Nederland doet te weinig om racisme in de samenleving te bestrijden. In 2013 oordeelde de commissie tegen racisme en intolerantie (ECRI) van de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa al dat Nederland onvoldoende inspanningen levert. Daarom deed ECRI destijds een aantal aanbevelingen, maar wat blijkt woensdag: Nederland heeft die adviezen nog altijd niet opgevolgd.
Kritiek is er onder meer omdat Nederland een racistisch motief bij een misdrijf niet als verzwarende omstandigheid heeft opgenomen in de wetgeving. Ook doet Nederland te weinig om discriminatie op basis van etniciteit op onder meer de arbeidsmarkt tegen te gaan. Beleid is er vaak slechts op lokaal niveau, terwijl juist nationaal beleid voor racismebestrijding noodzakelijk is. Of dat er met premier Rutte aan het roer ooit van zal komen, is onwaarschijnlijk. Mark Rutte zei eerder in een interview dat Ali of Mohammed bij discriminatie zich maar moeten invechten.
Tot slot bekritiseert ECRI Nederland vanwege de uitbuiting van buitenlandse uitzendkrachten. Hoewel er in de bestrijding hiervan wel stappen zijn gezet, kunnen de autoriteiten de vergunning van uitzendbureaus die zich schuldig hebben gemaakt aan uitbuiting, niet intrekken. Nederland is namelijk van mening dat dat de handhaving niet zou bevorderen.