Schuldig aan 'Best Belangrijk'
• 17-11-2013
• leestijd 3 minuten
Nergens zijn de oude politieke verhoudingen tussen links en rechts zo actueel als in Europa
De interesse voor Europese politiek is matig, zelfs bij dat gedeelte van de Nederlanders waarbij juist betrokkenheid verwacht mag worden: de leden van de politieke partijen. Dat Europese politici en hun partijen er niet in slagen meer interesse op te wekken, kan hen dan ook aangerekend worden. Maar ook de overheid slaagt niet in haar pogingen de Nederlandse bevolking tot meer betrokkenheid aan te sporen.
Lex Oomkes beschreef in Trouw dat er al geruime tijd pogingen worden ondernomen om Europa interessanter te maken. In tegenstelling tot wat hij zegt is de campagne ‘Europa, best belangrijk’ echter niet verzonnen voor het referendum van 2005. Deze campagne was bedacht om aandacht te vragen voor het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in de tweede helft van 2004. Ik kan me dat goed herinneren, want ik was medeschuldig aan die campagne.
Hoewel we er toen niet in geslaagd zijn de juiste toon te vinden, was de inzet van die campagne juist en actueel: namelijk door middel van concrete en tastbare voorbeelden te laten zien waar Europa relevant is. Dus niet alleen door in herinnering te brengen dat we een lange periode van vrede kennen, dat Europa heeft bijgedragen aan stabiele staten na de val van de muur en dat de samenwerking ons welvaart heeft gebracht. Maar door te laten zien hoe die Europese samenwerking ons dagelijks leven beïnvloedt. Het grootste gedeelte van het Europees beleid wordt immers in samenwerking met nationale en lokale overheden uitgevoerd; om innovatie te stimuleren, doorstroom van verkeer te bevorderen, landbouwbeleid uit te voeren en negatieve aspecten ervan te verminderen. Europa is overal, zichtbaar, tastbaar, en daarmee dus ‘best belangrijk’.
Noodzakelijk
Het is nog steeds noodzakelijk om Europa concreter en zichtbaarder te presenteren. Politici die het Europese probleem beperken tot de grote discussies over crisis en banken dragen bij aan het beeld dat het allemaal de menselijke schaal ontstijgt. Niet alleen schept dat een onjuist en eenzijdig beeld van waar Europa zich mee bezighoudt, maar het slaat ook de basis weg onder het functioneren van de Europese politiek. Immers: politici manoeuvreren zich in een positie waarin ze zeggen dat zij er wel even voor gaan zorgen dat die problemen opgelost worden. Natuurlijk leidt dit tot teleurstellingen. Zo dragen ze onbedoeld bij aan de meta-werkelijkheid van de politieke elite die Oomkes beschrijft: een groep mensen die met grote woorden hard roept, niets oplost en vooral met zichzelf bezig is.
Geploeter Wat we nodig hebben is, zoals Hendrik Jan Schoo het noemde, het ‘feminien geploeter’ waar bestuurders doorgaans weinig geduld voor hebben maar waar gewone burgers sterk aan hechten: concrete voorbeelden van wat Europa betekent op het gebied van onderwijs, gezondheid, consumenten- en milieubescherming, waar bovendien politieke keuzes bij te maken zijn. Rechtse partijen kiezen hierbij voor mogelijkheden voor het bedrijfsleven; linkse partijen komen op voor duurzaamheid en bescherming van werknemers. Nergens zijn de oude politieke verhoudingen tussen links en rechts zo actueel als in Europa.
Best belangrijk Als de verbinding tussen lokale projecten en Europees geld niet gemaakt wordt, lokale bestuurders alleen maar doen alsof er gratis geld uit Europa komt en Europese bestuurders denken dat ze door het beschikbaar stellen van geld de problemen opgelost hebben, zal het vertrouwen in het Europese project niet toenemen. In het zichtbaar maken van Europees beleid hebben lokale en Europese bestuurders een belangrijke rol. Europa is nog steeds ‘best belangrijk’: belangrijk genoeg om niet alleen aan Europese politici over te laten.