Volgens opiniepeiler Maurice de Hond brokkelt de steun voor het afschaffen van de dividendbelasting in rap tempo af. Nog maar een op de zes ondervraagden liet hem weten achter het plan te staan, waar dat niet lang geleden nog een kwart was. Deze week werd bekend dat de maatregel nog meer zou moeten kosten dan aanvankelijk was gemeld; ruim twee miljard euro. Hierdoor is een gat ontstaan in de begroting van 600 miljoen euro. Tegen de NOS zei staatssecretaris Menno Snel van Financiën: ‘Het is een maatregel die geld kost, maar dat hebben wij ervoor over.’
Dat is opmerkelijk, omdat vooral Snels partij, D66, en het CDA lijden onder het zo vurig door premier Mark Rutte gewenste voorstel. Als er nu verkiezingen zouden zijn, verliezen die partijen respectievelijk een op de vijf en een op de drie kiezers die vorig jaar nog wel op deze regeringspartijen stemden. Voor de VVD, de partij van Rutte, heeft het idee duidelijk minder effect. Een ruime meerderheid van de stemmers op die partij zegt dat te blijven doen als de dividendbelasting van tafel gaat.
Het brengt de coalitie in een lastig parket. Een paard van Troje, zo mag het afschaffen van de dividendbelasting inmiddels wel genoemd worden. Mark Rutte heeft zo hard getrokken aan het binnenhalen van zijn cadeau aan enkele multinationals, dat zijn omgeving er kennelijk enorme last van heeft. Dit zou weer kunnen leiden tot het verlies van de meerderheid van de coalitie in de Eerste Kamer bij de verkiezingen, volgend jaar mei. Van de 75 zetels in de senaat bekleden de coalitiepartijen er momenteel 38.