
In het donker op de fiets door de stad met oortjes in. Na een gezellige avond in een restaurant alleen naar huis. Hardlopen na het werk terwijl het al schemerig wordt. Voor de meeste mannen zijn dit alledaagse handelingen, voor veel vrouwen is het een berekende afweging. Waar loop ik? Welke route zal ik fietsen, de snelste of toch een stukje om? Even appen of zij ook met het ov gaat zodat we samen kunnen gaan, anders pak ik toch maar even de auto.
De buitenruimte is officieel van iedereen. Maar in de praktijk voelt dat toch anders. Lopen op straat, fietsen door het park, reizen van en naar het station. Veel vrouwen geven aan zich onveilig te voelen zodra het donker wordt. Niet door concrete criminaliteit, maar door de constante alertheid die vrouwen hebben. Donkere straten, te fel verlichte bruggen, onoverzichtelijk geparkeerde auto’s, donkere tunneltjes, zaken die samen een groot probleem vormen: de publieke ruimte is niet gelijk verdeeld.
De buitenruimte in Nederland is historisch ontworpen door mannen, voor mannen. De naoorlogse wijken zijn ontworpen in een tijd dat vrouwen nog weinig werkten. Mannelijke ontwerpers bepaalden hoe de leefomgeving er toen uitzag en daarmee er nu uit ziet. In die tijd was het uitgangspunt niet gericht op vrouwen. Zij hoefden immers niet ver van huis en daardoor hoefde er geen rekening gehouden te worden met vrouwen. Niet vreemd dat vrouwen zich dus niet altijd thuis voelen op straat. De meeste vrouwen doen aan voorbereiding en hebben strategieën die zij toepassen voor wanneer zij zich onprettig voelen door de locatie waar zij zijn. Zoals doen alsof je met iemand belt, sleutels tussen de vingers houden, live locatie delen en standaard de vraag: Stuur je me een appje als je veilig thuis bent? Op die manier moeten vrouwen altijd extra handelingen verrichten en nadenken om zich veilig te voelen. De verantwoordelijkheid om je veilig te voelen wordt dus bij de vrouwen zelf neergelegd.
Om deze reden heb ik namens de progressieve beweging van GroenLinks-PvdA/Progressief Schiedam en in samenwerking met Dolle Mina “Schouwen met Vrouwen” opgezet. Op verschillende avonden gaan wij de wijken van Schiedam in om door de ogen van vrouwen te kijken naar de buitenruimte. Wijkagenten, ambtenaren, welzijnsorganisaties en uiteraard vrouwen gaan in groepjes verschillende locaties schouwen. Waarom voelt een bepaalde plek onveilig of onprettig aan? Wat zou er aangepast moeten worden om dat gevoel te verbeteren? We hebben ontzettende positieve reacties gekregen van veel vrouwen dat we deze actie hebben opgezet. Er wordt gereageerd met veel herkenning. Want de alertheid en voorzorgsmaatregelen die vrouwen nemen wanneer zij in het donker buiten zijn is voor velen zeer herkenbaar.
Straatverlichting, fietsroutes, openbaar vervoer, het is vaak afgestemd op werkverkeer en efficiëntie maar niet op veiligheidsbeleving. Dat verklaart waarom sommige parken donker blijven, waarom fietspaden door afgelegen delen lopen, tunneltjes donker en kil zijn of waarom veel vrouwen in het donker met de auto gaan waar een man de fiets zou pakken. En juist dat verschil in beleving is waar het vaak misgaat in het debat.
Afgelopen week noemde de fractievoorzitter van de VVD in Schiedam het initiatief “Schouwen met Vrouwen” een mooi initiatief maar wel een afleidingsmanoeuvre. Dit zou de aandacht moeten afleiden van het feit dat volgens hem de progressieve beweging niet echt voor de veiligheid van vrouwen zou opkomen in tegenstelling tot zijn partij. Zijn argument hiervoor was omdat GroenLinks preventief fouilleren stigmatiserend vindt werken en als standpunt heeft terughoudend te zijn in cameratoezicht: “Het moet goed beargumenteerd en weloverwogen ingezet worden en alleen als aanvulling van “blauw op straat” en niet als vervanging.”
Het VVD-raadslid gaf aan dat cameratoezicht voor de echte veiligheid van vrouwen zou zorgen want volgens hem zou met dit middel “idioten sneller worden gepakt en bestraft”. Hij wist zeker dat veel vrouwen het met hem eens zouden zijn en er onder lijden als het cameratoezicht niet wordt uitgebreid. Schiedammers, en in het bijzonder vrouwen, verdienen volgens hem boter bij de vis want de progressieve beweging levert duidelijk geen verbetering voor de veiligheid van vrouwen.
Ja en daar gaat het toch wel scheef. Een man die vertelt wat volgens hem vrouwen nodig hebben en wat vrouwen een veiliger gevoel geeft. En het initiatief dat door vrouwen zelf is georganiseerd, wegzet als een afleidingsmanoeuvre.
Het betoog van het raadslid gaat volledig voorbij aan wat vrouwen dagelijks ervaren. Het gaat hier namelijk niet om de excessen van intimidatie of criminaliteit. Het gaat om het standaard gevoel van onveiligheid dat vrouwen dwingt hun gedrag aan te passen. Het automatisch vermijden van plekken, donkere parken, sleutels tussen de vingers, voorbereid de deur uitgaan. Dat zijn geen overdreven reacties; het zijn instinctieve strategieën om met een omgeving om te gaan die niet voor hen is ontworpen.
Uit het onderzoek van Krista Schram, associate lector Publiek Vertrouwen in Veiligheid bij de Hogeschool Inholland, blijkt dat camera’s weinig soelaas bieden. Er wordt gedacht of gehoopt dat camera’s de ogen op straat kunnen overnemen, maar mensen en zeker vrouwen willen zien en gezien worden door andere mensen. Krista Schram stelt daarbij dat een camera juist het gevoel van onveiligheid kan versterken. Er kan een signaal van uitgaan dat het juist een onveilige plek is omdat er camera’s hangen.
Hoe cru is het dan dat de vrouwen die het initiatief hebben genomen, waarbij ze samen door de stad lopen om die onveilige en onprettige plekken in kaart te brengen, dat dit wordt weggezet als afleiding? Terwijl het juist een poging is om eens te praten over die andere vorm van veiligheid: sociale, voelbare, dagelijkse veiligheid.
Echte veiligheid voor vrouwen ontstaat pas wanneer fysieke veiligheid én ervaren veiligheid elkaar versterken. Een straat kan statistisch veilig zijn, maar toch onveilig voelen. En zolang mannen dat verschil niet erkennen, blijven vrouwen zich aanpassen aan een publieke ruimte die voor hen nooit vanzelfsprekend voelt.
De vraag is niet of vrouwen zich veiliger zouden moeten voelen, maar waarom ze zich nog steeds niet veiliger mogen voelen. Zolang vrouwen hun gedrag blijven aanpassen en hun initiatieven worden weggezet als symbolisch of als afleidingsmanoeuvre, blijven we hangen in een systeem waarin de straat van iedereen zou moeten zijn, maar het niet is.
Echte vooruitgang begint bij luisteren. Luisteren naar vrouwen die zeggen: “Ik voel me niet veilig, niet prettig, ook al zeggen de cijfers van wel.”
Pas als die woorden evenveel gewicht krijgen als een fouilleeractie of een extra camera, kan de straat eindelijk worden wat ze hoort te zijn: van iedereen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.