Rechters klussen bij om met twee benen in de samenleving te blijven staan, maar moeten ook schijn van belangenverstrengeling vermijden...
Rechters zitten in een lastig parket. Van hen wordt verwacht dat ze onafhankelijk en onpartijdig zijn (zoals omschreven in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens), maar ook met twee benen in de samenleving staan. Ze moeten dus bijklussen. De één wordt voorzitter van een korfbalvereniging, de ander gaat aan de slag voor een uitgever. Maar hoe vermijd je dan de schijn van belangenverstrengeling?
Gemiddeld hebben rechters en raadsmannen twee tot drie nevenfuncties. Leden van de Hoge Raad klussen met vijf nevenfuncties het meest bij. Dat blijkt uit een onderzoek van de Volkskrant. Met twee benen in de samenleving staan lukt ze wel, maar het oppassen voor de schijn van belangenverstrengeling is ingewikkelder, want die is zo gemaakt. Jasper van den Beld, vicepresident van de Bredase rechtbank was bijvoorbeeld tot voor kort voorzitter van een korfbalvereniging.
Stel nou dat mijn kind in hetzelfde team zit als het kind van een advocaat, dan doe ik niet de zaken waarbij deze advocaat betrokken is.
Daarom wordt hen aanbevolen al hun nevenfuncties op te geven in een openbaar register, zodat burgers weten wie ze voor zich hebben. 75 hebben dat nog niet gedaan, maar vanaf 2013 worden de regels aangescherpt. Rechters worden dan niet langer aanbevolen, maar verplicht hun nevenactiviteiten door te geven, eveneens hoeveel tijd ze eraan kwijt zijn en of ze er iets mee verdienen.
Wat rechters in hun vrije tijd doen wordt steeds belangrijker. Vooral nu informatie over rechters dankzij het internet steeds makkelijker toegankelijk is. “De kans dat je ooit voor de rechter staat, is toegenomen”, zegt Jonathan Soeharno, hoogleraar rechtspleging van de Universiteit van Amsterdam in de Volkskrant. “Burgers willen weten wie ze voor zich hebben en door de komst van internet is het makkelijker geworden informatie over hen te achterhalen.” En is er een schijn van belangenverstrengeling, dan wordt de rechter gewraakt. Binnen de rechterlijke macht is nu de behoefte aan meer duidelijkheid over de interpretatie van de huidige regels. Zo gaat de ene rechtbank strenger met de nevenfuncties en de wrakingregels om dan de andere, aldus Soeharno.
Een incident als de Chipshol-zaak is één van de aanleidingen voor duidelijkere regels. Voorheen was het de verantwoordelijkheid van een rechter om te beoordelen of een nevenfunctie acceptabel was of niet. Inmiddels is het niet alleen zijn zaak meer: een rechtbankpresident kan erop worden aangesproken als een rechter iets discutabels doet.
In de Chipshol-zaak vervolgt het OM Pieter Kalbfleisch en Hans Westenberg omdat ze gelogen zouden hebben over hun vermeende ‘speciale vriendschap’. Jan en Peter Poot, de gedupeerden in de zaak, menen dat er sprake is geweest van belangenverstrengeling en vriendjespolitiek. Twintig jaar geleden kregen de twee investeerders ruzie over een onroerendgoedproject rond Schiphol. Kalbfleisch was goed bevriend met één van de investeerders. Hij zou ervoor hebben gezorgd dat de zaak door Westenberg behandeld zou worden zodat deze gunstig zou oordelen.
Vrijdag heeft het OM haar strafeis bekend gemaakt. Het eist vier maanden voorwaardelijk en 240 uur werkstraf tegen Westenberg. Kalbfleisch hoorde twee maanden voorwaardelijk en 240 uur werkstraf tegen zich eisen.