Als Donald Trump president van de Verenigde Staten wordt, hoeven de 28 NAVO-landen niet op steun van het Amerikaanse leger te rekenen als ze door een buitenlandse macht worden binnengevallen. Dat heeft de Republikeinse presidentskandidaat gezegd in een interview met de New York Times , waarin hij vooruitblikt op zijn ‘America First’-doctrine, die hij naar verwachting uit zal rollen tijdens zijn toespraak op de Republikeinse conventie donderdagavond.
Volgens Trump maken NAVO-bondgenoten ‘misbruik’ van de Amerikaanse militaire strijdkrachten en moeten andere landen meer gaan betalen voor er sprake kan zijn van militaire steun. Mocht Rusland bijvoorbeeld de Baltische staten binnenvallen, dan zou Trump eerst kijken naar of die landen ‘aan hun verplichtingen hebben voldaan’ alvorens hij zou overwegen om een helpende hand te bieden. Mocht de Amerikaanse kiezer dus besluiten om deze man aan het roer te laten, dan voorspelt dat weinig goeds voor de NAVO.
Wie wel op zijn medewerking kunnen rekenen zijn dictators en autoritaire leiders als Recep Tayyip Erdoğan van Turkije. Trump zou het niet in zijn hoofd halen om andere landen aan te spreken op mensenrechtenschendingen of het uitschakelen van politieke tegenstanders, want hij vindt niet dat Amerika dat recht heeft. Hij had bovendien niets dan lof voor Erdogan, die een recente coup aangreep om politieke tegenstanders uit te schakelen en zijn eigen positie te verstevigen ten koste van de democratie:
"Ik vind het erg goed hoe hij die situatie om heeft weten te draaien."