RvS wijst op conflict zorgwet en karakter EU
• 24-10-2014
• leestijd 2 minuten
Er is voldoende keus uit zorgverzekeringen dus mag artsenkeuze beperkt blijven ... Maar EU staat voor vrij verkeer van goederen, diensten en personen en dat benadrukt de Raad van State
De Raad van State adviseert aan de Eerste Kamer dat vrije artsenkeuze beperkt mag blijven. Dit omdat de burger voldoende keuze heeft uit zorgverzekeringen en acute zorg nog steeds vergoed wordt. Toch is er ook een kritische kanttekening voor wat betreft zorg in andere EU-landen aan Nederlandse verzekerden.
De Raad van State wijst op de vergoeding bij acute zorg:
Recht op vergoeding van niet-gecontracteerde zorg bestaat wél bij acute zorg, wanneer de zorg of dienst niet op redelijke termijn of afstand beschikbaar is bij een gecontracteerde aanbieder, wanneer een contract met een zorgaanbieder is beëindigd maar de behandeling nog niet is afgerond, alsmede wanneer de zorgverzekeraar niet tijdig (voor het afsluiten van de polis voor het volgende jaar) kenbaar maakt met welke zorgaanbieders contracten zijn gesloten.
Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) ontslaat de Zorgverzekeringswet artikel 13 de zorgverzekeraars niet van hun plicht te vergoeden, zeggen zij op hun
website.
Zorgverzekeraars mogen op basis van het artikel een lagere vergoeding dan 100 procent geven als een verzekerde naar een niet-gecontracteerde aanbieder gaat. De vergoeding mag echter niet zo laag zijn dat het voor de verzekerden een “hinderpaal” is om naar een niet-gecontracteerde zorgaanbieder te gaan.
Kritisch punt is wel dat verzekerden zich niet kunnen melden voor reguliere zorg in andere EU-lidstaten, terwijl Europa juist voor het vrije verkeer van goederen, personen en diensten staat. De Nederlandse zorgverzekeraars sluiten echter geen contracten buiten Nederland af.
Raad van State:
Zo was in het
arrest Müller-Fauré sprake van contractering door (Nederlandse) ziekenfondsen met zorgaanbieders. Bij zorgverlening door zorgaanbieders met wie geen contract was gesloten, werden de kosten niet vergoed. Wettelijk was niet uitgesloten om contracten te sluiten met zorgaanbieders in andere lidstaten. Het Hof van Justitie EU oordeelde dat het niet waarschijnlijk lijkt dat een groot aantal ziekenhuizen in andere lidstaten ooit overeenkomsten zullen sluiten met die ziekenfondsen, aangezien de vooruitzichten voor die zorgaanbieders om bij die ziekenfondsen ingeschreven patiënten te ontvangen, onzeker en beperkt blijven. Het Hof van Justitie EU kwam dan ook tot de conclusie dat verzekerden werden afgeschrikt, zo niet belet, om zich tot medische hulpverleners in een andere lidstaat dan de lidstaat van inschrijving te wenden. Die situatie zal zich met de voorgestelde wijzigingen bij naturapolissen gaan voordoen. Langs deze weg zou dan ook kunnen worden geconcludeerd dat het voorgestelde
artikel 13 Zvw toestaat dat verzekerden met een naturapolis in een situatie komen, dat zij zich de facto niet naar een andere lidstaat kunnen begeven voor een behandeling, omdat de zorgverzekeraar geen contracten heeft gesloten met zorgverleners in andere lidstaten.