Sloop niet, Hervorm
• 11-12-2010
• leestijd 4 minuten
Acht voorstellen voor de hervorming van de kunsten
Laat ik er maar niet omheen draaien: het is goed dat er eens grondig naar de kunst- en cultuursector wordt gekeken. Ik ken de ‘kunsten’ van binnenuit, en weet maar al te goed dat het beter kan, en moet. Maar hervormen doe je niet met een bommenwerper. En helaas is dat het voertuig waarvan het kabinet zich bedient.
Maandag kwam staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD) met zijn cultuurvisie. Een bedroevend verhaal. Niet alleen vanwege de historisch grote bezuinigingen, maar vooral vanwege de graatmagere visie. Zijlstra stelt dat er vooral subsidie moet gaan naar kunstuitingen ‘die publiek trekken’. Dat klinkt flink, maar dat is al jaren het beleid. Hij wil dat jongeren gemakkelijk van kunst kunnen genieten. Maar intussen schaft hij de cultuurkaart voor jongeren af, en komen scholen in de knel. Hij wil dat kunstinstellingen privaat geld aantrekken. Prima, maar vervolgens verhoogt het kabinet de btw, zodat er juist minder eigen geld kan worden verdiend.
Het meest bizarre voorstel is wel dat Zijlstra deze week de gehele sector de wacht aan heeft gezegd. Musea, orkesten en toneelgezelschappen mogen geen verplichtingen aangaan voor na 2013. Zij moeten wachten op de visienota van de staatsecretaris die pas volgend jaar verschijnt. Bizar, want het zijn juist de grote publiekstrekkers die een lange aanloop vergen. Door deze maatregel dreigt die voorbereiding volledig stil te vallen.
Het beeld is duidelijk: Het kabinet vliegt met een bommenwerper over het cultuurlandschap en werpt een duizendponder af. Waarna Zijlstra de bom wil naspringen om ’m alsnog richting te geven. En terwijl op de grond iedereen verstijft, moet Zijlstra in de vrije val, zich vastklampend aan de bom, zijn visie nog bedenken.
Natuurlijk, ook de cultuursector moet een bijdrage leveren aan de bezuinigingen. Maar dat die 1/3 van het budget moet inleveren is buitensporig. Extra wrang is dat de bezuiniging lijkt voort te komen uit allerlei misvattingen. VVD en CDA heulen met de populistische gedachte dat kunst en cultuur elitair en peperduur zijn. Feit is dat er meer mensen naar theater gaan dan naar voetbal. Feit is dat we in verhouding met het buitenland maar weinig geld uitgeven aan cultuur. Feit is ook dat, bijvoorbeeld, een gemiddelde werkende acteur minder verdient dan het minimumloon.
Veel grote kunstinstellingen genereren bovendien al veel eigen inkomsten, maar een steuntje in de rug zal altijd nodig zijn. Dat geldt al helemaal voor de nederlandse filmindustrie. Anders dan Amerika en Engeland, heeft Nederland maar een klein taalgebied. Zelfs de meest succesvolle, publieksgerichte Nederlandstalige film heeft daarom een beetje financiële steun nodig.
Moet dan alles het zelfde blijven? Nee. Het is hoog tijd dat er in de kunsten een hervorming plaatsvindt om bureaucratie, overaanbod en middelmatigheid te slechten. Maar het kan anders en beter.
1 Halveer de bezuiniging!
Om constructief te hervormen moet het bommendeken van 200 miljoen voorkomen worden. Halveer die bezuiniging naar 100 miljoen. Ook moet het kabinet terugkomen op de invoering van de btw-verhoging op cultuur.
2 Hervorm op kwaliteit!
Het lijkt logisch, maar helaas lijkt het kabinet kwaliteit nu niet als maatstaf te nemen. Met name het cda heeft een dogma gemaakt van regionale spreiding, waardoor het bij voorbaat onbespreekbaar wordt om ook matige kwaliteit in de regio aan te pakken. Dat dogma gaat overigens uit van een onterecht minderwaardigheidscomplex. Buiten de randstad zijn er veel hoogwaardige orkesten, prachtige musea en toneelgezelschappen. De regio is krachtig genoeg om de zwakkere broeders niet langer een hand boven het hoofd te hoeven houden.
3 Hervorm de kunstopleidingen!
Vanuit acteurs, dansers, musici en beeldend kunstenaars wordt al jaren aangedrongen op het beperken van de wilgroei aan kunstopleidingen. Er worden te veel mensen opgeleid, waar te weinig werk voor is. Bovendien moeten de vooropleidingen worden verbeterd, zodat nederlandse jongeren op topniveau kunnen wedijveren met buitenlandse studenten, die nu vaak veel beter zijn toegerust. Behoud ook de kunst- en cultuureducatie op scholen.
4 Hervorm de subsidies!
Op dit moment zijn de fondsen veel te bureaucratisch, te geheimzinnig en inflexibel. Voor de podiumkunsten zou het invoeren van een intendantschap zeer nuttig zijn. Deze intendanten kunnen in hun theater ruimte en geld toekennen aan jonge makers, zonder dat de hele papierwinkel doorlopen hoeft te worden. Weg met de vele tussenlagen, steun de makers! En ja, stimuleer ondernemerschap. Instellingen en kunstenaars die zelf geld weten te genereren moeten worden beloond.
5 Hervorm de vergaderorganen!
Nu is er een waaier aan overlegstructuren, sectorinstituten, adviesorganen die veel geld en tijd opslokken. Hef ze op, voeg ze samen, en we besparen geld en irritatie.
6 Hervorm musea en erfgoed!
Waar de regering hard wil ingrijpen bij de podiumkunsten, hebben ze een hek gezet rond musea en erfgoed. Feit is dat het grootste deel van het kunst- en cultuurbudget ontvangen. Juist in de museumsector is veel geld te besparen door betere samenwerking. Bij het beschermen van erfgoed (zoals kerken) kan ook veel bespaard worden door meer particulier geld aan te trekken.
7 Hervorm het internationaal cultuurbeleid!
Twee weken geleden publiceerde de raad voor cultuur hierover een snoeihard rapport. Bij culturele uitingen in het buitenland werken ministeries, provincies en gemeenten vaak volstrekt langs elkaar heen. Toen Nederland in 2009 de 400-jarige relatie met New York vierde, was dat vooral een duur feestje voor naar Amerika gevlogen Nederlanders. Zonde, want mits goed gedaan, kan goed cultuurbeleid het toerisme aanwakkeren en bedrijven naar Nederland lokken.
8 Investeer in het Nederlands product!
In de landen om ons heen is het volstrekt normaal dat theater– en muziekgezelschappen nieuw repertoire ontwikkelen. Ze geven schrijvers en componisten de kans stukken te schrijven en op te kweken tot volwaardige werken. In Nederland lijkt zo’n opdracht tot repertoireontwikkeling taboe. Waarom eigenlijk? Dit is juist bij uitstek een opdracht aan gesubsidieerde instellingen.
Dit is een historische kans: deze bezuinigingsronde zou kunnen worden gebruikt om de kunst en cultuursector op slimme wijze te hervormen. Het zou zonde zijn als de regering deze kans liet liggen door blinde bezuinigingswoede en heimelijke kwaadaardigheid. Sloop niet, hervorm!