De Nederlandse autoriteiten hebben dit voorjaar twee Russische spionnen aangehouden in Den Haag. Dat meldt NRC. De twee waren op weg naar het Spiez-laboratorium in Zwitserland, de faciliteit waar zowel de gifgasaanvallen door het regime van de Syrische dictator Assad wordt onderzocht, als de gifgasaanval op de voormalige Russische dubbelspion Sergei Skripal in Groot-Brittannië.
NRC schrijft dat de aanhouding het resultaat is van een samenwerking tussen diverse Europese inlichtingendiensten, waaronder ook de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Bij hun aanhouding hadden de twee Russen apparatuur bij zich waarmee zij op het computernetwerk van Spiez konden inbreken.
Wie de twee zijn is niet bekend, wel dat het niet om de twee Russen gaat die in Engeland verdacht worden van de aanslag op Skripal. Mogelijk werkten de twee in Den Haag aangehouden spionnen op de Russische ambassade in Den Haag. In maart dit jaar meldde premier Mark Rutte slechts dat ‘twee Russische inlichtingenmedewerkers die op de Russische ambassade werken’ zouden worden uitgezet. Of het inderdaad om dezelfde twee personen gaat is niet zeker, de MIVD doet daarover geen uitspraken.
Eerder dit jaar werd het Spiez-laboratorium aangevallen door hackers. Daarbij werden geen gegevens buitgemaakt. Wel bleken de Russen in april van dit jaar over vertrouwelijke informatie afkomstig uit het Spiez-laboratorium te beschikken, namelijk het analyserapport over de aanslag op Skripal. De Russische minister van Buitenlandse Zaken zei daarover slechts dat de informatie afkomstig was ‘uit vertrouwelijke bron’.