Hevel de taken over naar een internationaal leger, bijvoorbeeld op EU-niveau
Minister Hillen moet miljarden bezuinigen op defensie. Een mooie gelegenheid om het nationale leger te ontmantelen: ons grondgebied verdedigen hoeft niet meer, de internationale rechtsorde kan beter door EU-militairen worden beschermd, en terrorismebestrijding is een taak voor de (inter)nationale politie.
Minister Hillen moet ruim 1 miljard bezuinigingen zien te realiseren op de defensiebegroting. Bovendien kampt defensie met een exploitatietekort van zo’n 350 miljoen. Bezuinigen op defensie is populair: het defensiebudget is gestaag doch onafwendbaar gedecimeerd door achtereenvolgende kabinetten van diverse politieke snit. Deze nieuwe bezuinigingsronde leidt er volgens defensie-experts toe dat het leger niet meer aan haar drie belangrijkste taken toekomt: de verdediging van de landsgrenzen, het handhaven van de internationale orde en het bestrijden van (inter)nationaal terrorisme.
De vraag is of dat zo erg is, en of iemand daar wakker van moet liggen. Laten we de drie taken eens kritisch tegen het licht houden. Het Nederlandse leger is – zeker traditioneel gezien – bedoeld om de landsgrenzen te beschermen tegen oprukkende buitenlandse agressors. In de huidige wereld is een buitenlandse invasie in het hart van de Europese Unie en de NATO onrealistisch: geen enkel EU-land zal zijn buur aanvallen. En ook al zou het ondenkbare gebeuren, dan valt serieus te betwijfelen of onze (kwantitatief) zeer bescheiden krijgsmacht in staat zou zijn om de grenzen effectief te verdedigen. Deze taak van het leger kunnen we dus afschrijven: kost geld en levert niets op. Bovendien is ‘nationale soevereiniteit’ die beschermd moet worden door de aanwezigheid en prestige van een eigen leger, niet meer van deze globaliserende tijd.
De handhaving van de internationale rechtsorde is aan het begin van de 21e eeuw een van de belangrijkste taken van de Westerse legermachten. Wat mij betreft: terecht. De vraag is echter of de nationaal georganiseerde legers van de EU-landen hier niet beter voor geëquipeerd zouden zijn indien de soldaten ook in internationaal verband zouden opereren. Als de EU of de NATO, al dan niet gesteund door een VN-mandaat, een leger moeten verzamelen om bijvoorbeeld in Libië of Afghanistan in te grijpen, moet er elke keer intensief worden gelobbyd, sommigen zouden zelfs zeggen: gebedeld. Een internationaal EU-leger is kostenefficiënter dan de nationale legers en zou veel sneller internationaal ingezet kunnen worden. Bovendien past een gemeenschappelijk leger in de gedachte van een steeds nauwer samenwerkende EU-landen.
De derde bestaansreden van het nationale leger is de bestrijding van (inter)nationaal terrorisme. Gezien het feit dat terrorisme in het Westen meer een kwestie is van incidenten dan van een gecoördineerde aanval, zou de bestrijding ervan in even goede handen zijn van de nationale politie en veiligheidsdienst, die – ook nu al – in internationaal verband met succes aanslagen verijdelen. De nationale politie zou heel goed uitgerust kunnen worden met zeer zwaar materieel voor incidentele inzet bij grootscheepse rellen en een eventuele grote terroristische aanslag. Ook hier hebben we strikt genomen geen leger voor nodig.
Aan het begin van de 21e eeuw worden we geconfronteerd met de zoveelste bezuiniging. Deze is feitelijk onverteerbaar voor de betrokkenen, en het uitgeklede defensie-apparaat levert internationaal veel gegiechel op. Ik stel voor om het nationale leger in traditionele zin te ontmantelen, en haar taken over te hevelen naar een internationaal leger op bijvoorbeeld EU-niveau, en naar de internationaal samenwerkende politiekorpsen en geheime diensten. De ‘defensie-uitgaven’ zouden dan vastgesteld moeten worden op een percentage van het bruto nationaal product (bnp) zoals nu al het geval met ontwikkelingshulp is. Dit geld zou deels geïnvesteerd moeten worden in de internationalisering van onze politiemacht ten bate van grensoverschrijdende criminaliteitsbestrijding, m.n. terrorisme, en in een op te richten internationaal leger. Zo voorkomen we pijnlijke bezuinigingen in de toekomst, en maken we ernst met onze wens de internationale rechtsorde werkelijk te ondersteunen.