Rosenthal en Mubarak
• 03-02-2011
• leestijd 2 minuten
De Nederlandse regering moet eisen dat president Mubarak
onmiddellijk de
burgerrechten in Egypte ten volle herstelt omdat alleen zo de
stabiliteit kan terugkeren
Gisteren was de stem van de VVD in het Europees Parlement, Hans van Baalen te gast bij Pauw en Witteman. Daar zei hij dat Mubarak zo snel mogelijk op moest krassen, omdat anders de- waarschijnlijk fundamentalistische – ellende in onze achtertuin niet was te overzien. Hij vond het onverstandig als Nederland alléén uitspraken deed omdat ons bedrijfsleven dan zou kunnen worden geraakt door de wraak van Mubarak. Europa moest wat hem betreft met één stem spreken.
Staatssecretaris van onder meer handel, Henk Bleker, ook tegenwoordig, zei iets anders: Egypte is voor Nederland vrij belangrijk want het koopt jaarlijks voor een miljard van onze spullen, terwijl wij maar voor 350 miljoen importeren. Daarom was het ons belang dat er aan de Nijl stabiliteit heerste. Hoe die dan tot stand gebracht moest worden, daar liet Bleker zich niet over uit. Daar had hij in principe geen ongelijk in want dan had hij het terrein van minister Rosenthal betreden die over de buitenlandse betrekkingen gaat.
Nederland heeft groot belang bij stabiliteit in Egypte. Die stabiliteit is in gevaar gebracht en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij een kwaadaardig en onderdrukkend regime dat de democratische rechten van de burgers niet respecteert. President Mubarak en zijn aanhangers kunnen hun feitelijke dictatuur uitoefenen op grond van een aantal noodwetten die al tientallen jaren van kracht zijn. Zij kunnen zonder veel moeite van de ene op de andere dag worden ingetrokken. Als dat gebeurt blijft er een grondwet over die misschien niet feilloos is, maar wel een situatie schept, waarin de Egyptenaren zich vrij kunnen uitspreken en organiseren. Dan kan een open politiek debat ontstaan, waarvan het resultaat tot uitdrukking komt in een vrij verkozen parlement.
Op het moment – donderdagmiddag – raakt Kairo steeds meer in de greep van straatterreur door de informele stoottroepen van Mubarak. Een niet mis te verstane veroordeling daarvan is gepast. Alle westerse regeringen – ook de Nederlandse – zouden moeten vaststellen dat dit geweld uiteindelijk is georganiseerd met goedvinden en wellicht met actieve medewerking van overheidsorganen. Ook zouden de westerse regeringen moeten eisen dat president Mubarak onmiddellijk – vandaag nog – de uitzonderingswetten intrekt en de burgerrechten in Egypte ten volle herstelt omdat alleen zo de stabiliteit kan terugkeren.
Daar is haast bij. Daar kan je niet dagen mee wachten. Nederland mag best weer eens het voortouw nemen. Daarom stel ik aan minister Uri Rosenthal voor dat hij zich namens Nederland in bovenstaande zin richt tot de Egyptische regering – in het openbaar natuurlijk. Als er een schaap over de dam is, volgen er meer.
Als ons land en onze bondgenoten zwijgen, dan dragen we bij aan destabilisatie van het hele Midden Oosten en dat is wel het laatste waar wij als land belang bij hebben. Dat gaat ons dan veel kosten – ons allemaal en niet alleen het bedrijfsleven.