'Virtuele kinderporno kan dienen als remedie en leidt uiteindelijk tot minder kindermisbruik'
Seksuologen Erik van Beek en Rik van Lunsen vinden dat pedofielen moeten kunnen beschikken over virtuele kinderporno. Hierdoor is de kans groot dat het echte kindermisbruik daalt. Ook wordt de markt voor kinderporno hierdoor geraakt. De twee doen hun pleidooi in dagblad Trouw.
Van Lunsen en Van Beek behandelen beiden mannen met pedofiele gevoelens. Lang niet elke patiënt zou zijn verlangens willen bevredigen door kinderporno of -misbruik, maar volgens Van Beek zouden de mannen die dat wel willen doen, geholpen worden door virtuele porno.
Het is een veilige manier om pedofielen hun impulsen en opwinding te laten reguleren. Nu zijn er pedofielen die kinderporno kijken om maar niet aan kinderen te zitten. Maar omdat dat illegaal is, worden ze vaak gestraft.
De seksuologen baseren zich op een aantal onderzoeken, waaronder één uit het tvoormalige Tsjecho-Slowakije van 1989. Het verbod op pornobezit werd na de val van het communistische regime opgeheven. Men vergat een uitzondering te maken voor kinderporno. In de tijd hierna daalde het aantal kindermisbruikgevallen van 2000 per jaar naar 1500. Een verband tussen de twee is nooit aangetoond, maar de daling zou wel aantonen dat kinderporno in ieder geval niet aanzet tot méér misbruik.
Van Beek:
Dergelijke onderzoeken spreken in elk geval tegen dat kinderporno zou aanzetten tot meer misbruik. Als het verbod op virtuele porno deels wordt opgeheven, kan uit effectonderzoek blijken of het echt werkt.