Een geweldsincident op straat dwingt een oud-militair tot een beslissing: ingrijpen met het gevaar zelf slachtoffer te worden of niets doen en heel blijven?
Van mijn goede vriend Ahmed kreeg ik een sms met de vraag of ik wat met hem wilde gaan drinken in het centrum van Tilburg. Ahmed reist als verslaggever voor de Britse tv-zender Channel 4 de hele wereld rond. Ik zie hem maar sporadisch. De avond werd een soort reünie van oude vrienden die elkaar alleen nog op speciale momenten zien.
Na een avond flink doorzakken besloten we onze honger te stillen met Euroknaller hamburgers bij de McDonalds. Terwijl we onze lichamen volpropten met junkfood gebeurde er op de achtergrond wat anders. Een meisje begon in het restaurant te bekvechten met een Marokkaanse jongen. Ik vroeg aan mijn kennis Hind, of zij hen misschien in het Arabisch wilde aanspreken met de boodschap dat ze zich moeten gedragen. Ik wilde er zelf ook wel wat van zeggen, maar vermoedde dat het meer effect had als een Marokkaanse dat deed. Hind weigerde. Ze zei dat ze zichzelf als individu ziet, niet als Marokkaan en dat ze zich niet met een bekvechtend stel gaat bemoeien.
Geweld Na met z’n allen meer dan 10 hamburgers weggewerkt te hebben, namen we afscheid van elkaar. Buiten hoorde ik een harde gil. Ik keek naar links en zag een jongen op straat bovenop een meisje zitten en met gebalde vuisten in haar gezicht slaan. Het was het koppel dat in de McDonalds ruzie had gemaakt.
Er stonden mensen te kijken naar het tafereel, maar ze deden letterlijk niks. Zelf ben ik vader van twee prachtige dochters en kan me niet voorstellen dat hen zoiets afschuwelijks overkomt. Ik werd kwaad en liep richting het gevecht. Ik wilde hen uit elkaar halen, desnoods met geweld. Zowel Ahmed als Hind gilde: “Nee, niet doen!” Ik hoorde de angst in hun stem, de angst dat ik zelf misschien slachtoffer zou worden van geweld terwijl ik op het punt stond de held uit te hangen.
Ik stopte. De vrees dat ik een mes tussen mijn ribben of een kogel door mijn hoofd zou krijgen hield me tegen. In een flits zag ik in mijn gedachten mijn kinderen voorbij komen. Waarom zou ik het risico lopen mijn dochters vaderloos achter te laten in de hoop iemand anders zijn dochter te redden? Ik kon geen stap meer zetten, nam niet eens de moeite om de politie te bellen of een verticaal filmpje te maken voor Geenstijl.
Ik ben 13 jaar militair geweest en de militaire normen en waarden zijn me als het ware op de ziel geëtst. Volgens de denkwijze van de militair bestaat het individu niet. Je bent een team, je corrigeert elkaar en je neemt het – desnoods met gevaar voor eigen leven – op voor de zwakkeren. Dat is het verschil tussen de militair en de burger. Maar nu het moment daar was, deed ik niks. Zelfs niet terwijl ik eerder Hind had gevraagd om er iets van te zeggen. Nu was ik plots te laf om zelf iets te doen. Hoe kon ik dit uitleggen aan mijn oude maten van de infanterie, hoe kon ik dit uitleggen aan mijn oude collega’s van de brandweer, wat vinden ze op de redactie van Kassa van het feit dat ik hulpeloze meisjes op straat laat stikken? Die vragen en de onverkwikkelijke situatie bleven de dagen daarna door mijn hoofd spoken.
Stoere verhalen Ik ben ruim een jaar uit het leger en nu al verworden tot het type dat ik altijd verafschuwde: ik bleek een toetsenbordcommando geworden. Ik besefte plots dat mijn dadendrang niet meer vervuld wordt door missies in het buitenland of inzetbaar zijn bij rampen in Nederland. Nee, mijn heldendaden bestaan nu uit een like op Facebook of een artikel op Joop. Ik hoor bij de duizenden internetactivisten die via social media oproepen tot fel protest, maar als het regent staat er niemand op de Dam. Ik hoor bij de nieuwe-media-helden, die veilig achter hun toetsenbord beschrijven hoe ze die jongen een flink pak rammel zouden hebben gegeven en het meisje als een held in hun armen zouden hebben gesloten.
Misschien is het wel een kwaal van iedere veteraan, het gemis een held te kunnen zijn. Geen stoere praatjes meer in de kroeg over je uitzending naar Afghanistan of een zware oefening in Noorwegen. Niet meer de prettige zekerheid van het blinde vertrouwen in, en de onvoorwaardelijke vriendschap van, je kameraden. Geen stoere camouflagepakken meer maar een te strakke hipsterbroek.
Ik ben in 2015 een toetsenbordcommando geworden en heb dat inmiddels geaccepteerd. Ik heb geen stoere verhalen meer voor in de kroeg en denk na over mijn eigen veiligheid en gezin voordat ik een meisje ga proberen te redden uit de greep van haar vriend door wie ze wordt mishandeld. Ik sta er bij en kijk ernaar. Maar voor mijn dochters is hun papa nog altijd een grote stoere held. Dat is mijn missie, een grote held blijven voor mijn dochters. Er voor ze kunnen zijn.
Had het meisje op de parkeerplaats maar zo iemand.