Luister niet naar Halbe Zijlstra, maar naar je hart
Staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft het gedurfd aankomende studenten advies te geven. De vrolijke langstudeerder ried in Utrecht eerstejaars aan om elk dubbeltje tien keer om te draaien, een gedachte die ongetwijfeld bij deze optimistische jongeren nog niet was opgekomen. Maar daar bleef het niet bij. Zijlstra had nóg een tip: zij moesten bij hun studiekeuze het toekomstperspectief in de gaten houden.
Je hoort het wel vaker: jongeren moeten ontmoedigd worden om studies te kiezen waar volgens de borreltafel (of organisaties uit het bedrijfsleven) geen droog brood mee te verdienen valt. Het vaderland heeft ingenieurs nodig, geen experts op het gebied van Akkadisch. Wie een vak studeert, waar geen maatschappelijke vraag naar bestaat, is bijna asociaal.
Vanuit deze gedachte hebben universiteiten en hogescholen allerlei combinatie-opleidingen in het leven geroepen waar zogenaamd wél vraag naar zou zijn. Bedrijfskunde is daar een voorbeeld van. Of Europese Studies. Of allerlei met economie aangelengde talenstudies. Het probleem daarbij is dat zo’n opleiding pas vier tot vijf jaar nadat de “behoefte van de maatschappij” gebleken is, de eerste afgestudeerden levert. In de tussentijd hebben zich dan onverwachte ontwikkelingen voorgedaan, zoals bezuinigingen op het onderwijs zodat die vraag naar leerkrachten bij nader inzien toch tegenvalt.
Zo’n combinatie-opleiding is vaak een antwoord op een momentopname. Daarmee kan je behoorlijk van een koude kermis thuiskomen. Bovendien kan het betekenen dat je met een graad in zo’n vak van veel onderwerpen een beetje weet maar van niets genoeg. Bezint eer gij met zo’n opleiding begint.
Veel studenten kiezen een opleiding waar ze later veel geld mee hopen te verdienen, ook als dat hun hart niet heeft. Daarom loopt het zo storm bij rechten en economie. De kans op mislukking is dan groot. Elke studie bevat een aantal onaangename en moeilijke onderdelen waar je niet zomaar doorheen komt. Welke dat zijn, hangt af van je talent en ook een beetje van je karakter. Om die hobbels te nemen, heb je een groot doorzettingsvermogen nodig. Dan is het vaak niet genoeg als je voor het geld studeert en niet omdat het gekozen vak je fascineert.
Daarom: kies een echt vak – geen moderne hutspot waar zogenaamd vraag naar bestaat – en dan uitsluitend het vak dat je fascineert. Ga alleen studeren, waar je werkelijk vanuit je hart en je ziel nieuwsgierig naar bent, waar je echt álles van wil weten. Dan nog is het moeilijk genoeg en kom je steeds weer struikelblokken op je pad tegen.
Maar je boekt wel succes. Dat komt het best tot uiting in een klassieke studierichting met een duidelijke kern. Het is een heel goed idee om tijdens je studie bij de keuze van bijvakken buiten je eigen faculteit te kijken. Dan stel je zelf een programma samen dat in dienst staat van je werkelijke fascinatie en ben je niet afhankelijk van een door de instelling als multidisciplinair verkochte gelegenheidscombinatie van studieonderdelen.
En het toekomstperspectief dan? In het hoger onderwijs leer je een bepaalde manier van analyseren, van te werk gaan, van oplossingen zoeken. Dat is het HBO-niveau of het academisch denk- en werkniveau waarvan in zoveel vacatures sprake is. En het zal je dan opvallen dat daarbij vaak geen specifieke opleiding wordt genoemd.
Luister niet naar Halbe Zijlstra, maar naar je hart. Studeer wat je fascineert.
Helemaal niet erg. Studeer dan ook niets. Zoek een baan. Leer een vak. Start een zaakje. Zoek een niche in de markt. Word rijk. Dat kan natuurlijk ook.