Het is van cruciaal belang dat we ons realiseren dat de huidige sociale polarisatie ons Nederlanders wordt opgedrongen door totaal incapabele mensen
Maandagochtend schreef minister-president Rutte in zijn brief aan “alle Nederlanders” dat je weg moet wezen als je niet houdt van de manier waarop we in Nederland met elkaar omgaan. Aan de andere kant stoort de premier zich aan de manier waarop we in Nederland met elkaar omgaan. Deze lachwekkende spagaat is tekenend voor een land dat de neiging heeft de schuld van al haar problemen af te schuiven op de ander, zonder zich te realiseren dat zij zelf het hart van het probleem vormt. Rutte’s brief confronteert ons met het feit dat we een minister-president hebben die meer dan 2 miljoen van zijn burgers simpelweg niet als Nederlander ziet. Een man aan het roer die het pertinent weigert één op de acht Nederlanders met een multiculturele achtergrond het gevoel te geven onderdeel uit te maken van deze samenleving.
Deze brief van Rutte, maar ook het hatelijke getetter van Wilders of het slinkse stigmatiseren van Lodewijk Asscher; het zijn de laatste stuiptrekkingen van een uitdovende politieke generatie die niet bij machte is Nederlanders met een multiculturele achtergrond als volwaardige burgers en gelijkwaardige medemensen te zien. Terwijl men in het debatcentrum De Balie nog wanhopig fantaseert over etnische zuiveringen , staan we op het punt de mythe van witte superioriteit te doorbreken in een postkoloniale, globaliserende wereld waarin niet-witte mensen binnen de landsgrenzen een inhaalslag aan het maken zijn en niet-westerse wereldmachten in opkomst zijn. Mark Rutte, Geert Wilders en Lodewijk Asscher zijn voorbeelden van een politieke elite die een wereld van gekleurde gelijkwaardigheid simpelweg niet kunnen behappen.
Multiculturaliteit In tegenstelling tot deze politici, ben ik van een andere generatie. Tijdens de jaren negentig ging ik mijn tienerjaren in. Het was een tijd waarin gemengde klassen op het VWO heel normaal waren. De etnische achtergrond van je klasgenoten was een non-issue. Je wist en zag het wel, maar het boeide niet. Een man als Mark Rutte kent dit niet. Hij komt voort uit een overwegend witte wereld waarin de mogelijkheid ontbrak gelijkwaardige vriendschappen aan te gaan met multiculturele Nederlanders. Ja, er waren tijdens zijn acht jaar durende studie vast wel een aantal gastarbeiders, maar die zag hij alleen op straat of als schoonmaker. De oubolligheid van zijn verleden straalt de man nu uit middels zijn meelijwekkende politieke aannames. De stigmatiserende en badinerende manier waarop hij zich uitlaat over allochtonen in dit land, toont ons dat de man van een uitstervend soort is dat totaal geen kaas heeft gegeten van de pluriforme staat waarin Nederland nu verkeert. Het gevaar is echter dat deze man, die moreel leider zou moeten zijn van ons land, nu een wig tracht te drijven tussen de mensen met wie ik opgroeide, tussen mijn landgenoten en mijzelf.
Als geboren Groninger en getogen Fries, met een Friese moeder en Noord-Afrikaanse vader, heb ik me altijd vrijelijk bewogen tussen zowel witte als niet-witte Nederlanders. Beide kleuren, dat ben ik. Ik voel een broederschap met zowel wit als zwart. Echter, de afgelopen 15 jaren, met dank aan onze moreel-failliete politici, zijn karakteristiek gebleken voor een tijd waarin verscheidene krachten binnen de samenleving druk op mij uitoefenden om te kiezen voor één van twee kampen. Autochtoon of allochtoon. Zaken die vroeger geen rol speelden, doen dat nu plotseling wel. Zo krijgt mijn naam, in het huidige politieke klimaat, steeds meer de betekenis van immigrant of moslim, terwijl geen van beide het geval is. Dat de werkelijkheid zoveel genuanceerder is, en het huidige zwart-wit denken geen recht doet aan de complexiteit van individuen in dit land, wordt pertinent genegeerd.
Of wat dacht u van de oprechte verbazing van verscheidene autochtonen over het feit dat ik mij het lot van allochtonen, van niet-witte Nederlanders, zo aantrek. Zij vinden namelijk dat mijn maatschappelijke positie en witte vriendenkring zou moeten betekenen dat het niet écht om mij gaat, ongeacht het feit dat ik zelf allochtoon ben. Maar ook allochtone Nederlanders beginnen zich aan te passen aan de grenzen van de opgelegde sociale scheidslijnen. Velen trekken zich terug en vermijden steeds meer het contact met witte Nederlanders. Ergens is die wil tot scheiding ook heel begrijpelijk. Sommigen zien geen hoop meer: geen baan, niemand die naast je wil zitten in de trein, mensen die langsfietsen en obsceniteiten roepen omdat je een hoofddoek ophebt, politici die niets geven om de psychologische pijn van racisme terwijl ze continu herhalen dat mensen die op jou lijken fout zijn. Vergis je niet, leven in een land dat zo met je omgaat, gaat in je hoofd zitten, en in je ziel. Diep in je ziel. Het creëert wanhoop. Een wanhoop die leidt tot een terugtrekking uit de samenleving met als gevolg dat ons land weer een stapje achteruit wordt gezet.
Samen de toekomst in De wig in onze samenleving zorgt er nu zelfs voor dat sommige strijdbare, allochtone Nederlanders niet meer geloven in het idee dat de witte Nederlander ons kan helpen in de strijd tegen racisme. Iemand uit de geprivilegieerde positie zou, namelijk, niet in staat zijn te begrijpen wat de allochtoon dagelijks moet doorstaan. Ik geloof daar echter niet in. Al ben ik voorstander van een spiegel voorhouden, en de gezonde confrontatie opzoeken, ben ik niet van de militante scheiding. Een wit kind wordt niet geboren in privilege, het is de maatschappij die dat doet. Een wit kind dat niet geboren wordt in een ongelijke maatschappij, weet niet beter en zal zich derhalve ook niet vastklampen aan het idee dat zij beter is dan de rest en haar bevoorrechte positie, kost wat kost, moet behouden. We gaan samen de toekomst in en zullen toch echt de handen ineen moeten slaan. Wie wil er, in godsnaam, leven in een land waar alles dag in dag uit zo gepolariseerd is? Sterker nog, wie zet met plezier een kind op de wereld, wetende dat ze een product zal zijn van deze sociaal geconstrueerde scheidslijnen?
Verandering is makkelijker dan je denkt. De kunst is je los te breken van de door anderen opgelegde scheiding tussen jou en je medeburgers, en vervolgens je empatisch vermogen te verleggen naar hen die op het eerste gezicht misschien wat minder op je lijken maar wiens ziel net zo dichtbij jou kan staan als zij die qua uiterlijk wat meer op je lijken. Verander de kleine gewoontes die niet gewoon zijn. Als de trein vol is, kies er eens voor om naast die donkere jongen te zitten in plaats van hem automatisch te vermijden en niet na te denken over de psychologische consequenties van een dergelijke uitsluiting. Of, als u eens een sollicitatie ontvangt van iemand met een indrukwekkend C.V., maar ook een uitheemse naam, nodig die persoon uit. Hetzelfde geldt voor de allochtoon. Omarm die oprechte witte vrouw die je wil steunen in de strijd tegen ongelijkheid. Schrijf haar niet af omdat ze geen idee zou hebben, maar geloof in haar empathisch vermogen.
Het is van cruciaal belang dat we ons realiseren dat de huidige sociale polarisatie ons Nederlanders wordt opgedrongen door totaal incapabele mensen. Het is overduidelijk dat onze minister-president de capaciteiten niet bezit om mensen te binden in dit land. Het is dan ook aan ons de vraag in hoeverre wij zo’n destructieve invloed toestaan in ons dagelijkse leven. Met andere woorden, een fijner land zal echt vanuit onszelf moeten komen. Vanuit de mensen die met beide benen in de samenleving staan. De enige manier waarop we een positieve toekomst tegemoet gaan is als we loskomen van het kastenstelsel dat ons indeelt in het zwarte of witte kamp, allochtoon versus autochtoon.
Maakt u geen illusies, de alliantie tussen wit en zwart gaat er komen. In de huidige globaliserende wereld, waarbij een internetloze afbakening tussen volkeren en natiestaten nooit meer terug zal komen, zullen alleen zij die bij machte zijn zich te verbroederen met een verscheidenheid aan mensen, succesvol zijn. Jij staat voor de keuze om van die groep deel uit te maken, of al je energie te verspillen aan het krampachtig vastklampen aan een verloren generatie die nog gelooft in een scheiding tussen mensen gebaseerd op ouderwetse nonsens. Jij bent bij machte jezelf los te rukken van een geforceerd leven dat zoveel onderdoet aan de rijkdom van gelijkwaardigheid en pluraliteit. Voor mij is het duidelijk, iedereen is mijn broeder of zuster, ongeacht huidskleur, religie of seksuele geaardheid. En ik kan je vertellen, dat is heel fijn leven.
Kortom, het is hoog tijd voor een omgekeerd moreel leiderschap. Eerst wij, en dan hopelijk de politiek.