
Hoe een natuurverschijnsel in vijftig jaar werd gereduceerd tot één betekenis.
De regenboog heeft een probleem. Niet meteorologisch, het natuurfenomeen zelf functioneert nog prima, maar cultureel. Een symbool dat sinds mensenheugenis kosmische orde, goddelijke bescherming en vruchtbaarheid verbeeldt in culturen wereldwijd, wordt in bepaalde publieke contexten vandaag gemeden. Niet omdat mensen iets tegen kleuren hebben, maar omdat ze weigeren een boodschap te communiceren die niet de hunne is. Een natuurverschijnsel dat ouder is dan alle levende religies, werd in vijftig jaar gereduceerd tot één dominante betekenis, en wie die specifieke politieke of identitaire boodschap niet wil uitdragen, aarzelt om de kleuren te ‘dragen’.
Je zou het culturele amnesie kunnen noemen: een universeel symbool behandelen alsof het pas in 1978 betekenis kreeg. Symbolen tot slogans reduceren, alsof tijdloze wijsheid onzichtbaar mag worden omdat één beweging het symbool effectief heeft gemobiliseerd.
De regenboog was nooit van één groep. Hij kan dat ook niet zijn. Tenzij we spreken over de allesomvattende mens, dat bewustzijn dat zichzelf herkent in alle uitdrukkingen van het menselijk bestaan, dat niet verdeelt maar verbindt, dat niet claimt maar deelt. Wie dat vergeet, verliest niet alleen geschiedenis, hij verliest de mogelijkheid om te begrijpen hoe diep menselijke culturen met elkaar verweven zijn.
Wat de regenboog betekende, voordat hij 'van iemand' werd
In Kemet (Oud-Egypte) werd de regenboog in bepaalde interpretaties verbonden met Ma'at, de goddelijke orde die chaos in evenwicht houdt. Lichtbogen aan de hemel waren geen decoratie, maar bevestiging dat de kosmos functioneerde zoals bedoeld. De hemelgodin Nut overspande de aarde als een boog; elke verschijning van licht was een herinnering aan haar beschermende aanwezigheid.
Bij de Fon in Benin draagt de regenboogslang Dan Ayido Hwedo de wereld op haar rug en verbindt hemel en aarde, water en lucht. In Haïtiaanse Vodou leeft zij voort als Aida-Wedo, de lwa van vruchtbaarheid en regen. Wie haar heiligheid schendt, riskeert droogte. Bij de Zulu heet zij inkanyamba, een waterslang die zowel leven brengt als gevaar.
In Yoruba-traditie is de regenboog Osumare, de orisha die dualiteit belichaamt: mannelijk en vrouwelijk, regen en droogte, leven en dood. Wande Abimbola, Nigeriaanse Ifa-priester en geleerde, benadrukt dat Osumare het kosmische evenwicht bewaakt als levende kracht. In de Noordse mythologie is het Bifröst, de brug tussen Midgard en Asgard. In Griekenland is het Iris, boodschapper van de goden. In Genesis is het Gods verbond met Noach. In (vooral Tibetaans) boeddhisme kan de regenboog staan voor illusie en leegte, het hoogste niveau van spirituele realisatie, jalü: het regenbooglichaam, waarin materie oplost in licht.
Dit zijn levende betekenissen, gedragen door gemeenschappen die vandaag nog steeds rituelen uitvoeren, gebeden spreken en wijsheid doorgeven waarin de regenboog centraal staat.
1978: Een nieuwe laag
Toen kunstenaar Gilbert Baker in 1978 de eerste regenboogvlag ontwierp voor activist Harvey Milk, koos hij bewust voor een symbool van diversiteit. Acht kleuren, elk met een betekenis: seksualiteit, leven, genezing, zonlicht, natuur, kunst, harmonie, geest. Later vereenvoudigd tot zes, maar het idee bleef: vele kleuren, één geheel. Baker noemde het "een natuurlijk symbool van hoop". Hij claimde het niet als uitvinding, maar adopteerde het.
Wat volgde was een wereldwijde mobilisatie. De regenboogvlag werd hét symbool van LHBTQ+-trots, zichtbaarheid en solidariteit. Na bijna een halve eeuw is die vlag zelf een laag geschiedenis geworden. Ergens onderweg gebeurde iets merkwaardigs: de regenboog werd niet geassocieerd met LHBTQ+-identiteit, hij werd er in veel publieke contexten exclusief mee vereenzelvigd. Alsof de betekenis begon in 1978. Alsof alles ervoor was verdwenen.
Het gevaar van symbolische reductie
Scholen die regenbogen in hun decoratie gebruiken, worden soms gevraagd of ze een politiek statement maken. Bedrijven die regenboogkleuren in hun branding hebben, worden in bepaalde contexten verdacht van 'virtue signaling'. Ouders vragen zich af of hun kind nog wel gewoon van kleuren mag houden zonder dat anderen veronderstellingen maken.
Er zijn mensen die in publieke contexten bewust regenboogkleuren vermijden, uit weerstand tegen de veronderstelling dat zij een specifieke boodschap communiceren.
De bekrompenheid wordt duidelijk via een gedachte-experiment. Neem de Ankh, het symbool voor eeuwig leven uit Kemet. Vandaag wordt het wereldwijd gedragen door een groeiende beweging van mensen die zich verdiepen in spirituele wijsheid en oude geschiedenis, van Accra tot Amsterdam, van Lagos tot Londen, van Suriname tot de Verenigde Staten.
Stel dat de Ankh morgen wordt geadopteerd door een politieke beweging of commercieel merk. Stel dat het binnen tien jaar zo sterk met die nieuwe betekenis wordt verbonden dat mensen aarzelen om het te dragen. Dat anderen vragen: "Oh, steun je die beweging dan?"
Zouden we dan zeggen: "Jammer, het hoort nu bij iets anders"? Zouden we dan massaal stoppen met het dragen van een symbool dat tijdloze wijsheid vertegenwoordigt? Of zouden we zeggen: "Een symbool dat zo oud en veelzijdig is, laat zich niet reduceren tot één interpretatie"?
Het antwoord lijkt vanzelfsprekend, tot we beseffen dat we dit met de regenboog al gedeeltelijk hebben geaccepteerd.
Waarom meervoudigheid belangrijk is
Symbolen zijn gelaagde artefacten die betekenis accumuleren. Een symbool kan tegelijkertijd kosmische orde uitdrukken, vruchtbaarheid markeren, goddelijke verbinding tonen, een verbond bezegelen én diversiteit vieren.
De Keniaanse schrijver Ngugi wa Thiong'o waarschuwt voor symbolische toe-eigening: wanneer dominante culturen universele symbolen redefiniëren volgens hun eigen logica, raken ‘niet-dominante’ betekenissen gemarginaliseerd. Het effect is geheugenverlies.
Ook dit essay maakt keuzes. Het belicht betekenissen uit Afrika, Europa en Azië, maar laat onvermijdelijk andere tradities onbesproken, de regenboogslang in Aboriginal-culturen, de regenboog in pre-Columbiaanse cosmologieën, de betekenissen in Pacifische eilandculturen. Wat hier wordt voorgelegd is niet volledigheid, maar een principe: symbolen weigeren zich tot één betekenis te laten reduceren, en elke poging daartoe doet geweld aan cultureel geheugen.
Het argument is dat dominantie niet hetzelfde is als exclusiviteit. Een symbool kan door meerdere groepen tegelijkertijd worden gedragen zonder dat dit de geldigheid van andermans gebruik opheft.
De regenboog is een poort naar tijdloze wijsheid, een herinnering dat mensen door de eeuwen heen naar dezelfde hemel kijken en dezelfde kleuren zien, maar er verschillende verhalen in lezen.
Al deze betekenissen bestaan tegelijkertijd. Ze hoeven niet met elkaar te concurreren. De regenboog verschijnt na regen, wanneer licht wordt gebroken door water. ‘Hij’ behoort aan niemand. En daarom is hij van ons allemaal.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.