Studenten willen studeren
• 02-05-2011
• leestijd 3 minuten
Het motto “studenten zijn niet zielig” is geclaimd door Anne-Wil Lucas Smeerdijk, onderwijswoordvoerster van de VVD
Dat schrijft Sander Breur, Voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond. Hij gaat er in DeGids.fm live op Radio 1 over in debat.
Kijk en/of luister donderdag 28 april om circa 11:45 uur live via DeGids.Fm naar het debat
Studenten hebben als primaire taak studeren. Ze hebben niet de primaire taak om te werken, zoals leeftijdgenoten zonder studie wel hebben. Studenten financieel straffen terwijl elke euro die er in studenten en onderwijs gestoken wordt, er 2.5 keer weer uitkomt binnen een termijn van 5 jaar, is niet slechts kortzichtig. Het betekent dat je moedwillig de kenniseconomie en daarmee de ontwikkeling van je land afremt. Dat kán en mág geen liberaal standpunt zijn.
Dit betekent namelijk dat studenten meer gaan werken naast hun studie, ten koste van die studie, waarmee ze dus eer vertraging oplopen. Tevens zullen er minder nieuwe deeltijdstudenten, die in hun huidige functie onder hun niveau werken bijkomen. Er blijven dus meer mensen onder hun niveau werken, terwijl dat niet noodzakelijk is. Daarmee gooi je ongeneerd human capital weg en blijven deze mensen die méér kunnen, op plekken zitten die niet meer beschikbaar zijn voor mensen voor wie het wel het juiste niveau is. Dit is een algehele achteruitgang voor de kenniseconomie.
Tevens is het zo, dat met deze taalkundige vondst die weerstand tegen plannen bestempelt als zielig doen, het mogelijk is om elke wet in het hoger onderwijsland in te voeren zonder enige uitzonderingsregeling in te bouwen. Dit nieuwe dogma maakt korte metten met de verantwoordelijkheid van de overheid voor situaties waar de student geen schuld aan heeft.
Neem het voorbeeld van de vereenvoudiging van de studiefinanciering. Staatsecretaris Halbe Zijlstra stelt voor om studenten die geen enkel contact meer hebben met hun ouders geen aanvullende beurs te geven. Het gaat hier om de extreme gevallen waarbij er een hele goede en aanwijsbare reden is waardoor al het contact is verbroken. Het gaat hier bijvoorbeeld om jongeren die mishandeld zijn door hun ouders, wiens ouders opgenomen zijn in een kliniek of waarbij de ouders in het buitenland niet meer te traceren zijn.
Deze student noem je niet zielig, maar de situatie wel. Als je deze studenten een kans wil geven hieruit te komen dan moet je ze financieel ondersteunen. De regel dat de staat, de ouders en de student ieder een derde van de studiekosten op zich nemen, zou je voor iedereen moeten handhaven. Wanneer de ouders dan aantoonbaar die last niet kunnen of zullen dragen, ongeacht hun inkomen, moet je je verantwoordelijkheid als staat nemen. Doe je dat niet dan straf je de student om het feit dat zijn ouders hem mishandeld hebben. Dat is geen kwestie van de studenten zielig vinden, dat is een kwestie van kansen bieden.
De oplossing ligt in het accepteren van de student als algemeen kernmerk, maar wel met persoonlijke omstandigheden. Voor een groep van 650.000 studenten is érgens maatwerk vereist. Dus bied je individuele student(e) de kans om te studeren. Of je dat als overheid doet voor de ‘bildung’ of met economische motieven maakt dan weinig uit. Haal de student uit te simpele hokjes en bied maatwerk waar dat ervoor zorgt dat deze alles uit zich zelf kan halen om het meeste bij te dragen aan de Nederlandse maatschappij.