De Britse premier Theresa May hield dinsdag een toespraak om duidelijk te maken wat haar regering nou eigenlijk voor ogen heeft met de Brexit. Hoe hard wordt die beloofde ‘harde Brexit’ nou eigenlijk en hoe ziet Groot-Brittannië een nieuwe relatie met de Europese Unie voor zich?
Om te beginnen is Groot-Brittannië niet van plan onderdeel uit te blijven maken van de Europese gemeenschappelijke markt, zo liet May aan het begin van haar toespraak weten. Dat mag geen verrassing heten, aangezien May er al sinds haar partijcongres in oktober vorig jaar op hamert dat haar regering twee topprioriteiten heeft: het beperken van de immigratie en het zich losmaken van het Europese Hof van Justitie. Twee onderdelen die onlosmakelijk verbonden zijn met de open grenzen van de Europese Unie.
Eerder al hadden andere Europese leiders May erop gewezen dat om vrij te kunnen blijven opereren op de Europese markt, Groot-Brittannië zich aan de vier fundamentele vrijheden diende te houden: vrij verkeer van goederen, diensten, financiën en mensen. En dat, zo werd May te kennen gegeven, is alleen mogelijk door in de EU te blijven. Dat gaat niet gebeuren, liet May stellig weten. In plaats daarvan zei ze ‘de best mogelijke toegang tot de Europese markt na te streven, door middel van nieuwe, gedurfde handelsovereenkomsten te sluiten.’
Douane-unie en financiën Ook is May van plan Groot-Brittannië terug te trekken uit de Europese douane-unie, wat inhoudt dat Groot-Brittannië vanaf dat moment niet langer gevrijwaard is van import- en exportheffingen op goederen uit en naar de Europese Unie. Lidmaatschap van de douane-unie hangt niet per se samen met een EU-lidmaatschap – er bestaat ook een douane-unie tussen de EU en Turkije – maar een lid van die unie kan niet op eigen houtje handelsverdragen sluiten. Om die reden zal Groot-Brittannië zich daarom ook op dat gebied losweken van Europa.
Maar ook hier liet May direct weten wel van plan te zijn afspraken te willen maken met de EU om een compleet nieuwe douane-unie op te richten. May zei dat ze graag wil dat Britse goederen vrij verhandeld mogen worden op de Europese markt en andersom. De verwachting is dat Groot-Brittannië per sector afspraken wil maken met de EU. Zoals bijvoorbeeld in het geval van auto-onderdelen, die nu meerdere Europese grenzen overgaan voor het eindproduct gereed is. Extra belastingen op die onderdelen zouden funest zijn voor de Britse auto-industrie.
May bevestigde ook dat de Britse overheid een speciale afspraak wil voor de City of London, het financiële hart. Die afspraak moet Groot-Brittannië ‘de vrijheid geven om ook over de grens financiële diensten te verlenen’.
Immigratie May wond er geen doekjes om: de Britse grenzen moeten dicht. Wel zei ze nog altijd ruimte te willen maken voor ‘de knapste en slimste mensen om te kunnen studeren en werken in Groot-Brittannië’. Maar haar regering wil voortaan buiten Europa om kunnen bepalen hoeveel mensen er vanuit de EU het land in mogen. ‘Je kan de immigratie niet reguleren als er vrijheid van personenverkeer is,’ aldus May. Hoe May dit in de praktijk voor zich ziet met betrekking tot EU-inwoners, werd in haar toespraak niet duidelijk. Eerder al liet ze weten tegenstander te zijn van een puntensysteem. Binnen de regering wordt gesproken over werkvisa, maar vooralsnog zijn er geen concrete plannen aangekondigd.
Vloeiende overgang De Britse zakenwereld dringt er al sinds de bekendmaking van de Brexit op aan dat de overheid alles op alles zet om een overgangsperiode af te spreken met de EU. Zij vrezen voor een economische ramp bij een “harde Brexit”, waarbij het land in één keer de EU verlaat en alle afspraken direct komen te vervallen.
May liet weten dat ze weliswaar voorstander is van een afgebakende implementatieperiode waarin de nieuwe regels in werking kunnen treden, maar dat ze pertinent tegen een tussenfase waarin alles nog bij het oude blijft, terwijl Groot-Brittannië geen deel meer uitmaakt van de EU. ‘Er mag niks zijn dat ons half in en half uit de EU laat,’ zei May. En als het niet lukt om nieuwe afspraken te maken met de Europese Unie: ‘Geen deal is nog altijd beter dan een slechte deal.’