Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Sander en de Witte Brug

  •  
13-02-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
3727 keer bekeken
  •  
ss

Schimmelpenninck ziet echter één oorzaak van de groeiende kloof over het hoofd: racisme

De kloof tussen arm en rijk breekt onze samenleving op. Sander Schimmelpenninck liet in zijn tv-serie Sander en de Kloof zien dat die groeiende ongelijkheid geen natuurwet is, maar het gevolg van overheidsbeleid. Zo is de politieke keuze gemaakt om alleen inkomen uit arbeid te belasten en nauwelijks uit kapitaal. Het zijn vooral de welgestelden die hiersvan profiteren. Zij behouden hun voorsprong en kunnen het ook nog eens vrijwel onbelast overdragen aan hun kinderen. Rijk zijn (of arm) is daarmee erfelijk geworden.

Een schrikbeeld voor een radicaal liberaal zoals Schimmelpennick – en terecht. Niemand is geboren met het recht om rijk te zijn, dat hoor je te verdienen op eigen kracht. Hij draagt in zijn pamflet Sander en de Brug daarom verschillende voorstellen aan om de kansengelijkheid te verbeteren.

Schimmelpenninck ziet echter één oorzaak van de groeiende kloof over het hoofd: racisme. En dat had wel gemoeten gezien zijn liberale gedachtegoed

Boete op anders-zijn

Het liberalisme ontstond als een anti-feodale ideologie. De geestelijken en aristocraten hielden alle macht en geld binnen de eigen klassen. De boerenbevolking had geen kans om daartussen te komen en bleven generatie op generatie arm. Het liberalisme bevrijdde mensen uit deze standenmaatschappij via het pleidooi voor gelijke rechten voor alle individuen. Dat project slaagde deels. Die beloofde vrijheid beperkte zich tot de nieuwe klasse van welgestelde Europese mannen en legde de basis voor een institutionele blindheid ten aanzien van racisme (en seksisme) die vandaag de dag nog voortduurt.

Racisme wordt vaak gereduceerd tot verwerpelijke opvattingen of gedragingen van individuen. Het toeslagenschandaal liet zien dat het veel breder is dan individuele handelingen. Racisme heeft zich genesteld in systemen, beleid en processen. Het is pas sinds 2022 dat het kabinet erkende dat er sprake was van institutioneel racisme bij de Belastingdienst. Maar institutioneel racisme begon niet bij de Belastingdienst, denk aan:

  • Onderadvisering in het basisonderwijs;
  • Stage- en arbeidsmarktdiscriminatie;
  • Woningmarktdiscriminatie;
  • Etnische profilering door de veiligheidsdiensten;
  • Racisme in de zorg.

Uit deze onvolledige lijst kunnen we concluderen dat institutioneel racisme in de hele samenleving aanwezig is. En, cruciaal voor het punt dat ik wil maken, stapelen deze discriminatiegronden negatief bij elkaar op.

Bekijk het vanuit de ogen van iemand van kleur: je begint bij de basisschool waar je benadeeld kan worden door onderadvisering, waardoor je te laag instroomt op de middelbare school en mogelijkerwijs stopt omdat je er weinig uitdaging/plezier uithaalt; daarna kan je stagediscriminatie en/of arbeidsmarktdiscriminatie ervaren. Mensen van kleur starten later met hun eerste baan of nemen genoegen met een functie onder hun niveau, waardoor zij dus inkomens- en welvaartsverlies lijden. Als gevolg hiervan hebben ze minder geld om in buurten met betere voorzieningen te wonen, en als ze wel voldoende geld hebben, kunnen ze van goede wijken worden geweerd door woningmarktdiscriminatie. Naast dat racisme tot welvaartsverlies leidt, zijn er ook psychologische kosten: het gevoel minderwaardig te zijn, dat je twee keer zo hard moet werken om erbij te horen. Wie niet op eigen kracht of geluk hieruit weet te klimmen, geeft de opgelopen achterstanden door aan de volgende generatie. Racisme is voor mensen van kleur een erfelijke boete op anders-zijn.

De geïnde boetes worden als dividenden uitgekeerd aan witte mensen. Ze ervaren géén onderadvisering op grond van hun afkomst noch raciale discriminatie in de concurrentie om banen, promoties en schaarse woningen. Daarbovenop zijn er ook psychologische dividenden: witte mensen hoeven nooit stil te staan bij (de gevolgen van) raciale discriminatie. Voor hen betekent racisme dus het tegenovergestelde: onverdiende groepsprivileges. Ze hebben daar zelf geen keuze in en dat maakt racisme ook zo effectief: witte mensen worden onvrijwillig aandeelhouder gemaakt van de eigen groepsprivileges. De grootte van de aandelen zijn echter wel ongelijk verdeeld; er zullen witte mensen zijn die wellicht nooit zullen profiteren van hun groepsprivileges. Denk aan mensen die opgroeien in armoede en/of mindervalide zijn. Desalniettemin wordt die achterstelling niet verergerd door een erfelijke boete op anders-zijn.

Kansengelijkheid is in het belang van iedereen

Schimmelpenninck zou bij uitstek een antwoord moeten formuleren tegen racisme. Niet perse omdat hij een geprivilegieerde witte man is, maar omdat hij een liberaal is. Hij trekt terecht ten strijde tegen onverdiende privileges waar voornamelijk de welgestelden van profiteren. Als we die lijn doortrekken, dan is hij óók tegen witte privileges, omdat die eveneens onverdiend zijn.

Het is vloeken in de antiracismekerk, maar de Schimmelpenninck’s van onze samenleving zijn nodig om de kloof door racisme verder te dichten. In de antiracismebeweging is het uitgangspunt dat de onderdrukte zelf de agenda bepaalt, maar dat principe gaat niet verloren door bondgenoten te zoeken. Sterker nog, dat is in de huidige fase juist nodig. De erkenning dat institutioneel racisme bestaat moet gaan landen in de bredere samenleving zodat er draagvlak ontstaat voor effectievere maatregelen. Daarom moeten grotere groepen betrokken worden. Mensen die ideologisch en demografisch uit andere vijvers komen, maar pal staan voor kansengelijkheid – of ze zich nou als rechts, liberaal en religieus identificeren. Het is immers in het belang van iedereen om maatschappelijke onrust tegen te gaan.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.