
De Raad van State adviseert tegen het verbod op religieuze uitingen voor buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) dat demissionair justitieminister Foort van Oosten (VVD) wil invoeren. De wettelijke grondslag voor een dergelijk besluit ontbreekt volgens de belangrijke kabinetsadviseur. Om zo'n verbod in te voeren, moet eerst de wet worden veranderd. Dat meldt ANP.
Het aflopende extreemrechtse dubbeldemissionaire rompkabinetje van VVD en BBB wil boa's verbieden om zichtbare religieuze uitingen zoals een keppeltje of hoofddoek te dragen, omdat dit zogenaamd af zou doen aan hun neutraliteit. Die xenofobe maatregel die in de praktijk toch vooral om een hoofddoekverbod gaat, botst met de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging uit de grondwet, aldus de RvS. Het is mogelijk om hiervan af te wijken, maar daar moet de minister dan wel een heel goede onderbouwing voor hebben. Die heeft hij niet.
Een verbod afdwingen kan ook niet zoals Van Oosten dat nu doet, via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Zo'n besluit kan worden genomen zonder de Tweede en Eerste Kamer om toestemming te vragen, iets wat voormalig PVV-minister van Vreemdelingenhaat Faber ook steeds probeerde met haar ondemocratische plannen. Zo'n AMvB is alleen mogelijk alleen als de wet dat toestaat en dat is volgens de RvS voor het plan van Van Oosten niet het geval.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.