Als er een probleem is, dan pak je de oorzaak aan. Je gaat niet ontmoedigen en verbieden, want dan kun je bezig blijven.
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken wilde naar Nederland komen. Je zou denken dat hij met een dolk tussen zijn tanden de Dam wilde bestormen met een leger moslimislamieten achter hem aan. In feite wilde hij schijnbaar stemmen werven voor een referendum over een grondwetswijziging in Turkije. Een grondwetswijziging die in Turkije al door een democratisch gekozen parlement op een democratische wijze is goedgekeurd. Het referendum is een toegift, de kers op de democratische taart, zou je kunnen zeggen. Maar het is blijkbaar een taart waar wij weinig van hebben gegeten.
Zou jij liegen tegen iemand om ervoor te zorgen dat ze de waarheid tegen je zeggen? Zou jij iemand bedriegen, om erachter te komen of je wordt bedrogen? Zou jij gebruik maken van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vereniging, om iemand anders te belemmeren samen te komen met anderen en een mening te verkondigen?
Als wij niet binnen de democratie de democratie kunnen verdedigen, waar zijn we dan mee bezig?
Natuurlijk is de komst van een Turkse minister symbolisch. De Turkse regering zou meer mensen via internet en tv kunnen bereiken, dan ze ooit zouden kunnen bereiken vanuit de tuin van de Turkse consul. Dat overigens Turks grondgebied is. Maar nu zijn ze geweigerd in Nederland en tegengewerkt in Duitsland. De Nederlandse regering heeft zojuist het ja-kamp in Turkije op de best mogelijke manier geholpen. Iedereen die eventueel nog zou twijfelen, wordt waarschijnlijk aangemoedigd om ja te stemmen. En deze ja zou meer een nee kunnen zijn tegen de hypocrisie, dan een ja tegen meer macht voor een president in een ander land.
Als er een probleem is, dan pak je de oorzaak aan. Je gaat niet ontmoedigen en verbieden, want dan kun je bezig blijven. Waarom dan niet in debat gaan met mensen die mee willen doen aan een referendum in een ander land? En dan bedoel ik echt in debat gaan. Niet de shows die voor ons met deze verkiezingen worden opgevoerd. Heb je dit jaar een debat gezien met politici, waarin een politicus de ander gelijk gaf? Waarin deze aangaf dat zijn of haar mening wellicht bijgesteld zou moeten worden? Dat hij of zij de ander bedankt voor het andere inzicht? Waarschijnlijk niet. Wij zien hier debatten waarin het puur gaat om hoe iemand het beste zijn of haar mening uit kan dragen en de ander kan pareren. En dat is een probleem.
In een echt debat zijn zaken zelden zwart of wit. Zelden altijd goed of altijd fout. Je zou bijvoorbeeld in een debat met Turken kunnen zeggen dat je begrijpt dat de situatie anders is in Turkije. Dat er een organisatie is die met bommen zijn rechten wil halen in het oosten van het land. Dat er een oorlog woedt net over de grens. Dat je begrijpt dat er een paar miljoen vluchtelingen in het land zitten en dat al deze omstandigheden voor een instabiel land kunnen zorgen. Je zou aan kunnen geven dat je ook wel snapt dat als er een couppoging wordt gepleegd, dat het een natuurlijke reactie kan zijn voor de machthebbers om meer macht naar zich toe te trekken.
Daarnaast kun je in het debat ook vragen of je dat wel een goed idee vindt. Je kan vragen stellen bij de rechten van journalisten. Je kan je afvragen of de mensen in dienst van de overheid – agenten, rechters, etc. – die ontslagen of gearresteerd zijn, eerlijke rechtspraak krijgen. Het is logisch dat voordat je iemand meer macht geeft, je eerst moet kijken wat deze tot nu toe heeft gedaan met zijn of haar macht. Dit zijn hele legitieme vragen.
Maar allemaal vragen die er nu niet meer toe doen. Nou zitten we in de fase dat er wordt ingespeeld op de angst en uitgespeeld op de verontwaardiging. Het gaat al lang niet meer over de essentie. Een pessimist zou dat een weerspiegeling noemen van onze hedendaagse Tweede Kamer.