De gelijkheid in onze gezondheidszorg, ons onderwijs en ons mensbeeld worden zwaar aangetast
‘Bruggen Slaan’. Het motto van het Kabinet Rutte-II, wat op 29 oktober 2012 werd gepresenteerd, nog diezelfde dag heftig werd getorpedeerd, en door sommige tegenstanders nu al dood is verklaard en gecremeerd. Het regeerakkoord en de bijbehorende ploeg zijn samengesteld door de VVD en de PvdA. Hoewel ik zeer te spreken ben over de manier van onderhandelen – het ‘elkaar wat gunnen’ – ben ik minder te spreken over een aantal elementen in het regeerakkoord.
Het betreft hier voornamelijk de houding van de Partij van de Arbeid. Hans Spekman zei op 3 november: “Nivelleren is een feest.” Buiten het feit dat deze uitspraak niet slim is, tekent de uitspraak wel de verschuiving binnen de PvdA. Waar de PvdA vooral bekend werd door de gelijke kansen is de focus nu veranderd zodat iedereen een gelijk inkomen heeft. Deze bewering zal ik met drie voorbeelden proberen te staven. Let wel, ondanks deze punten van kritiek ben ik blij met de snelle formatie en de getoonde daadkracht van deze ploeg.
Het eerste punt van kritiek gaat over de inmiddels beruchte zorgpremie. Het idee van deze maatregel is simpel: Door middel van de zorgpremie was het idee van de partijen om de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen, zodat de zwakkeren in de samenleving wat meer te besteden zouden hebben. Helaas zijn de uitwerkingen onduidelijk en – voor wat bekend is – niet zoals bedoeld. Buiten het gejammer in de VVD door het iets kleinere inkomen, zit ik met een groter bezwaar: de toegankelijkheid.
Het Nederlandse zorgstelsel is één van de beste ter wereld. De reden is dat iedereen, ongeacht klasse, geslacht, afkomst of inkomen, een gelijke toegang heeft tot de zorg. Ondanks de gelijke toegang, maken de rijkeren in onze samenleving meer gebruik van de zorg dan de armere Nederlanders. Een barrière opgooien voor de rijkeren betekent echter dat het zich nu afspelende patroon terugkeert, maar dan omgekeerd. Verschillende onderzoeken bevestigen dit. (Smits, Droomers & Westert 2002). Het principe van gelijke zorg voor iedere mag niet verloren gaan, ook niet als het ‘ten goede’ komt aan de zwakkeren in de samenleving. Dat is niet sociaal.
Het tweede punt behelst het sociaal leenstelsel. Ook al een onderwerp waar veel over geschreven is, waar ik eerder al een stuk aan heb gewijd, maar daardoor niet minder belangrijk. Hier is het principe van de gelijke toegang ook in het geding gekomen, zij het op een minder heftige manier dan met de gezondheidszorg. Waar iedere student nu een beurs krijgt van de overheid om een opleiding mee te kunnen volgen, daar krijgt iedere student vanaf september 2013 een lening van de overheid. Ook studenten die uit principe geen geld lenen, zijn verplicht. Anders resten twee opties: geen studie doen of stoppen, of op een andere manier rond zien te komen. Deze opties schrikken danig af dat de gelijkheid in ons mooie systeem ernstig wordt geraakt.
Het laatste punt lijkt van klein belang – werd ook tussen neus en lippen door vermeld tijdens de persconferentie op 29 oktober – maar heeft grote consequenties. Illegalen zijn voortaan strafbaar. Doordat het de laatste jaren asielzoekers heel moeilijk is gemaakt om in Nederland een verblijfsvergunning te krijgen, worden steeds meer mensen illegaal. De asielzoekers die politieke of religieuze motieven hadden om te vluchten mogen we in eerste instantie al niet buitenzetten – vind ik – , maar dat deze mensen vervolgens, omdat ze afgewezen zijn, in de illegaliteit belanden, is stuitend. Iedereen is een mens, iedereen heeft recht op een volwaardig leven. Voor de VVD en de PvdA is voortaan het credo: je bent illegaal, dus je bent niet gelijk. Noem ik nou niet bepaald sociaal.
Dat dit kabinet moet bezuinigen snap ik heel goed. Dat iedere Nederlander in zal moeten leveren is dan ook logisch. De fout die de VVD en de PvdA hebben gemaakt tast onze samenleving aan. De gelijkheid in onze gezondheidszorg, ons onderwijs en ons mensbeeld worden zwaar aangetast. Zodanig, dat we het ‘nivelleren’ van de PvdA niet als sociaal kunnen betitelen, laat staan als ‘een feest’. Het motto van het kabinet was dus ‘bruggen slaan’. Als die bruggen er al komen, worden het sowieso bruggen met ongelijke leggers.