Ramp en communicatie
• 13-01-2011
• leestijd 3 minuten
Er is reden om aan te nemen dat de kennis bij de inwoners van risicogebieden niet op orde is
Dat de brand bij de Moerdijk een ramp was, is in ieder geval in één opzicht waar: een communicatieramp voor de overheid. De relevante internetsite was niet bereikbaar en informatie werd niet, onvolledig of te laat gedeeld met betrokkenen.
Communicatie bij rampen is dus, zoals dat heet, “best wel een dingetje”. Als Statenlid heb ik me er in 2004 al over verbaasd dat één en ander zo slecht geregeld was. Ik heb er toen
vragen over gesteld, die
keurig beantwoord werden, maar waarbij ik erachter kwam is dat de gemeentelijke rampenplannen niet inhoudelijk getoetst worden, maar er alleen wordt gekeken naar of alle onderdelen er in staan. En als je dan in een gemeente woont waar toevallig weinig capaciteit of interesse is, heb je “best wel een probleempje”.
Communicatie bij rampen is essentieel. Na de overheidscmpagnes van het vorige decennium wisten veel mensen “wat je te doen staat als de sirene gaat”. Namelijk: ga naar binnen, sluit ramen en deuren en stem af op je lokale radio. Maar in de praktijk (namelijk het
VOPAK-incident in 2003 ) bleek dat buschauffeurs eerst hun passagiers op straat zetten, naar de remise reden en naar huis gingen, dat moeders eerst hun kinderen gingen ophalen, en dat veel mensen eerst even gingen kijken wat er aan de hand was. Winkeliers zetten hun klanten op straat, gingen naar huis, en sloten dan pas hun ramen en deuren en stemden af op de lokale radio. Terwijl er in het geval van de VOPAK-ramp er sowieso een half uur te laat op het knopje van de sirene was gedrukt. Je moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren.
Kortom: bij een échte ramp is het zaak dat mensen snel herinnerd worden aan het feit dat ze snél naar binnen moeten. Maar dan? Het kan zomaar gebeuren dat de electriciteit het niet doet. Of dat je geen PC bij de hand hebt. Of dat de site het niet doet en je naar de radio wil luisteren. In sommige plekken in Zuid-Holland had je dan een probleem, en ik weet niet of het opgelost is. In 2005 bleek namelijk dat na de herverdeling van frequenties in grote delen van Zuid-Holland de rampenzender helemaal niet bereikbaar is. Hier heb ik toen
vragen over gesteld, en
aanvullende vragen. Tot mijn verbijstering bleek dat het standpunt van de toenmalige Minister van Economische Zaken was dat mensen dan maar betere radio´s moesten kopen. Ik verzin dit niet: het letterlijke citaat is: “Het probleem ligt volgens het ministerie bij de kwaliteit van de ontvangstapparatuur, de ontvangers (de luisteraars!) moeten maar betere radio’s kopen”. Bizar natuurlijk, en er zijn dan ook terecht zelfs
kamervragen over gesteld.
Er is reden om aan te nemen dat de kennis bij de inwoners van risicogebieden niet op orde is, dat de plannen voor risicocommunicatie niet kloppen of slecht uitgevoerd worden, dat communicatie tijdens een ramp niet mogelijk is, en dat delen van Nederland rampenzenders slecht of niet kunnen ontvangen. Je moet er niet aan denken wat dat voor gevolgen kan hebben. Risicocommunicatie verdient dus veel extra aandacht.