Salafisten hebben vrij spel om vrouwen, kunstenaars en intellectuelen te intimideren
De Arabische lente heeft Tunesië tot nu toe meer theocratie dan democratie gebracht. Vrouwen worden er geïntimideerd door gewelddadige salafistische brigades en de politie grijpt nauwelijks in als prostituees en kunstuitingen met een cultureel tintje worden kleingemaakt.
Social media als Twitter en Facebook maakten de weg vrij voor de Arabische lente in Tunesië. Nu worden deze middelen veelvuldig ingezet door salafisten die de moderne seculiere samenleving te gronde richten. Het zijn niet alleen de zeer conservatieven, maar ook de jonge moslims die zich laten meeslepen bij de gewelddadige demonstraties.
De vrijheid van meningsuiting in Tunesië heeft nog een lange weg te gaan. Namen van kritische journalisten circuleren met telefoonnummers en adres op Facebook en Twitter. Ook vrouwen hebben het moeilijk. Met name prostituees. Zo werd een prostitutiezone van de één op de andere dag belaagd en aangevallen door radicalen. Opmerkelijk, want prostituees worden al sinds 1942 gerespecteerd. Ze veroorzaken geen overlast en betalen netjes belasting. Totdat imams vanuit Qatar en Saoedi-Arabië hun woede begonnen te ventileren over een ‘broeinest van zedeloosheid’. Sindsdien worden in Tunesië meerdere prostitutiezones gesloten.
Ook galerieën en bioscopen moeten het ontgelden. In juni werd een filmhuis onder vuur genomen met rookbommen omdat er volgens de salafisten een verketterende film over religie vertoond zou worden. De politie kwam pas na aandringen de uit de hand gelopen situatie sussen. De bioscoop AfricArt is sindsdien gesloten.
Ook de tentoonstelling over de Arabische lente in het El Ebdellia paleis werd door islamitische demonstranten onder handen genomen. Duizenden tekeningen werden vernield. In oktober deden honderden islamieten een poging het huis van de eigenaar van privé televisiestation Nessma in brand te steken. Nessma had de animatiefilm ‘Persepolis’ uitgezonden waarin Allah zou worden afgebeeld.
Filmregisseur Nouri Bouzid meent dat er niets is overgebleven van de revolutie. Uit zijn films worden weliswaar geen scenes meer geknipt, “maar er is een vorm van censuur van de salafistische brigades, zogenaamd om de revolutie te beschermen”. Bouzid is kritisch en bitter. ‘Honderden evenementen” zijn volgens hem stilzwijgend belemmerd en gesaboteerd.