En de oplossingen, die liggen niet voor het oprapen
Nadat de oorlog in Syrië was uitgebroken opende de Turkse regering de grenzen voor vluchtelingen. Daardoor verblijven nu officieel iets meer dan een miljoen Syriërs binnen de Turkse grenzen. Het zijn er waarschijnlijk meer, want omdat alleen vluchtelingen worden toegelaten met een paspoort, en lang niet iedere Syriër daarover beschikt, is er ook een illegale vluchtelingenstroom op gang gekomen.
De omstandigheden in de kampen waar vluchtelingen in Turkije worden opgevangen stemmen internationale waarnemers tot tevredenheid. Het gaat er zeker beter aan toe dan in andere landen waar Syriërs hun heenkomen hebben gezocht.
Vluchtelingenstatus Turkije heeft wel zo zijn eigen benadering bij de opvang van vluchtelingen. Zo krijgen die de status van ‘gast’ in plaats van vluchteling. Dit betekent dat zij geen beroep kunnen doen op rechten die volgens internationale afspraken aan de vluchtelingenstatus zijn verbonden.
In andere opzichten voelt de Turkse staat zich evenmin gebonden aan regels rond vluchtelingenopvang. Zo dienen vluchtelingenkampen volgens die regels op minstens 50 kilometer afstand te liggen van de grens met het land waaruit de vluchtelingen afkomstig zijn. In Turkije bevinden ze zich op een veel kortere afstand van de grens met Syrië.
Taner Kilic van de Organisatie voor solidariteit met vluchtelingen (Mülteci-der) vraagt zich af waarom de opvang van de vluchtelingen met zoveel geheimzinnigheid is omgeven. In 2012 stuurde de regering een brief over de vluchtelingenopvang rond binnen haar eigen gelederen. Buitenstaanders, waaronder Amnesty International, werd inzage geweigerd. Toen de brief uitlekte bleek daar niets in te staan waar iemand een probleem mee zou hebben. Vanwaar die geheimzinnigheid?
Het duurde ook erg lang voordat NGO’s, media en oppositiepartijen toestemming kregen om de vluchtelingenkampen te bezoeken. Zo ontzenuw je geen geruchten dat er terroristen werden opgeleid voor de strijd tegen het regime van al-Assad. Zeker niet in combinatie met aanwijzingen dat de AKP steun biedt aan jihadisten in Syrië.
UNHCR Een ander punt is dat de regering de vluchtelingenopvang zoveel mogelijk in eigen hand wenst te houden. De vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties UNHCR wilde bijstand verlenen en drong daar zelfs op aan, maar Ankara weigerde het aanbod grotendeels. En dat terwijl de UNHCR toch veel expertise kent als het om de opvang van vluchtelingen gaat.
Later draaide de Turkse regering enigszins bij. Toen wilde men wel financiële middelen van de VN ontvangen voor de vluchtelingenopvang (wat ondertussen aardig in de papieren loopt, volgens de VN heeft Turkije daar ondertussen 3.5 miljard dollar aan uitgegeven), maar verdere assistentie wordt nog steeds beperkt geaccepteerd. Een mogelijke verklaring voor deze opstelling is dat de AKP de gelegenheid aangrijpt om te tonen dat Turkije een sterk land is en geen hulp van buitenaf nodig heeft. Wrijvingen De Turkse bevolking heeft problemen met de komst van de vluchtelingen. Aanvankelijk was dat alleen te merken rond de vluchtelingenkampen waar zich taferelen afspeelden die we ook uit andere landen kennen bij de komst van asielzoekerscentra. Naarmate de Syrische vluchtelingen zich over Turkije verspreiden ontstaan in andere delen van het land protesten. Op 13 juli jl. gingen duizend demonstranten in de stad Kahramanmaras de straat op om te protesteren tegen de Syriërs in de stad. Het bleef daarbij niet bij het verwijderen van Arabische teksten van winkels die door Syriërs zijn begonnen. Een Syriër in een auto werd door een woedende menigte aangevallen. Nadat de ruiten van het voertuig waren ingeslagen, voorkwam de gendarme erger door in de lucht te schieten. Een aantal demonstranten in Kahramanmaras vormden met hun vingers het teken van de extreemrechtse Grijze Wolven.
Een dag na de demonstratie in Kahramanmaras opende in de stad Adana een groep met stokken en messen bewapende jongeren de aanval op Syrische winkels. De winkeliers zou kort daarvoor te verstaan zijn gegeven dat zij de stad zo snel mogelijk moesten verlaten.
Istanbul Syrische vluchtelingen trekken ook naar de Turkse metropool Istanbul. 67.000 zijn er daar ondertussen. Volgens de officiële cijfers dan, want schattingen gaan tot 200.000. Sommigen onder hen vinden huisvesting en werk. Vaak is dat gezien hun kennis van de Arabische taal in de toeristensector. Istanbul is populair onder toeristen uit Arabische landen en Arabisch sprekend personeel is daarom welkom.
Anderen blijven werkloos en daardoor ook dakloos. Ze bivakkeren in parken en op straat. Op de stoepen van de wijk Fatih zitten rijen Syrische families te wachten op hulp van de religieus georiënteerde Istanbulus die hier wonen.
De onhygiënische omstandigheden waaronder de Syriërs zich in de openbare ruimte bevinden leiden tot zorgen, terwijl de ergernis groeit. Zoals over het toenemend aantal kinderen bij stoplichten. Die waren er al voor de komst van de Syriërs, want menig Turks gezin ziet zich gedwongen het kroost de straat op te sturen om aan het levensonderhoud bij te dragen. Dat doen ze door flesjes water of papieren zakdoekjes te verkopen. Het verschil met de Syrische kinderen is duidelijk, want die hebben meestal niets in de aanbieding en bedelen alleen.
Istanbuls gouverneur Hüseyin Avni Mutlu zei dat de kinderen gewaarschuwd zijn, dat ze niet mogen bedelen. Op 15 juli zei Mutlu dat hij de Syrische vluchtelingen op de straten van Istanbul terug wil sturen naar de vluchtelingenkampen in Zuid-Turkije. Desnoods onder dwang, voegde hij daaraan toe.
Probleem Toen de AKP-regering in 2011 de deuren opende voor Syrische vluchtelingen bestond de verwachting dat het regime van al-Assad binnen onafzienbare tijd ten val zou komen. Ook in Ankara werd daar vanuit gegaan. Als al-Assad eenmaal vertrokken was konden de vluchtelingen terugkeren.
Het liep anders. Een grootschalige militaire operatie in Syrië, waar de AKP op hoopte, bleef uit toen de westerse machten zich bewust werden van de dreiging die uitging van de tegen al-Assad strijdende jihadisten. Het einde van de oorlog is daarmee nog lang niet in zicht en een terugkeer van de vluchtelingen evenmin. Sterker, alles wijst erop dat hun vestiging in Turkije permanent is. De druk die daarmee op de samenleving komt te liggen tekent zich de laatste tijd steeds duidelijker af en te vrezen valt dat dit nog maar het begin is.
Kortom, Turkije zit met een nieuw probleem waarvoor de oplossingen niet voor het oprapen liggen.
Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012). Volg Peter Edel ook op Twitter.