In Slowakije heeft een rechts-extremistische politicus verkiezingen gewonnen. En in Hongarije is de rechtse regering al enige jaren een zorgenkind: corruptie en racisme zijn aan de orde van de dag, en van vrije media is al helemaal geen sprake. Dat kan niet. Het lidmaatschap van de EU betekent niet dat ‘de buit binnen is’ en dat een overheid vrijelijk fundamentele vrijheden kan inperken. Het lidmaatschap vereist onderhoud en controle. Ministers moeten elkaar durven aan te spreken in een Europese Unie met gedeelde waarden.
Er is veel aandacht voor grove schendingen van mensenrechten in Rusland. Terecht. De anti-homowet, de beperkte mediavrijheid en het arresteren van vreedzame demonstranten; het mag niet voorkomen in landen die zichzelf een rechtsstaat noemen. Helaas is er minder aandacht voor soortgelijke praktijken in onze eigen achtertuin
Dit weekend heeft een rechts-extremist genaamd Marian Kotleba onverwacht regionale verkiezingen gewonnen in Slowakije. Kotleba is gekozen tot president van de Slowaakse regio Banská Bystrica, voornamelijk omdat (volgens de Slowaakse premier Fico) de centrumrechtse partijen weigerden de andere kandidaat, de sociaaldemocratische Europarlementariër Vladimír Maňka, te steunen.
Kotleba is een voormalig middelbare-schooldocent en oprichter van de organisatie Slovenská Pospolitosť (Slowaakse Saamhorigheid), die als politieke partij werd verboden en doorging als burgerbeweging. Met name zijn demonstraties tegen de Roma zijn berucht. Gezien het verleden van Kotleba is het wachten op de eerste maatregelen die de rechten van Roma of andere minderheden in de Slowaakse regio aantasten.
De overwinning van Kotleba bevestigt helaas een trend van opkomend extremisme en tanend belang voor mensenrechten in Oost-Europa. Zo heeft in Hongarije de Fidesz-partij van Victor Orban sinds 2010 een absolute meerderheid. Orban maakte meteen gebruik van zijn ongekende machtspositie door een zeer omstreden nieuwe grondwet in te voeren, die onder meer de vrije pers aan banden legt.
Emine Bozkurt, Europarlementariër namens de PvdA, voert met andere Europarlementariërs al vanaf het begin van Fidesz’ onoorbare praktijken een lastige strijd tegen de mensenrechtenschendingen in Hongarije. Belangrijke tegenwerking komt van de Europese Volkspartij, de partij van Europese christendemocraten, waar behalve ons eigen CDA, ook de Hongaarse Fideszpartij deel van uitmaakt. Stevige moties van het Europees Parlement worden keer op keer afgezwakt door de rechts-conservatieve vrienden van Orban in het Europees Parlement.
Ook regeringsleiders blijven stil. Er lijkt een soort gentleman’s agreement te zijn: “als jij mij niet lastig valt met mijn sores, zal ik jouw niet aanspreken op de jouwe”. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn; alsof je je vrienden niet mag aanspreken op hun verkeerde beleid.
Het conceptverkiezingsprogramma van de PvdA is helder over Europa: het is een gemeenschap waarin ondanks culturele verschillen bepaalde waarden gedeeld worden. Het zou goed zijn als de regering en de Tweede Kamer het Europees Parlement ondersteunt in haar pogingen om Hongarije en – indien nodig – Slowakije aan te spreken. Minister Timmermans wordt regelmatig opgeroepen om zijn Russische ambtgenoot Lavrov aan te spreken op Russisch beleid. Waarom gebeurt dat niet ook met zijn Hongaarse collega János Martonyi? En als het nodig is moet dat ook gebeuren bij de Slowaakse oud-diplomaat en huidig minister van buitenlandse zaken Miroslav Lajčák.
Als de Europese Unie mondiaal een voortrekkersrol wil spelen op het gebied van de bescherming van mensenrechten, kan het niet anders dan dat in de eigen unie een compromisloze houding ten opzichte van de bescherming van fundamentele mensenrechten staat. In plaats van elkaar niet aan te spreken, moet er een cultuur ontstaan van elkaar juist wél aanspreken op het schenden van mensenrechten. Daarin is geen plaats voor het beschermen van ideologische zusterpartijen.
En ja, dat betekent dat wij als Nederland ook wel eens te horen zullen krijgen dat we bepaalde zaken beter moeten organiseren. Dat is helemaal niet erg, want daar wordt ons land alleen maar beter van. Maar dat betekent ook dat Europese landen niet meer wegkomen met schendingen van fundamentele mensenrechten. En dat zou alle Europese lidstaten best een kleine reprimande zo nu en dan waard mogen zijn.
Bernard Naron (@BernardNaron) is kandidaat-lijsttrekker voor de Europese verkiezingen van de PvdA.