Wij hebben hier te maken met wat in het Franse spraakgebruik een délit d’opinion heet. Als je dat straft, doe je dat in een vrij land door een tik op de vingers te geven. Niets meer.
Het gesodemieter is begonnen en het spel is op de wagen. De rechtse schreeuwlelijkers begonnen ongeveer twee seconden na de strafeis Geert Wilders al af te schilderen als martelaar voor de vrijheid van meningsuiting. Ronaldo, een nieuwe denker, onlangs toegevoegd aan de staf van GeenStijl, schreef zelfs “Bye bye Trias Politica” en “Zwarte bladzijde” in de geschiedenis. Al die ophef komt uit kringen waar ze anders de mond vol hebben over haatimams die op zijn minst het land uit gezet moeten worden.
Erg verstandig was de vervolging van Wilders niet. Je kon op je vingers uittellen dat zijn aanhangers dit gegeven zouden gebruiken om de rechtsstaat – in hun ogen speelgoed voor D66-ers – verdacht te maken en te ondermijnen. Het Openbaar Ministerie had dan ook een golf van aangiftes nodig om tot actie geprest te worden. Dat is nu gebeurd. Wilders’ rechters kregen een zeer uitgebreid en doortimmerd betoog te horen waarin aan de hand van een concreet voorbeeld werd aangeduid waar het uiten van een felle mening overging in haatzaaien en discriminatie.
Wilders weet meestal wel precies op die grens te blijven maar in dit geval heeft hij deze toch overschreden. Waarschijnlijk zal zijn “Dan gaan we dat regelen” hem de das omdoen. Wat riep de grote leider van de ledenloze partij immers in een vol café?. “Wilt U meer of minder joden?”. “Minder, minder”, scandeerde zijn uitzinnige aanhang. “Dan gaan we dat regelen”, concludeerde Geert Wilders. O wacht, foutje. Hij had het niet over joden die avond. Hij duidde een andere bevolkingsgroep aan.
Ongetwijfeld zal Wilders’ advocaat Knoops de komende dagen in een even doortimmerd en uitvoerig pleidooi het requisitoir trachten te fileren. Dat wordt ook weer een tekst van honderden pagina’s want het “Ik heb gezegd” ligt deze raadsman niet bepaald in de mond bestorven. Hij geeft ongetwijfeld net zo’n interessante visie ten beste als de officier heeft gedaan.
De uitspraak van de rechter zal vervolgens meer duidelijkheid bieden over hoe ver men in Nederland kan gaan. Dus niet Wilders. Men. Dat geldt voor iedereen. De imam op de preekstoel, de uitventer van de white privilege -ideologie, de vreemdelingenhater, de leuzenroeper in het stadion.
Het ontbreekt de rechter daarbij aan de ruimte waarover het Openbaar Ministerie wél beschikt. Dat kan besluiten een zaak niet te vervolgen omdat een maatschappelijk belang zich daar tegen verzet. De rechter mag uitsluitend de wet en de jurisprudentie als richtsnoer nemen. Komt er geen onschuldig uit, dan heeft hij alleen de strafmaat en de motivatie daarvan om de ophef in de samenleving bij de zaak te betrekken. Dat zal ongetwijfeld ook gebeuren. Zo hoort het in een staat als de onze waar trias politica en de onafhankelijkheid van de rechters gewaarborgd zijn.
Geert Wilders verspreidde kort na de strafeis een woedende video waarin hij beweerde dat het voortaan verboden was om het Marokkanenprobleem aan de orde te stellen. Dat liegt hij, zoals zijn praktijk van de afgelopen twintig jaar bewijst. Er zijn wel grenzen.
Tezelfdertijd liet ook zijn opponent van Denk, Kuzu, zich horen. Hij vond de strafeis absurd laag. Daarmee liet hij weer eens zien niet veel van de vrijheid te begrijpen. Wij hebben hier te maken met wat in het Franse spraakgebruik een délit d’opinion heet. Als je dat straft, doe je dat in een vrij land door een tik op de vingers te geven. Niets meer. In het Frankrijk van een eeuw geleden kreeg je dan een paar weken hechtenis in een comfortabel bajesje waar de delinquenten van uiterst links en uiterst rechts elkaar ontmoetten. Zo ontstonden er grote persoonlijke vriendschappen tussen anarchisten en racistische agitatoren. Zware straffen voor een délit d’opinion, zoals in Turkije, bedreigen de vrijheid daarentegen wel omdat zij een oproep zijn tot zelfcensuur.
De rechtsstaat heeft dezer dagen weer uitstekend gefunctioneerd. Laat je niet in de luren leggen door de propagandisten van extreem-rechts.