Doorsneeburgers laten zich vaak niet goed genoeg informeren om direct een gefundeerd oordeel te kunnen vellen over zeer belangrijke en ingrijpende kwesties
Eerst een spontaan referendum in Nederland over het associatieverdrag met de Oekraïne, en nu het referendum over Brexit. Petities zijn gestart voor een referendum over TTIP.
Het idee van een referendumdemocratie lijkt, bijna naar Zwitsers model, steeds populairder te worden. Mensen hebben het er massaal over op sociale media en op straat, er wordt besproken waar we nog zoal een referendum over willen hebben: de euro, een Nexit of zelfs een complete herinrichting van Europa. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, want de verschuiving van een parlementaire democratie naar een referendumdemocratie is een slecht plan.
Waar op het eerste gezicht een referendum een mooi democratisch middel lijkt om een gedegen advies te krijgen voor een antwoord op een belangrijk vraagstuk (je raadpleegt immers direct het volk), is het toch eerder een middel geworden van een schreeuwende minderheid om de parlementaire democratie te omzeilen en zo iets voor mekaar te krijgen.
Doorsneeburgers laten zich vaak niet goed genoeg informeren om direct een gefundeerd oordeel te kunnen vellen over zeer belangrijke en ingrijpende kwesties. Feit is dat de meeste mensen helaas niet genoeg geïnteresseerd zijn om lange artikelen en debatten te volgen, maar eerder luisteren naar de hardste schreeuwer die hen makkelijke oplossingen voor hun problemen belooft.
Om deze reden staan Geert Wilders en andere extreemrechtse politici in Europa momenteel hoog in de peilingen. Wilders roept nu zelfs op tot een referendum in Nederland over een Nexit, wat staatsrechtelijk niet eens mogelijk is (saillant detail).
Spijt en bezinning komen vaak pas achteraf, ná het referendum als de directe gevolgen zichtbaar worden, zoals te zien is bij miljoenen ‘leave’-stemmers die nu juist pleiten om het referendum over te doen.
Mocht je als burger toch je invloed direct willen laten gelden in belangrijke beslissingen, stem dan gewoon elke 4 jaar op de kandidaat die qua ideeën het dichtst bij die van jou komt. Onvrede onder kiezers over het stemgedrag van ‘hun’ politici en de afname van het vertrouwen in de parlementaire democratie is wel begrijpelijk, maar je kan vervolgens de ‘schuldige’ politicus op afstraffen door niet meer op hem of haar te stemmen.
Daarbij is het onduidelijk waar we wel of geen referendum over zouden moeten gaan houden. Want wat zijn de écht belangrijke onderwerpen? Ook ondermijnt een referendumsysteem de rechten en stem van minderheden. Grote groepen hebben immers meer draagvlak, meer geld en mankracht voor campagne en een grotere stem.
Al met al is een parlementaire democratie zo verkeerd nog niet. Politici worden er immers voor betaald om zich de problemen van álle burgers eigen te maken, aan te kaarten en te verdedigen, zodat jij en ik dat niet meer hoeven te doen. Bescherm daarom de parlementaire democratie.
Bovendien is een debat tussen 150 mensen een stuk beter te volgen dan tussen 17 miljoen mensen. Dat is wel zo overzichtelijk.