We moeten op 15 maart met onze stem een streep trekken in het zand
Volgens de NPO weet de helft van de Nederlandse kiezers nog steeds niet op welke partij ze over zeven weken zullen stemmen. Dat is wel eens anders geweest. In het Nederland van de verzuiling gold een zetelwinst van twee of drie als een politieke aardverschuiving. Sinds de jaren zeventig betekenden verkiezingen dat er door een aantal stemgerechtigden stuivertje werd gewisseld tussen linkse of rechtse partijen. De PvdA was de grootste progressieve partij en samen met het klein grut van CPN, PSP en PPR, tegenwoordig Groen Links, kwam ze steevast op ongeveer veertig procent van de stemmen. De rest ging naar de christelijke partijen en de VVD. Het CDA zocht haar coalitiepartners daarbij liever aan de rechter- dan aan de linkerzijde maar dat was geen wet van Meden en Perzen. Alles bij elkaar leidde dat tot een redelijk stabiele politiek.
Verwarring Nu heerst er een veel grotere onzekerheid. Dat komt omdat de Nederlandse kiezers in verwarring zijn. Zij maken zich zorgen over de toekomst van henzelf en hun kinderen. Zij zien om zich heen hoe zekerheden, zoals een vaste baan of een onbezorgde oude dag, ook als die met gebreken komt, langzaam maar zeker verkruimelen. Als zij in steden wonen, stellen zij vaak vast dat ze in een veeltalige en multiculturele omgeving terecht zijn gekomen. Dat zorgt voor wrijving, angst en woede. Je kunt dat zien aan de enorme verdeeldheid van het electoraat.
In de twintigste eeuw was het niets bijzonders als PvdA of CDA een derde van het totaal aantal stemmen binnenhaalden. De VVD was goed voor twintig procent tot een kwart. De rest was voor het kleine grut en wat men noemde de getuigenispartijtjes. Vandaag ben je met twintig procent tot een kwart gemakkelijk de grootste partij van Nederland. De verwarring van het volk weerspiegelt zich in de verkiezingsuitslagen van de laatste jaren.
Radicale keuze In dit licht gezien is het niet zo vreemd als de helft van de kiezers nog niet weet welk hokje ze over een week of zeven rood gaan maken. Toch doemt steeds duidelijker een radicale keuze op: voor of tégen Nederland als vrije, tolerante natie waar mensen elkaar in hun waarde laten en ieder het zijne wordt gegund.
De discussie in De Balie , waar dezer dagen zoveel over te doen is, laat zien waar de grote scheidslijn ligt. Daar in die fraaie Amsterdamse zaal vlakbij het Leidseplein kwam een aantal bedaagde lieden bijeen om een forum te beluisteren dat zich afvroeg, waarom moslims ons zo haten. Allengs veranderde het onderwerp en in de tweede helft van de bijeenkomst stond de vraag centraal hoe men de deportatie vorm zou geven. Daarvoor was het allereerst nodig dat Nederland een aantal internationale verdragen opzegde en de Belgische extremist Wim van Rooij hield een pleidooi voor discriminatie.
Wat was nu het ernstige van de zaak? Het ernstige van de zaak was dat er tijdens die hele bijeenkomst NIEMAND opstond die zei: “Dames en heren, beseft U wel waar U nu mee bezig bent? U zit in deze goed verwarmde zaal met zijn allen te bespreken wat U moet doen om straks de selectie mogelijk te maken van wie gedeporteerd gaat worden. Daarna moet U gaan bedenken met welke verkeersmiddelen deze deportatie zal geschieden. Op dat hellende vlak hebt U zich nu begeven.”
NIEMAND. Het publiek vond deze gedachtenwisseling volkomen normaal. Dit gebeurt in een land waar de leider van de grootste partij openlijk beweert dat hij na zijn machtsovername zal beginnen met geloofsvervolgingen, wat inmiddels al geldt als een aanvaardbare politieke positie. Dit geschiedt in dezelfde week, waarin de premier van het Nederlandse volk in een open brief hele categorieën van de bevolking verdacht maakt om zo mee te liften op de etnische stemmingmakerij, die sinds Fortuyn burgerrecht heeft gekregen.
Normaal De premier heeft het in zijn brief over een ‘stille meerderheid’, die wil dat men in Nederland weer normaal gaat doen. Daar hebben we in ons land een uitstekende maatstok voor. Dat is artikel 1 van de Grondwet:
"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."
De redactie van dit artikel is het resultaat van een eeuwenlange evolutie, die begon met de opstand tegen het gezag van koning Filips II in de zestiende eeuw, toen de grondslag werd gelegd voor de Nederlandse onafhankelijkheid. De denkbeelden rond godsdienstige tolerantie en de bron van het staatsgezag uit die tijd evolueerden tot de grondslagen en de kernwaarden van ons huidige democratische bestel.
Ze staan nu serieus op het spel. Een belangrijke minderheid onder de Nederlanders wil ze met het oud vuil meegeven. Althans dat is de consequentie als zij kiezen voor een politieke leider die discriminatie en geloofsvervolging blijkens zijn eigen programma tot kernwaarden heeft uitgeroepen.
In het publieke debat zijn pleidooien voor discriminatie en geloofsvervolging inmiddels geaccepteerd. Wie zulke denkbeelden verkondigen, zien zich uitgenodigd voor talkshows, forums en lezingen. Die krijgen toegang tot de opiniepagina’s van de grote dagbladen. Die schrijven her en der columns. Die geven leiding aan de meest gelezen blogs in ons geteisterde vaderland.
Aanvallen Dag aan dag wordt de aanval op onze vrijheden en tradities voortgezet. Voor de goede orde: dit is nog een vrij land en dat mag allemaal. In een democratie is het toegestaan om de kernwaarden van de vrijheid in woord en geschrift te ondermijnen. Het verbijsterende is echter dat dit tegenwoordig om met onze premier te spreken ‘normaal’ wordt gevonden. Dat men begrip moet hebben voor zulke virulente aanvallen op wat ons volk eeuwenlang heilig is geweest. En dat het allemaal heel erg voorstelbaar is. En dat je zulke mensen niet in de marge mag plaatsen.
Ik vind dat niet normaal. En ik zal niet stemmen op wie daar anders over denkt. Ik zal niet stemmen op de geloofsvervolgers en evenmin op wie vanwege het electorale gewin meehuilt met deze wolven in het bos. Met excuus aan de echte wolven.
Dat is geen positieve maar een negatieve keuze. Dan gebruikt men zijn stem om een grens te stellen, om een streep te trekken in het zand.