Zolang het geweld niet stopt, blijft het dweilen met de kraan open
Stel je voor: het is oorlog. Losgeslagen milities doorkruisen het land. Op een nacht wordt je voordeur open getrapt. Je ouders voor je ogen gedood. Het huis in brand gestoken. Je dochtertje van twee en jijzelf verkracht. Vijf-zes mannen, om de beurt. Wat zij zelf nog niet kapot hebben gemaakt, voltooit de stok (een mes, brandend plastic) die ze naar binnen rammen. Voor dood laten ze je achter, op weg naar hun volgende slachtoffers. Het is dagelijkse realiteit in de door geweld en armoede geteisterde Democratische Republiek Congo (DRC), waar rebellengroeperingen en regeringsleger strijden om de macht over de mineralen (diamant, koper, zink en coltan) waar Oost-Congo zo rijk aan is.
“Als we stoppen voor anderen te lijden, stoppen we met mens te zijn”, zegt dr. Denis Mukengere Mukwege (Bukavu, 1 maart 1955) in de documentaire ‘The man who mends women- the wrath of Hippocrates’. Het zegt iets wezenlijks over de drijfveren van deze Congolese chirurg, gynaecoloog en mensenrechtenactivist die zich – met gevaar voor eigen leven en ten koste van een normaal gezinsleven – al jarenlang inzet voor de slachtoffers van groepsverkrachtingen en seksueel geweld.
In 1999 stichtte dr. Mukwege in Bukavu het Panzi hospitaal, bestemd voor gynaecologische en verloskundige zorg en de gezondheidszorg voor moeder en kind. Zoals vaker in zijn leven – de documentaire brengt die sleutelmomenten fraai in beeld – zou het anders lopen. Zijn eerste patiënt was slachtoffer van een brute verkrachting.
Sindsdien heeft dr. Mukwege met zijn team meer dan 40.000 slachtoffers van seksueel geweld ‘opgelapt’, een specialisatie waarin hij wereldwijd als expert wordt beschouwd. Dat klinkt cru, ‘oplappen’. Maar de inwendige schade van het seksuele geweld en de genitale verminkingen is vaak zo onherstelbaar groot dat vrouwen vaak twee-drie keer onder het mes moeten, soms zelfs vaker. En dan nog zal hun lichaam nooit meer de oude zijn. Kinderen krijgen is vaak niet meer mogelijk, vrijen evenmin.
De documentaire volgt in de eerste plaats het werk en het leven van deze bevlogen mensenmens. In dit sympathieke portret vertelt Mukwege over zijn vader die predikant was, zijn keuze om medicijnen te studeren en waarom hij na zijn specialisatie in Frankrijk besloot om naar zijn land terug te keren. Je ziet hem pleiten voor vrouwenrechten en maatregelen tegen seksueel geweld. Dat doet hij voor gremia zoals de Verenigde Naties (2008, Mensenrechtenprijs van de V.N.) en het Europese Parlement (2014, Sacharov-prijs voor de vrijheid van denken). En dat doet hij in de Congolese dorpen waar hij de mannen probeert te overtuigen van de noodzaak om “onze moeders, onze zussen en onze dochters – de kinderen zijn onze toekomst” voortaan met rust te laten en te beschermen.
In de tweede plaats geeft de documentaire de slachtoffers ruim baan om hun ellendige verhaal te vertellen. Discreet op de rug gefilmd zie je ze snikken. Ontroostbaar, vernederd. Vaak verstoten door de familie en de dorpsgemeenschap die van oordeel zijn dat zij het ‘aan zichzelf te danken’ hebben. De vrouwen zijn lichamelijk en psychisch kapot. Deze fysieke en psychologische vernietiging is volgens Mukwege het vooropgezette doel. Hij beschouwt de groepsverkrachtingen en het seksueel geweld als een massavernietigingswapen dat de lokale bevolking wil traumatiseren, intimideren en uit hun dorpen verjagen, zodat de minerale rijkdommen in Oost-Congo ongehinderd geroofd kunnen worden.
Zolang het geweld niet stopt, blijft het dweilen met de kraan open. Lang heeft dr. Mukwege dan ook ervoor gepleit om de daders te vervolgen en berechten. Nadat duidelijk was dat de regering in Kinshasa nauwelijks eraan trok, is hij zich meer gaan richten op het empoweren van de slachtoffers. Hun zelfbeeld is vernietigd, hun toekomstverwachtingen aan flarden. Naast het ‘oplappen’ zorgt het Panzi hospitaal daarom ook voor juridische en psychosociale ondersteuning. Mukwege probeert de vrouwen te bewegen om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen toekomst, zodat ze kunnen resocialiseren en rehabiliteren. Soms zie je in de film het resultaat van die inspanningen. Dat is om blij van te worden.
En dat is het knappe van de documentaire ‘The man who mends women’. Hoewel het thema loodzwaar is, is de film dat niet. Deels komt dat door de lange shots van paradijselijke landschappen en woest Afrikaans natuurgeweld die tussen Mukwege’s publieke optredens, redevoeringen en interviews zijn geweven. Deels is het te danken aan de muziek die nu eens klaaglijk, dan weer opzwepend, altijd hemels klinkt. En het komt door de charismatische Mukwege, zijn bevlogenheid en de hoop die hij zijn patiënten èn de toeschouwers – ondanks alles – weet te geven.
Aan het slot van de documentaire zegt hij, gebarend naar het schitterende uitzicht over de rivier Ozizi en het drielandenpunt van Rwanda, Burundi en Congo: “Deze drie volkeren hebben leiders nodig die begrijpen dat de enige oplossing is elkaar te verdragen en samen te leven. Het is een plek waar mensen zichzelf kunnen helen. In deze natuur, bergen en heuvels die zo ontzettend mooi zijn. Zullen we ooit in vrede leven in dit uitgestrekte, rijke land? Een magnifieke land.” Je hoopt het met hem. Vurig.
‘The man who mends women- the Wrath of Hippocrates’ is de keuze van actrice en presentatrice Hanna Verboom. De documentaire te zien op het Movies That Matter festival op zondag 26 maart 2017 om 21.15 uur in het Filmhuis Den Haag. Voorafgaand aan de film legt Hanna Verboom haar keuze uit.