Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Stap uit je echokamer waarin alleen het eigen gelijk weerklinkt

  •  
15-04-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
2212 keer bekeken
  •  
Mendes-Flohr0Frontispiece-e1573748735107

© Martin Buber Literary Estate

In het licht van de huidige ‘bubbelficatie’ van de samenleving – waar iedereen zich terugtrekt in de bubbel van het eigen gelijk – biedt de dialogische filosofie van Martin Buber de mogelijkheid om radicaal anders met elkaar om te gaan.

Volgens de Joods-Oostenrijkse filosoof en anarchist Buber (1878-1965) betekent menselijkheid wezenlijk mede-menselijkheid. Alleen door de dialoog aan te gaan, door volledig open te staan voor anderen in al hun andersheid, door ons aan te laten spreken en vanuit ons hart te antwoorden, worden we échte mensen. De “gehele mens”, aldus Buber, is “de mens mét de mens”, de dialogische mens. “Ik word mijzelf via jou”, zegt Buber, en: “Alle echte leven is ontmoeting.”

Kijken we vanuit Bubers dialogische filosofie naar onze tijd – het bubbel-tijdperk – dan moeten we concluderen dat onze (mede-)menselijkheid flink onder druk staat. De Russen en het Westen, de ‘complotwappies’ en de ‘sheeple’, links en rechts, de Israëli’s en de Palestijnen, de ‘klimaatwappies’ en de ‘klimaatontkenners’, de haves en de have-nots – iedereen zit in z’n eigen informatiebubbel, wereldbeeld, comfortzone, getto of gated community. Echte dialoog, dwars door bubbelwanden heen, vindt nog maar zelden plaats. Onze bubbels zijn echokamers waarin alleen het eigen gelijk weerklinkt. 

En daarmee boeten we aan medemenselijkheid in: de onmenselijkheid van Poetins oorlog getuigt daarvan. Ook los van deze oorlog zien we de ontmenselijking om ons heen: online scheldpartijen, psychotische complottheorieën, de hardvochtige behandeling van migranten en vluchtelingen, doodsbedreigingen, de verharding van het publieke debat op sociale media en in de Tweede Kamer – het zijn allemaal symptomen van een medemenselijke tekort.

De neoliberale schuim-samenleving

Vragen we naar de onderliggende oorzaak van dit tekort, dan komen we volgens de anarchist Buber uit bij het kapitalisme. Bubers anarchisme en kapitalismekritiek volgen naadloos uit zijn dialogische filosofie. Omdat we alleen dankzij elkaar echt mens worden, en omdat in de dialoog elke stem even zwaar moet tellen, is alleen een solidaire, absoluut democratische en anti-autoritaire samenleving volgens Buber een echt menselijke samenleving. 

In het kapitalisme heerst niet de dialogische “Ik-Jij-relatie”, aldus Buber, maar de instrumentele “Ik-Het-relatie”, waarin we de ander reduceren tot exploiteerbaar ‘ding’. De ander verschijnt niet als medemens maar als concurrent, als klant, als baas of als bron van arbeid. “Heeft niet de ontwikkeling van de moderne wijze van arbeid en privé-bezit bijna elk spoor [...] van de betekenisvolle Ontmoeting vernietigt?”, zo vroeg Buber zich al in 1923 vertwijfeld af, doelend op de kapitalistische wereldorde die toen nog maar in de kinderschoenen stond. 

Hoewel geen fan van het staatscommunisme van Marx – als anarchist had Buber geen fiducie in een van bovenaf opgelegde “dictatuur van het proletariaat” – deelde hij wél Marx’ analyse dat het kapitalisme de onstuitbare neiging heeft om traditionele gemeenschapsbanden af te breken en te vervangen door louter financiële relaties tussen ‘marktspelers’, die ook nog eens radicaal ongelijk in economische macht zijn. Het kapitalisme heeft “geen andere band tussen de mensen overgelaten dan die van het naakte profijt, van de hardvochtige ‘contante betaling’”, zo schreven Marx en Engels in hunCommunistisch Manifest (1848).

Daarin ligt de individualiserende tendens van het kapitalisme, dat ons van sociale wezens transformeert in losstaande individuen, die alleen nog vanuit financiële belangen met elkaar in contact treden. In de neoliberale globalisering van de jaren ‘90 kwam deze tendens tot een hoogtepunt, ingeluid door de beruchte uitspraak van Margaret Thatcher, de ‘Iron Lady’ van het neoliberalisme: “Er is niet zoiets als een samenleving, er zijn alleen individuen.” 

Met het neoliberale individualisme nam de bubbelficatie van de samenleving extreme vormen aan. Maximaal losgeweekt van zijn of haar sociale omgeving raakt elk individu opgesloten in de eigen bubbel, afgesloten van de buitenwereld door koptelefoons, schermpjes en gepersonaliseerde newsfeeds. Zo verwordt de geïndividualiseerde samenleving tot “schuim” (zoals de Duitse filosoof Peter Sloterdijk treffend zegt), een amorfe en losse samenhang van privé-bubbels. 

Voorbij individualisme én conservatisme

Voor Buber betekent deze doorgeslagen individualisering dat onze menselijkheid in het gedrang komt. Daarmee komt Buber in de buurt van het conservatisme dat in Nederland wordt uitgedragen door politici en filosofen als Baudet en diens leermeester Cliteur, al zijn de verschillen tussen Buber en het conservatisme uiteindelijk groter dan de overeenkomsten. Bubers anarchistische filosofie van de dialoog vormt een derde weg voorbij de tegenstelling van individualisme en conservatisme.

Het conservatisme – en het Russisch nationalisme van Poetin is daar een extreem voorbeeld van – stelt dat mensen zich alleen in vooraf gegeven gemeenschappen tot personen kunnen ontwikkelen en dus altijd relatief zijn aan een volk, cultuur of traditie. Het conservatisme draait als het ware de beruchte uitspraak van Thatcher om: “Er is niet zoiets als individualiteit, er zijn alleen samenlevingen.” Er zijn, kortom, geen individuen maar alleen Russen, Duitsers, Fransen, Chinezen, Engelsen, etc. 

Wat het conservatisme echter buiten beschouwing laat – en waar de anarchist Buber zich scherp van bewust was – is het feit dat etnisch-culturele eenheden geen natuurlijke of ‘door God gegeven’ collectieven zijn maar altijd veranderende sociale constructies die historisch ontstaan uit de dynamische machtsverhoudingen tussen mensen. De heersende normen binnen een bepaalde cultuur zijn niet zelden ook de normen van de heersende groep (zoals Marx zei: “de heersende ideeën zijn de ideeën van de heersende klasse”). Patriarchale culturen codificeren de macht van mannen over vrouwen. Etnocentrische culturen codificeren racistische machtsverhoudingen. 

Cultuur is in die zin nooit neutraal maar altijd een uiting van macht van de één over de ander. Dit geldt uiteraard ook – of zelfs bij uitstek – voor de door Poetin verheerlijkte “Russische ziel” waarachter het platte machtsstreven van Poetin zelf en zijn kleptocratische kliek schuilgaat. Het conservatisme sluit mensen op in de verstikkende eenheid van de etnisch-culturele gemeenschap waarin zij toevallig geboren zijn. En daarbinnen is geen plek voor radicaal afwijkende meningen of identiteiten. 

Vanuit Bubers dialogische perspectief kunnen we tegen het conservatisme inbrengen dat mensen zich weliswaar via sociale relaties tot personen ontwikkelen, maar dat het daarbij gaat om relaties die ‘grensoverschrijdend’ zijn. Voor Buber is persoonswording een dialogisch proces dat dwars door bubbelwanden heen breekt.Échte dialoog gaat over grenzen heen – landsgrenzen, bubbelgrenzen, etnisch-culturele grenzen, taalgrenzen, politieke grenzen, gender-grenzen en zelfs de grenzen tussen mens en natuur. 

Dialogische persoonswording vereist dat we ons volledig openstellen voor de ander in al diens andersheid. En dat lukt niet als we onszelf opsluiten – of laten opsluiten – in de overkoepelende eenheid van een collectief. Communicatie is dan geen dialoog meer maar een soort ‘collectieve monoloog’ waarbij weliswaar meerdere mensen betrokken zijn maar waar het eigenlijk de collectieve identiteit is die met zichzelf spreekt.

In de dialoog laten we ons aanspreken door de ander in al diens andersheid: zo blaast de dialoog elke collectieve identiteit op. Wat overigens niet wil zeggen dat de dialoog elke vorm van gemeenschap opblaast. Integendeel, de dialoog vestigt juist échte gemeenschap, aldus Buber. Geen gemeenschap die van bovenaf, door de heersende machten, wordt opgelegd, maar een medemenselijke gemeenschap die vanzelf en van onderaf, uit de oprechte dialoog tussen mensen, ontstaat. Een gemeenschap die gebaseerd is op wederzijdse afhankelijkheid én respect voor elkaars andersheid.

Naar een kritiek van de opdringerige media

Maar hoe herstellen we deze medemenselijkheid in het huidige bubbel-tijdperk? Vanuit een Buberiaanse blik vereist dit een scherpe kritiek op de rol die media in het hedendaagse kapitalisme spelen. Dialogisch gezien zouden media niets meer moeten zijn dan communicatie-media, d.w.z. bruikbare middelen die ons optimaal in staat stellen om elkaar te vinden, om elkaar in openheid te ontmoeten. Het grote probleem van onze tijd is dat de media níet op deze manier functioneren: ze scheiden ons juist en spelen ons tegen elkaar uit. Zoals de Russische staatsmedia de Russische propaganda-bubbel in stand houden en zoals volgens complotdenkers de zogenoemde “MSM” (mainstream media) de “sheeple” gevangen houden in hun schijnwereld, zo creëren sociale media als Facebook, YouTube en Twitter de informatiebubbels die groepen tegen elkaar uitspelen en opzetten.

In het kapitalisme zijn ‘de media’ allesbehalve neutrale doorgeefluiken van informatie maar op winst gerichte mediabedrijven die er financieel belang bij hebben om hun “gebruikers” een bepaalde kant op te sturen. Dat geldt niet minder voor de Russische staatsmedia, waarvan een substantieel deel in handen is van olie- en gasgigant Gazprom, als voor de westerse nieuwsmedia waar een handjevol conglomeraten bovenmatig veel invloed uitoefenen. Het duidelijkst echter verschijnt de kapitalistische verstrengeling van de media en de sturende werking van het Grote Geld in de sociale media. Door de digitalisering van de maatschappij zijn zij tot in de haarvaten van ons dagelijks leven doorgedrongen, waar zij echter door hun verdienmodel een ware verwoesting aanrichten. 

De sociale media halen hun historisch megawinsten uit advertentie-inkomsten, waardoor zij er alle belang bij hebben om hun gebruikers zo lang mogelijk aan hun schermpjes gekluisterd te houden, om hen – als vetgemeste paté-ganzen – zoveel mogelijk advertenties door de strot te duwen. Daarom zijn de sociale media zo verslavend, dat is precies de bedoeling. De media houden onze aandacht vast via gepersonaliseerde “feeds” die precies dat laten zien wat ons triggert, wat onze ego’s streelt, wat onze onderbuikgevoelens aanspreekt en wat onze vooroordelen bevestigt. En als onze aandacht eventjes verslapt, dan zijn de sociale media er als de kippen bij om ons via pushberichten tot de orde te roepen.

Sociale media die zichzelf opdringen en ons een bepaalde kant op sturen zijn geen communicatiemedia meer maar kapitalistische sturingsmechanismen. Een écht communicatiemedium fungeert als een “verdwijnende bemiddelaar” (zoals de marxistische filosoof Fredric Jameson dat noemt), dwz. een medium dat ‘oplost’ nadat het de gesprekspartners bij elkaar heeft gebracht. Daarom is gesproken taal zo’n goed communicatiemiddel, omdat de klanken na uitgesproken te zijn in stilte wegsterven – zouden ze dat niet doen, dan zouden ze als een ‘muur van geluid’ tussen ons in komen te staan, daarmee elke dialoog onmogelijk makend. Daarom zegt Buber: “Alleen wanneer elk middel is weggevallen komt de Ontmoeting tot stand.”

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.