'Het scenario waarin de poortwachter zich ontwikkelt tot uitsmijter van alles wat niet markt en munt dient lijkt evident'
Vandaag wacht Frans Timmermans een vragenvuur in het Europees Parlement. Tijdens de hoorzitting toetsen de Europarlementariërs zijn geschiktheid voor het ambt van eerste vicevoorzitter in de nieuwe Europese Commissie, verantwoordelijk voor ‘betere regelgeving’. Timmermans wordt als het ware de poortwachter van de vergaderzaal van het Commissarissencollege. Die rol dankt hij aan de ‘subsidiariteitsexercitie’ die hij in Nederland als minister trok: alle ministeries onderzochten welke Europese regels beter naar het nationale niveau konden worden teruggebracht. Nu zal hij in Europese Commissie naar nut en noodzaak kijken.
Het is verleidelijk om ‘betere regelgeving’ als een cosmetische operatie te zien. Veel politici vertellen graag dat de Europese Unie op sommige terreinen een stap terug moet doen, maar die zogenaamde Europese bemoeizucht blijkt echter niet zo eenvoudig te staven met bewijs. Van de duizenden Europese regels belandden er uiteindelijk slechts 54 op het schraplijstje van de Nederlandse regering. Bovendien is het lijstje aangedikt met regels die niet overbodig maar te streng worden geacht, met regels die nog slechts de status van voorstel genieten of zelfs al zijn ingetrokken. Als alle grote woorden over subsidiariteit niet meer blijken te zijn dan politieke cosmetica om te verhullen dat Europese regelgeving blijft uitdijen, is het straks aan poortwachter Timmermans om uit te leggen waarom hij geen strenger deurbeleid voert.
Europese snijtafel Er is een ander scenario denkbaar. Cosmetische operaties lopen weleens uit de hand en kunnen blijvende littekens veroorzaken. Vooral de sociale, groene en democratische verworvenheden van Europa dreigen schade op te lopen. Het zijn overwegend rechtse regeringen en politici die zich verdringen om de Europese snijtafel. De meest kwetsbare Europeanen dreigen de verliezers te worden bij de Europese subsidiariteitsexercitie. Rechtse partijen hebben met de deregulering van de financiële sector de grootste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog uitgelokt. Het is nogal een gotspe: cynisch grijpt rechts die afkeer aan om nóg een dereguleringsoffensief in te zetten, ditmaal tegen de sociale en milieuregels van het bemoeizuchtige Europa. Betere regelgeving lijkt een dekmantel te zijn voor deregulering.
Frans Timmermans is in dit rechtse frame gestapt. Een denkkader waarin het volstrekt logisch is dat Brussel strenge begrotingsdiscipline afdwingt, Frankrijk onder druk zet om zijn pensioenen te hervormen en Griekenland prest om het drinkwater te privatiseren. Markt en munt boven alles. Als het gaat om de bescherming van mens en milieu is de boodschap: laat Brussel zich erbuiten houden, dan doen we wel nationaal. (Codewoord voor: dat doen we dus niet.) Zelfs bij overduidelijk grensoverschrijdende problemen als belastingontwijking of luchtvervuiling wordt de Europese bemoeienis gehekeld. En terwijl ambitieus beleid rond energiebesparing of duurzaam ons minder afhankelijk maakt van Poetin, blijken opeens Europese afspraken een aanslag op onze soevereiniteit.
Van poortwachter tot uitsmijter Uit een VVD-frame volgt een VVD-agenda. Wanneer je Timmermans hoort over “Europese bemoeienis” rond ecodesign en werkgelegenheidsbeleid dan lijkt het scenario waarin de poortwachter zich ontwikkelt tot uitsmijter van alles wat niet markt en munt dient evident. Ik verwacht meer van een sociaaldemocraat. En dat geldt waarschijnlijk ook voor zijn eigen partij, die bij de Europese verkiezingen drie zetels kreeg in ruil voor de belofte van een socialer Europa. Of Timmermans zich veel gelegen zal laten liggen aan kritiek uit het Europees Parlement is maar de vraag. Dat parlement leeft immers in een Brusselse Bubbel, volgens de kandidaat-eurocommissaris.
Het is te hopen dat Timmermans vandaag die bubbel weet te overtuigen dat hij niet alleen een Europa wil van markt en munt, maar juist ook van mens en milieu.