboden. Vaak echter blijken er nogal wat haken en ogen aan de praktische uitvoering van de initiatieven te zitten. Een groot deel van de potentiële docenten zit bijvoorbeeld gevangen. Bovendien blijven structurele oorzaken als discriminatie en de onderontwikkeling van Zuidoost-Turkije, waar het merendeel van de Koerden woont, bestaan.
Ondertussen is de hervormingsagenda in de kiem gesmoord en zijn de vooruitzichten op een vreedzame oplossing waziger dan ooit. Het presidentschap en de nationalistische achterban indachtig, greep Erdoğan terug op een agressief nationalistische toon, met als klapstuk de uitspraak tijdens een recent partijcongres dat na zoveel inspanning van de AK-Partij “de Koerden nu eerst zelf maar eens het terrorisme moeten veroordelen.”
Tijdens zijn bezoek aan Duitsland ontkende Erdoğan glashard dat er hongerstakingen plaatshadden en noemde hij het “één grote show”. Het gevaar dreigt dat Erdoğan zijn persoonlijke ambities laat prevaleren boven het landsbelang. Dit zal de polarisatie verder versterken en leiden tot meer onvrede onder de bevolking. Zeker is dat de komende tien jaar vele malen instabieler voorbij zullen gaan dan het afgelopen decennium.