Het aantal vrouwen in de Tweede Kamer daalt, van 59 naar 52
Het is gelukt. Dankzij #stemopeenvrouw heeft de kiezer meer vrouwen in de Tweede Kamer weten te krijgen. Vrijdag werd bekend dat dankzij voorkeurstemmen Isabelle Diks (GroenLinks) toch een zetel krijgt. De in de Randstad vrijwel onbekende Leeuwarder wist zelfs in mijn thuisstad Rotterdam meer dan duizend stemmen binnen te halen. Dat zegt echt iets – in Rotterdam houden we namelijk niet zo van buitenlanders. Even leek het erop dat Isabelle Diks Lisa Westerveld van haar veertiende plek zou stoten. De partij behaalde immers veertien zetels. Maar ook de nummer veertien komt dankzij voorkeurstemmen in de Tweede Kamer. Het politieke spel is wat dat betreft hard: Paul Smeulders, de nummer dertien, delft het onderspit en moet opzoek naar een andere baan.
Ook PvdA’er Liliane Ploumen komt dankzij voorkeurstemmen in de Tweede Kamer, al denk ik dat Ploumen haar voorkeurstemmen vooral te danken heeft aan de voortreffelijke rol die zij speelde bij het opzetten van een alternatief internationaal fonds voor seksuele gezondheid en gezinsplanning, inclusief abortus. Ook wel bekend als ‘she decides’ of Ploumen4Girls.
Stem Op Een VrouwStichting Stem Op Een Vrouw lanceerde tijdens de verkiezingscampagne de gelijknamige actie. Achter de stichting gaat een groep mensen schuil van verschillende politieke kleuren en achtergronden, die de ‘ongelukkige representatie in de huidige politiek’ aan wilden kaarten en veranderen. De gouden tip van de stichting: stem je altijd op de hoogste vrouw op de kandidatenlijst? Doe dat deze keer niet: stem op een vrouw die zonder voorkeurstemmen mogelijk buiten de boot valt en zorg er zo voor dat ze toch in de Kamer komt. Een briljante actie. Ik zocht op basis van de peilingen per partij de rugnummers erbij en publiceerde deze op Joop.
Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik mezelf geen klein schouderklopje heb gegeven. Op de dag van de verkiezingen kreeg ik uit allerlei hoeken te horen dat kiezers mijn lijstje gebruikten om meer vrouwen in de Kamer te krijgen. Een vriendin stuurde me trots een screenshotje van een whatsappberichtje: via via kreeg ze het lijstje dat ik had opgesteld toegestuurd als tip. Een collega vertelde dat ook zijn dochter het lijstje met vrienden had gedeeld – niet wetende dat haar vader en ik op dezelfde vloer werken. Dat het lijstje en de actie van Stem Op Een Vrouw íets teweeg zou brengen, had ik gezien de overweldigende positieve reacties dus wel aan zien komen. Toch was ik tegelijkertijd ook behoedzaam. Ik kan het woord eigenlijk niet meer horen, maar het is wel zo: sinds de brexit en de verkiezingen van Donald Trump ben ik me maar al te bewust van de ‘filterbubbel’ waar ik in leef. Ik sta er niet van te kijken dat mijn vrienden en kennissen massaal op GroenLinks en de Partij voor de Dieren hebben gestemd, zo hipster geitenwollensokken en begaan met het klimaat is mijn omgeving. Dat zij te enthousiasmeren zouden zijn voor het idee dat het meer dan logisch is dat de Tweede Kamer – net als de samenleving – ook voor de helft uit vrouwen bestaat, wist ik eigenlijk ook wel. Maar ik hoopte op een domino-effect. Ik hoopte dat het niet alleen bij de progressieve partijen zou blijven, maar ook VVD’ers of CDA’ers nu eens zouden zeggen: genoeg is genoeg.
Maar dat is niet gebeurd en daarom gaat de vlag hoogstens half stok. Hoezeer Stem Op Een Vrouw geslaagd is, het conservatisme heeft gewonnen. Het conservatisme heeft zelfs zo sterk aan kracht gewonnen dat het aantal vrouwen in de Tweede Kamer nu op haar retour is. In de vorige samenstelling bestond de Tweede Kamer nog uit 59 vrouwen. Na deze verkiezingen daalt dat aantal naar 52. Van 38 procent vrouwen zakken we dus naar 35 procent. En met slechts één partij met een vrouwelijke lijsttrekker in de Tweede Kamer, is die voltooide emancipatie mijlenver uit zicht. In plaats van vooruit, zetten we stappen achteruit. Alleen bij de linkse partijen valt het mee. De conclusie die daaruit valt te trekken is simpel en hard: kennelijk is gelijkwaardigheid een links iets.
Vrouwen werken liever parttime Econome Barbara Baarsma zei een aantal weken geleden in De Wereld Draait Door dat het niet vreemd is dat de Tweede Kamer niet voor de helft uit vrouwen bestaat. Vrouwen werken zelden fulltime en het Kamerlidmaatschap is niet parttime te doen. Die redenatie lijkt logisch, maar is het niet. De Tweede Kamer hoeft geen afspiegeling van de arbeidsmarkt te zijn, maar zou een afspiegeling van de samenleving moeten zijn. En die samenleving bestaat min of meer uit 50% vrouwen.
Bovendien gaat het om slechts 75 Kamerzetels die door vrouwen gevuld zouden moetne worden. Het vinden van 75 vrouwen die geschikt en beschikbaar zijn om fulltime zitting te nemen in de Kamer zou geen probleem moeten zijn. Nederland telt namelijk ruim 6,5 miljoen vrouwen van 22 jaar of ouder ( CBS 2010 ). 75 vrouwelijke Kamerleden op 6,5 miljoen vrouwelijke inwoners is peanuts, daar kunnen geen ‘kwaliteit gaat boven kwantiteit’-excuusjes tegenop.
Een overzicht van het aantal vrouwen per partij. Percentages zijn afgerond: Aantal vrouwen in Kamer versus aantal vrouwen in top 10 lijst