Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Schermklevers

  •  
03-11-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
1158 keer bekeken
  •  
smartphones

Het is niet ondenkbaar dat antropologen met een jaartje of twintig een nieuw menstype zullen toevoegen aan het brede spectrum van de door hen gedetermineerde sociale groepen. Deze subgroep kenmerkt zich door hun obsessieve fixatie op het alwetende kleine scherm. Ik opteer daarbij nu alvast voor de wetenschappelijke classificatie; de Homo mobilus non-interruptus. In hun verstilde devotie gelijken zij op intellectuelen die zich het hoofd breken over de grote wereldvraagstukken, maar die werkelijkheid is helaas weerbarstig anders.

Kent u misschien mensen die ‘smarter’ zijn geworden van hun ‘phone’? Wél is inmiddels het algemeen vocabulaire verschraald, zijn sociale netwerken verarmd en schreeuwt het gestresseerde onderwijs moord en brand omdat leerlingen steeds meer moeite hebben met lezen, schrijven en ‘verbanden leggen’. Vooral dat laatste intrigeert, want is ‘verbanden leggen’ niet de meest kernachtige omschrijving voor de elementaire werking van het menselijk brein? Een serie van associatieve vermogens die leiden tot besluitneming, vaardigheden en algehele ontwikkeling van het intellect?

Ter illustratie van bovenstaand de reactie van een wanhopige leraar: leerlingen zitten inmiddels niet meer mét elkaar maar naast elkaar in de klas. Een subtiel maar cruciaal verschil. De gemiddelde tijdsbesteding van hun ‘wakkere tijd’ aan schermpje kijken is inmiddels 25%. Zes van de tien raadpleegt het apparaat binnen vijf minuten na het wakker worden en zeven van de tien neemt het ding mee naar de wc, doodsbang een bericht te missen. Jonge mensen zijn nu eenmaal slecht opgewassen tegen groepsdwang. Volwassen gebruikers hoeven zich overigens niet rijk te rekenen, hun gebruikstijd én gedrag liggen inmiddels op hetzelfde niveau.

Verslavingsgedrag is sowieso de grootste gemene deler binnen de gebruikersgroep. Paniek in de ogen bij een verminderd bereik of de onmogelijkheid tot opladen leidt tot een bezweet gelaat, verhoogde hartslag, en vertoond daarmee duidelijke parallellen met algeheel patiëntengedrag. Een wat romantischer voorstelling van zaken is misschien die van een kudde gazelles die zich bij het minste of geringste geluid of zweempje geur van een roofdier massaal in beweging zet. Een verpletterende gelijkenis met die van de smartphone-gebruiker die als aan zijn hasjpijp vergroeid diezelfde adrenaline-piek bereikt. Alle aandacht is permanent, en in iedere situatie, gericht op het scherm. In de wurggreep van de social-media is de gebruiker zich aanzienlijk minder van de realiteit bewust en daardoor een bron van irritatie voor de ander én vooral een gevaar voor zichzelf. Immers, daar waar de aandacht niet gericht is op de medemens maar op een onnozel apparaat heeft die ander eerder de neiging tot negeren dan een gesprek aan te gaan. Ook is de onophoudelijke aandacht voor de roep van de ringtone een zware concurrent voor concentratievermogen en alertheid. Kortom; geen spuigat groot genoeg voor het leed dat smartphone heet.

Volgens het openbaar ministerie heeft de mobiele telefoon inmiddels ook de dubieuze status van serial-killer bereikt: 600 doden per jaar worden toegeschreven aan mobiele telefonie in het verkeer en gebruik dient inmiddels gereguleerd middels wetgeving. Men dempt in Nederland over het algemeen graag putten als de kalveren reeds lang zijn verzopen.

Met een wezenloze blik, al dan niet voorzien van ear/airpods werpt de gebruiker zich als een lemming in de verkeersafgrond. Bruikbare beeldspraak voor marketeers die als geen andere beroepsgroep begrijpt wat de werkelijke reikwijdte van deze meedogenloze marketingtool nu eigenlijk is.

Kuddegedrag in iedere denkbare vorm is uiteraard de essentie van het begrip ‘marketing’ die zich dan ook binnen no-time meester maakten van dit communicatiemiddel. Het oorspronkelijke doel van ‘mobiel telefoneren’ geldt allang niet meer. De mobiele moppentrommel verschaft inmiddels ongelimiteerd toegang tot het internet en alle mogelijke aanverwante diensten en verleidelijke eye-candy. Na de aanvankelijke ontginning van het grootgrondgebied commercieel entertainment is het apparaat namelijk ook portaal geworden tot de rest van de virtuele wereld en onder de vrolijke dekmantel van ‘gezellig foto’s en filmpjes delen’ werd het ding betaalmiddel, agenda en sleutel op velerlei digitale sloten. Het apparaat heeft kortom een onafhankelijkheid teweeg gebracht bij een zeer grote groep die zich daardoor grotendeels voortbeweegt in een zelf gecreëerde schijnrealiteit. Daarbij heeft het hypnotisch effect van de schermpjes de gebruiker een deel van zijn eigen geheugen doen inruilen voor dat van het mobiele digitale brein. Ook ons virtueel geheugen is daarbij flink aangetast.

Waar we vroeger vijf foto’s per jaar maakten, flitsen we nu minstens vijf keer per dag in het rond. Opvallend fenomeen daarbij is dat meestal dezelfde foto met dezelfde lachende mensen op soortgelijke locaties genomen wordt. Tragisch hoogtepunt vormt hierbij de zogenaamde ‘selfie’. Om onszelf te herinneren wie en waar we een paar seconden geleden waren maken we meermaal daags een zelfportretje. Bijzonder gedrag dat op zijn eigen vrolijke wijze ontspoorde en onze taal verrijkte met begrippen als ‘dickpic’ en ‘(slut-)shaming’.

Feitelijk zijn onderzoeken, cijfers en statistieken overbodig geworden. Één blik op willekeurig welk moment, waar dan ook leert dat een heel geestelijk verzeept en verweekt volksdeel zichzelf op deze wijze isoleert. Het laatst toegevoegde component tot totale vervreemding van medemens en omgeving is daarbij de opvolger van de ooit populaire walk- en later discman; de ‘ear/airpods’ of in de volksmond ‘oortjes’. (Laat u zich overigens niet foppen door deze straattaal, de bedoelde dopjes bevinden zich wel degelijk ín het oor).

In totale afzondering is men nonstop in verbinding met elkaar, muziek en uiteraard het internet en zelfs in restaurant en café is het instrument vaak machtiger dan de communicatieve vermogens van het individu van vlees en bloed. Verstrooid en ontregeld gedrag door een permanente nieuwsstroom, trivialiteiten, het volgen en ‘liken’ van volstrekt onbekende ‘derden’ zijn kenmerken van deze geheel nieuwe verschijningsvorm.

Overcommunicatief gedrag is nu wellicht nog een onbestaand begrip maar omschrijft kort en bondig de huidige situatie. Een schrijnende slotconclusie daar, met name de grootstedelijke mensheid, zich ondanks deze ‘overcommunicatie’ geïsoleerder en eenzamer voelt dan ooit. “No-one is watching each other and Big Brother is watching us all”.

‘Smart’-phone?

Meer over:

opinie, smartphone
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.