In Gent hebben studentenverenigingen samen met het stadsbestuur een doopdecreet ondertekend. Het is een vernieuwing van afspraken om initiaties veilig te houden en zonder overlast voor de omgeving. De woordvoerder van Jeugd en Onderwijs Elke Decruynaere (Groen) ontving in het stadhuis vertegenwoordigers van verenigingen.
In het geschrift staan regels waar verenigingen zich aan moeten houden, zoals een verbod op dronkenschap of naaktloperij, een verbod op het het gebruik van slachtafval, kadavers, bloed, levende gewervelde dieren of gevaarlijke producten. Ook verboden is ‘overdreven vernedering’ en ‘ongewenste intimiteiten’ en de consumptie van rauw vlees. Dat gedeelte werd toegevoegd toen studenten in 2014 ziek werden toen zij een goedje met kippenlever moesten eten. Verboden waarvan je zou denken dat die niet in een convenant vastgelegd hoeven worden.
Sinds 2010 heeft Gent het decreet voor alle erkende Gentse studentenverenigingen ingesteld. En ook enkele niet-erkende verenigingen. Het niet naleven van de regels kan leiden tot verlies van een erkenning en bijgevolg subsidies of van andere voordelen.
In een opiniestuk in de Standaard roept Joël De Ceulaer studenten op om nee te zeggen tegen ‘de doop’, oftewel de initiatie. Hij haalt gevaarlijke wanpraktijken van Vindicat in Nederland aan als voorbeeld van de absurditeit van de rituelen.
"De verleiding is groot om alleen de excessen te veroordelen. Om begrip te hebben voor de initiatieritus op zich, om zo’n doop zelfs amusant te vinden, zolang maar niemand halfdood wordt geslagen of verkracht. Misschien denkt u, beste eerstejaarsstudent, dat eigenlijk ook. Misschien laat u zich deze week toch maar dopen onder het motto: ach, het is zo voorbij en het is maar om te lachen. Misschien bijt u nu even op de tanden en denkt u alvast aan volgend jaar, want dan is het namelijk úw beurt om schachten te temmen en in te smeren met een cocktail van mosterd, ketchup en braaksel, dan is het uw beurt om uw stiekeme machtswellust eens te botvieren op de nieuwelingen.
Of misschien gelooft u wat de voorstanders van studentendopen altijd maar weer blijven verkondigen: dat zo’n ervaring een sterke band schept. Elke eerstejaars is aanvankelijk toch een beetje eenzaam en verdwaald, maar na die doop hoort hij of zij er eindelijk bij. Vergelijk het met wat vrijmetselaars na hun inwijding te horen krijgen: “Voortaan zijt gij nooit meer alleen.” En dat zal zeker waar zijn: samen vernederd en uitscholden worden, allemaal de voetzolen van de schachtentemmers moeten likken, rotte eieren eten, elkaar met uitwerpselen bekogelen en je broek moeten afsteken voor een brulaap die toevallig een jaartje hoger zit dan jij – mja, dat schept ongetwijfeld een band.
De vraag is: wilt u dat wel, op die manier een band scheppen? Zou het niet beter zijn als u dit jaar pertinent weigerde om die flauwekul te ondergaan? Zou het niet prachtig zijn als u het tijdperk van de holbewoner definitief durft af te stuiten, als de eerste generatie die de kuddegeest doorbreekt? Zelfs al bent u dit jaar in de minderheid: elke student die weigert om gedoopt te worden, draagt bij aan de vooruitgang van de menselijke soort. De elite van morgen Denk even mee na. Wat zou u tijdens zo’n doop precies leren? Welke waarden zouden u worden bijgebracht? Blinde gehoorzaamheid. Ontmenselijking. Groepsdenken. Bruut gezag. Ongepaste minderwaardigheid.
Alles, kortom, wat haaks staat op de beginselen van een moderne, verlichte rechtsstaat anno 2016. Daarom dus dit advies: verzamel al uw zelfrespect en zeg nee tegen de doop. Stuur die lui van het praesidium wandelen, wijs de schachtentemmers de deur. Als u daarin slaagt, zal de samenleving daar later wel bij varen.
U bent immers de elite van morgen. En als u nu nee durft te zeggen tegen misplaatste autoriteit, dan zult u dat later ook kunnen. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de partijvoorzitter als hij wil dat u een foute energiedeal met de Chinezen goedkeurt.
Dan zult u nee kunnen zeggen tegen fraude als iemand u op het foute pad dreigt te brengen. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de meute als iemand gepest wordt of verdacht wordt gemaakt. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de bankdirecteur als hij wil dat u de klanten rommelkredieten aansmeert. Enzovoorts, enzoverder. Enfin, de beschaving zal u dankbaar zijn.
Sterkte en succes!"
Of misschien gelooft u wat de voorstanders van studentendopen altijd maar weer blijven verkondigen: dat zo’n ervaring een sterke band schept. Elke eerstejaars is aanvankelijk toch een beetje eenzaam en verdwaald, maar na die doop hoort hij of zij er eindelijk bij. Vergelijk het met wat vrijmetselaars na hun inwijding te horen krijgen: “Voortaan zijt gij nooit meer alleen.” En dat zal zeker waar zijn: samen vernederd en uitscholden worden, allemaal de voetzolen van de schachtentemmers moeten likken, rotte eieren eten, elkaar met uitwerpselen bekogelen en je broek moeten afsteken voor een brulaap die toevallig een jaartje hoger zit dan jij – mja, dat schept ongetwijfeld een band.
De vraag is: wilt u dat wel, op die manier een band scheppen? Zou het niet beter zijn als u dit jaar pertinent weigerde om die flauwekul te ondergaan? Zou het niet prachtig zijn als u het tijdperk van de holbewoner definitief durft af te stuiten, als de eerste generatie die de kuddegeest doorbreekt? Zelfs al bent u dit jaar in de minderheid: elke student die weigert om gedoopt te worden, draagt bij aan de vooruitgang van de menselijke soort. De elite van morgen Denk even mee na. Wat zou u tijdens zo’n doop precies leren? Welke waarden zouden u worden bijgebracht? Blinde gehoorzaamheid. Ontmenselijking. Groepsdenken. Bruut gezag. Ongepaste minderwaardigheid.
Alles, kortom, wat haaks staat op de beginselen van een moderne, verlichte rechtsstaat anno 2016. Daarom dus dit advies: verzamel al uw zelfrespect en zeg nee tegen de doop. Stuur die lui van het praesidium wandelen, wijs de schachtentemmers de deur. Als u daarin slaagt, zal de samenleving daar later wel bij varen.
U bent immers de elite van morgen. En als u nu nee durft te zeggen tegen misplaatste autoriteit, dan zult u dat later ook kunnen. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de partijvoorzitter als hij wil dat u een foute energiedeal met de Chinezen goedkeurt.
Dan zult u nee kunnen zeggen tegen fraude als iemand u op het foute pad dreigt te brengen. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de meute als iemand gepest wordt of verdacht wordt gemaakt. Dan zult u nee kunnen zeggen tegen de bankdirecteur als hij wil dat u de klanten rommelkredieten aansmeert. Enzovoorts, enzoverder. Enfin, de beschaving zal u dankbaar zijn.