Het verschil tussen politiek links en politiek rechts zou aan het vervagen zijn. Een opvatting die je steeds vaker hoort. Het is inderdaad zo dat mensen meer een meer ook politiek ‘winkelen’ naar persoonlijke behoeftes, maar dat er geen verschil meer zou bestaan tussen rechts en links in de politiek is onzin. Er bestaat wel degelijk nog altijd een duidelijke scheidslijn tussen rechts en links, een scherpe lijn zelfs. Een onderscheid dat gebaseerd is op het feit dat rechts in het algemeen de wereld accepteert zoals die is en dat links nog wel wat aan die wereld wil verbeteren.
De wereld accepteren zoals deze is houdt in dat men zich conformeert of tenminste neerlegt bij de – door de mens – opgebouwde structuren. Structuren die vooral gebaseerd zijn op geld en macht en die omwille daarvan onrechtvaardigheid, ongelijkheid, verdeeldheid en onveiligheid in stand houden. Het zijn de behoudende mensen onder ons. Mensen die alles het liefst bij het oude, vertrouwde laten. ‘Je weet wel wat je hebt, maar niet wat je krijgt.’ Het zijn de sceptici die de ontwikkeling van de stoommachine met wantrouwen bekeken, die paard en wagen lang bleven verkiezen boven die luidruchtige en gevaarlijk snel (40 km/u) rijdende auto.
Linkse mensen kunnen niet accepteren dat de wereld is zoals hij is en zijn er van overtuigd dat veranderingen mogelijk zijn. Zij weigeren ongelijkheid en onrechtvaardigheid te accepteren als inherent aan onze samenlevingen. Zij leggen zich niet neer bij honger en armoede, bij onderdrukking en uitbuiting, bij de machtsspelletjes en de verdeel- en heerspolitiek.
Rechts wil deze mensen nogal eens weg zetten als ‘dromers’, als weinig realistisch, als naïef, maar vergeten dat die ‘dromers’ de geschiedenis aan hun kant hebben. Er zijn altijd mensen geweest die bereid waren hun kop boven het maaiveld uit te steken. In het verleden niet zelden met gevaar voor eigen leven of door anderszins in de problemen te komen. Zij durfden vraagtekens te zetten bij eeuwenlang ingebakken ‘waarheden’. Zij durfden het aan om de bijl in de doctrines van instituties te slaan en de dogma’s van de kerk ter discussie te stellen. Het is aan dit soort mensen te danken dat de verlichting in het Westen is ingetreden. Vrijdenkers als Spinoza en idealist Immanuel Kant waren de wegbereiders naar mondigheid van de burgers, het recht op inspraak, het recht op vrije meningsuiting, het bewerkstelligen van grondrechten. Het waren deze mensen en hun volgers die de invloed en macht van de kerk op het dagelijks bestaan van de mens wisten terug te dringen. Het waren socialisten en links liberalen die streefden naar de geestelijke bevrijding van de mens. De ‘dromers’ dus.
Het zijn ook dit type mensen die zich hard gemaakt hebben voor de ‘bevrijding’ van de arbeiders. Ze streden voor gelijke rechten. Zij hebben alle verworvenheden waar we nu allemaal van profiteren bewerkstelligd; het algemeen kiesrecht, de vrouwenemancipatie, de bereikbaarheid van goed onderwijs, het recht op vakantiedagen, de afschaffing van de kinderarbeid, de ziektewet, de sociale woningbouw en meer recent de A.O.W. en de verdere bevrijding van het individu tijdens ‘de linkse’ jaren zestig, de verkorte werkweek (vrije zaterdag) de medezeggenschap op de werkvloer (ondernemingsraden). Het zijn de mensen die vooraan gingen staan, staakten, de straat op gingen, de klappen opvingen, ontslag riskeerden of zelfs kregen. Het zijn de idealisten.
Rechts was altijd behoudend, conservatief, hield zich afzijdig en onderwierp zich aan de druk van de kerk die ‘Die Rooien’ verketterden en tegen wie ze vanaf de kansel werden opgezet. Sterker; rechts verzette zich niet zelden, aangemoedigd door kerk en kapitaal, fysiek tegen die vooruitstrevendheid. Het heeft al die veranderingen niet kunnen tegenhouden en inmiddels profiteren we allemaal, ook gemakzuchtig rechts, van al die door links bevochten verworvenheden. Gemakzuchtig rechts, de profiteurs.
De wereld is nog steeds niet volmaakt. De verlichting, ingezet in de 18 e eeuw, is verre van afgerond. De multinationals zijn met hun macht en invloed op het dagelijks leven van de mens de leenheren van deze tijd. Nog steeds is het lot van de mens in handen van een handvol machtigen. Zij beslissen over oorlog en vrede. Over vijandigheid of saamhorigheid. Over samenwerking of tegenwerking.
De hoop is gevestigd op de dromers, de idealisten, de vooruitstrevenden, op mensen die altijd weer bereid zullen zijn om ‘de barricaden’ op te gaan. Mensen voor wie persoonlijk welzijn onlosmakelijk verbonden is met het welzijn van anderen. Op de nieuwe Spinoza’s, de Kants, de Voltaires en al hun progressieve volgers. Het kunnen er niet genoeg zijn.