Zegveld roept op tot een feminisme waarvan “álle vrouwen zich eigenaar voelen” maar vergeet daarbij voor het gemak dat er ook vrouwen zijn in Gaza en Soedan.
Door: Tessel ten Zweege & Emke de Jong
Op 10 maart publiceerde NRC het opiniestuk ‘Internationale vrouwendag is te elitair: ga terug naar de basis’. Een opiniestuk dat in maar 850 woorden toch zoveel audacity heeft weten te verpakken dat ik er versteld van sta, en een beeld heeft geschetst van een protestmars die ik compleet tegenovergesteld heb ervaren. Ik mocht namelijk een van de speeches verzorgen en zag, terwijl ik het publiek mocht toespreken, een kleurrijke manifestatie waarin elk protestbordje een schakel was die de verbinding legde tussen verschillende elementen van de feministische strijd. Een 20.000 mensen-tellende oproep tot solidariteit.
De schrijver van het stuk, Liesbeth Zegveld, is door de grootste Feminist March manifestatie ooit duidelijk op haar lange witte tenen getrapt. Een deel van de speeches op het podium werden namelijk gegeven in het Engels (hoewel elke speech in het Nederlands werd gepubliceerd op de website van de Feminist March voor wie er geen Engels verstaat), er werd aandacht gevraagd voor genderongelijkheid in Nederland én in Gaza én Soedan, klimaatproblematiek en de racistische karikatuur van Zwarte Piet. Mevrouw Zegveld vond het niet verbindend en ging verontwaardigd naar huis. Ze voelde zich niet thuis in een protestmars waarin haar ervaring eventjes niet de enige was die centraal stond.
De basis van feminisme ≠ de witte vrouw
Want, stelt Zegveld, “stonden we niet in de eerste plaats op de Dam met en voor de vrouwen dichtbij?” Ook roept de titel van het stuk op om “terug te gaan naar de basis”. Dit spreekt boekdelen over haar feminisme. Want wie bepaalt wat de basis van het feminisme is? Zegveld vraagt of we niet op de Dam staan voor “onze moeder, onze dochter, onze vriendinnen, onze collega’s, onze buren, onze stadgenoten?” Wat als je buurvrouw een vrouw met Soedanese roots is, voor wie feminisme vanzelfsprekend gaat over haar zusters in Soedan? Of je collega’s vrouwen zijn die zijn opgegroeid met seksisme én racisme zoals te zien in de karikatuur Zwarte Piet? Dan gaat feminisme ook over antiracisme en solidariteit met Kick Out Zwarte Piet. En klimaatproblematiek raakt wereldwijd vrouwen en meisjes het meest, dus waarom hoort dat thema niet thuis op de Feminist March?
Volgens Zegveld moeten we ons enkel bekommeren om dingen waar we invloed op hebben. Toevallig is Nederland met een aandeel van 0,35% de 44e grootste uitstoter van CO2 en Nederlandse bedrijven investeren bakken met geld in olie- en gasbedrijven die het klimaat om zeep helpen. Zoals de speech van het Collectief van Internationale Feministen al luidde: “Nederlandse bedrijven halen grondstoffen uit Latijns-Amerika terwijl inheemse vrouwen opdraaien voor de gevolgen voor het milieu.” Ook het afdoen van de humanitaire crises in Soedan en Gaza als een “te-ver-van-mijn-bed-show”, ontkent de internationale rol die de Europese Unie, en daarmee ook Nederland, hierin heeft. Daarnaast worden vrouwen hard geraakt door oorlogsmisdaden: zij krijgen te maken met verkrachting, moord en verminking. Dus hoezo zouden we hier als duizenden demonstranten op de Dam geen invloed op hebben? Zijn dat niet onze Nederlandse leiders en bedrijven die we ter verantwoording moeten roepen?
Inclusief voor wie?
Ook stelt Zegveld dat het feminisme van de Feminist March te elitair is, mede vanwege de Engelse taal, en niet toegankelijk voor praktisch opgeleide vrouwen, vrouwen buiten de randstad of voor wie Gaza “niet dichtbij is”. Haar pleidooi doelt dus voornamelijk op Nederlandssprekende vrouwen die wel buiten de ring wonen maar ook weer niet zo ver dat ze geen Nederlands verstaan. Voor vrouwen met een migratieachtergrond die worden achtergesteld op de arbeidsmarkt, is Engels vaak juist een toegankelijke taal. Niet alleen zij, maar 90 tot 93 procent van de Nederlanders begrijpt de Engelse taal.
Zegveld roept op tot een feminisme waarvan “álle vrouwen zich eigenaar voelen” maar vergeet daarbij voor het gemak dat er ook vrouwen zijn in Gaza en Soedan, Nederlandse vrouwen zijn die geen Nederlands spreken en dat een massa witte vrouwen niet voor iedereen voelt als “een vertrouwde omgeving die ze als de hunne erkennen”. Als je feminisme alleen opkomt voor “de vrouwen vlakbij” en je je niet thuisvoelt in een mars waarin we solidariteit uitspreken naar de vrouwen die lijden onder klimaatverandering, de vrouwen die sterven in een genocide, de vrouwen die onderdrukking ervaren op het kruispunt van racisme en seksisme, dan is het geen feminisme.
Tessel ten Zweege (1998) is auteur van de boeken 'Dat Zou Jij Nooit Toelaten', 'Voorbij de Verbijstering' & 'Femicide: Tot de dood ons scheidt'. Ze schreef, deed research voor en presenteerde de webserie 'Tessel In Cyberspace', over online activisme en identiteitspolitiek voor Omroep HUMAN. Ook is ze boekenredacteur voor ELLE en schrijft ze stukken voor OneWorld, Brandpunt+, LINDA.meiden en Het Parool.
Emke de Jong (2001) is researcher en masterstudent Gender Studies aan de Universiteit Utrecht. Ze doet research voor feministisch auteur Tessel ten Zweege over stigma rondom beperkingen en mentale stoornis voor o.a. het H’ART Museum en werkte mee aan de documentaire 'Blauwe ballen en andere verkrachtingsmythes’ (VPRO, 2025) over seksueel geweld van regisseur en activist Sunny Bergman.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.