Integraal: de gewraakte tekst … Haags gemeenteraadslid PVV wil dat spreker Auschwitz bezoekt
Na de cartoonist, de historicus en de filosoof is het nu de beurt aan een humorist. De PVV heeft woedend gereageerd op een komische voordracht van woordkunstenaar Karel Kanits die op het Bevrijdingsfestival donderdag in Den Haag enkele grappen maakte over de partijleider.
PVV’er Richard de Mos, gemeenteraadslid en Kamerlid, zegt: ‘Dit soort vergelijkingen van het belastinggeld van de PVV-stemmers is misplaatst. Uitgerekend op de dag dat we feest vieren omdat Hitler-Duitsland in 1945 is verslagen, programmeert de gemeente Den Haag een brulboei die met deze gore en lage vergelijking komt.’
De Mos neemt het hoog op. Hij wil dat Kanits zijn gage terugstort en met de PVV een bezoek aan concentratiekamp Auschwitz brengt, vertelt hij aan Omroep West.
Volgens de media heeft Kanits in zijn gewraakte tekst Wilders de ‘geblondeerde Führer’ genoemd. Maar hoe hij dat precies zei werd nergens vermeld, daarom hier op Joop de integrale tekst van Kanits, woordkunstenaar en een van de drijvende kracht achter Puur Gelul. Hij is overigens niet van plan te voldoen aan de eisen van de PVV.
De tekst van Karel Kanits
De hunkering naar erkenning
Anale seks was misschien eigenlijk niet helemaal de bedoeling van God. Inmers; God zelf heeft geen anus! Of denk je nou echt dat God, net als wij, één à twee keer per dag zit te schijten om daarna uitgebreid z’n reet af te vegen? Stel je je dat voor bij ons Opperwezen? Nee, de reet is waarin de mens zich van God onderscheidt. Of om het eleganter uit te drukken, de mens kan schijten, de mens kan anale seks hebben. En wat dat laatste betreft: God weet misschien niet eens wat Ie mist. Terwijl, ja, ’t is effe moeilijk zitten, maar het groeit vanzelf weer dicht. Nee God, daar is dus geen reet aan.
Dat onze rug zich aan de onderkant in twee helften splitst, hebben we dan ook te danken aan Adam, die lichtelijk ontevreden over zijn uiterlijk in een onbewaakt ogenblik de werkplaats van God is binnengeslopen om bij wijze van cosmetische correctie heel eventjes op de handcirkelzaag plaats te nemen. Onze reet hebben we dus aan Adam te danken en omdat ie er daarom vreemd en anders uitzag, is hij door God onmiddellijk het Paradijs uitgeflikkerd.
Resumerend: God schiep de mens en Adam schiep de anus. En gaf daarmee tevens een gezicht aan Geert Wilders.
Wilders; misschien wel de enige Limburger die in zijn jeugd niét door katholieke geestelijken is misbruikt. En, daar moet ik die katholieke geestelijken met terugwerkende kracht een enorm compliment voor geven. Dat ze toch nog een soort van ethische ondergrens hebben gehanteerd. En dat ze bij dat waterstofperoxide gebleekte anusje van Geert hebben gedacht: Nou nee, hier beginnen wij niet aan! En ik wil wedden dat Wilders daar dan weer zijn enorme geldingsdrang vandaan heeft. Waarom ik niet en de rest van Limburg wel?
Limburg; het woord is gevallen. We maken even een uitstapje naar Limburg. Als je goed naar de kaart van Nederland kijkt, dan zie je Limburg er maar een beetje bij bungelen. Als een wormvormig aanhangsel. Voor wie niks van biologie weet, wormvormig aanhangsel: ook wel appendix of de blinde darm. Daar waar zich al het onverteerbare afval van ons lichaam verzamelt. Tot dat gaat rotten en ontsteken en dan moet ie worden verwijderd of afgestoten. Limburg is het wormvormig aanhangsel van Nederland waar zich al het onverteerbare afval van onze samenleving heeft verzameld en dat zeker sinds de verkiezingen van juni 2010 is gaan rotten en dient te worden afgestoten.
Limburg; ik heb het altijd al het Oostenrijk van Nederland gevonden. Niet in de laatste plaats, omdat het tot 1815 daadwerkelijk aan Oostenrijk toebehoorde. Maar het is ons door de Europese grootmachten destijds in de maag gesplitst, als buffer tussen Duitsland en Frankrijk. Een strook niemandsland met een breedte van, ik heb het nog effe nagemeten, exact driehonderdéénenveertig erecties. Zijnde het aantal op dat moment in die regio werkzame katholieke geestelijken. Niemandsland had het ook moeten blijven heten, want er wonen alleen maar nobody’s. We hebben het tweehonderd jaar met die gasten weten uit te houden, vooral omdat we zo inventief waren die kolenmijnen voor ze te graven. Want vroeger ging je als Limburgse koorknaap van een jaar of veertien met je van het katholieke misbruik bebloede kontje de mijnen in om daar, na jaren van noeste arbeid, ergens op vierhonderd meter diepte stilletjes op je veertigste aan je stoflongen te bezwijken.
Tot zover iedereen tevreden. Wij hadden de steenkool en de warmte en die Limburgers waren in die mijnen allang blij met een dak boven hun hoofd. Maar nee, de politiek moest zo nodig die mijnen sluiten. En als ze dat nou nog op een willekeurige werkdag hadden gedaan. Nee, hebben ze eerst beleefd gewacht totdat iedereen boven was. Waardoor we nou al decennia zitten opgescheept met een volk dat het daglicht niet kan verdragen. Het enige volk op aarde dat praat met een boterzachte ‘G’ praat, maar dat is niet zo gek als je al vanaf je prille jeugd bij elke ademtocht de eikel van de priester of de kapelaan tegen je huig heb voelen stoten.
En nog steeds kijken ze om zich heen met die verwonderde blik van diep-mongoloïden die schrikken van alles wat vreemd en anders is. En het mag allemaal nog stemmen ook! En dat hebben ze gedaan; want in juni 2010 en maart 2011 hebben ze Limburg op de kaart gezet als racistische, nationaal-socialistische schurkenstaat en hebben daarmee te kennen gegeven niet meer tot het paradijs, dat Nederland heet, te willen behoren. Daarom; volgens hun eigen principes etnisch registreren en leeg deporteren en dan schoon opleveren aan België, Duitsland of Frankrijk of wie het ook maar hebben wil!
Maar nee, dat heeft die geblondeerde Führer anders bedacht. Want na Limburg heeft hij zijn zinnen gezet op de rest van Nederland. Waarbij hij niet alleen de oorlog heeft verklaard aan de Islam, maar aan alles wat vreemd en anders is, en wat kan lachen en kan lezen en er een mening op na houdt: de oorlog dus aan het onderwijs, de kunst, de cultuur en aan de intellectuelen. En omdat zijn achterban bestaat uit de anderhalf miljoen laaggeletterden, die Nederland rijk is en die niet meer dan drie lettergrepen kan uitspreken, worden intellectuelen ook wel aangeduid als ‘linkse kerk’. De amusementsindustrie heeft al dan niet bewust aan die laaggeletterdheid meegewerkt door verplatting en verhuftering en daarmee het pad geëffend voor die relnicht met zijn rechtse coupe. Dagelijks kunnen we er getuige van zijn hoe het ene pedante deel van Nederland vanuit een onuitgesproken Übermensch-opvatting het hevig naar erkenning hunkerende andere deel van de bevolking beoordeelt op kleding, uiterlijk, zang, dans, huisinrichting, opvoeding, kookkunst, hardheid van de tepels en diepte van de bilnaad. Het leven lijkt te zijn gereduceerd tot een optreden voor een jury en een sms-end publiek. In de coulissen hooguit wat brave aanstaande nabestaanden die je mogen troosten na je zoveelste keiharde afwijzing of die het geluk met je mogen delen als tegen je is gezegd: “Je bent door!”. “Je bent door!’ is de gevleugelde term van de jaren tweeduizend geworden. “Je bent dóór!”, schalt het bij mij ook zo’n vier keer per dag het door mijn huis. En dan heb ik de TV nog niet eens aan staan. Nee, dat ben ik tegen m’n drol als ik succesvol gescheten heb. Vier keer per dag ja, ik heb een snelle stofwisseling. In de kleedkamer, bij het omkleden vlak voor het optreden, krijg ik altijd te horen: “Zo, dat doe je snel!” “Ja”, zeg ik: “snelle stofwisseling…”
“Je bent door!”, roept tegenwoordig elke jonge enthousiaste vader tegen zijn pasgeboren kind. Hoe anders verliep mijn dat bij mij. Mijn geboorte was een foetale vergissing. Bij de conceptie ging het al bijna mis: Ik ben het resultaat van de laatste levensvatbare druppel vocht van mijn vader. Een spermacel met een zwembandje. Het gerucht gaat, dat de eicel van mijn moeder uiteindelijk maar hoofdschuddend en met de handen in de zij de pisbuis van mijn vader is binnen gewandeld om te zien of er überhaupt nog leven zat in dat zootje futloze eiwit dat eigenlijk veel liever in de balzak was achtergebleven. Ik was vroeger broos en ziekelijk. “Waarom ben ik zo vaak ziek?”, vroeg ik dan aan mijn moeder. En dan zei ze: “Ach kind, dat leg ik je nog wel eens uit als je op sterven ligt”. Trouwens, onze hele familie was ziekelijk en stond bekend als ‘het zwakke geslacht’. Zo heeft mijn opa de hele Tweede Wereldoorlog gemist, omdat ie op de WC zat.
“Je bent door!”, het zal hooguit op mijn sterfbed tegen me worden gezegd door zo’n katholieke geestelijke, die alvast stiekem kijkt in welke gevoelloze lichaamsopening hij me zal penetreren: “Je bent door… God tot Hem geroepen”. Zal ik weer hebben, lig ik daar lekker te sterven, mot ik naar God toe. Daar is toch geen reet aan?
“Je bent door!”. Het krijgt een steeds grimmiger bijklank in steeds grimmiger programma’s. In ‘Executie Robinson’, een grafschriftenwedstrijd voor terminale patiënten, kan de winnaar een gratis begrafenis of crematie verdienen. De broodjes op de begrafenis van de eerste winnaar kregen van Gordon Ramsay trouwens drie sterren. Ook heel erg dus, die programma’s voor kookverslaafden. Gemiddeld zo’n drie keer per dag kun je van die betweterige braadhomo’s en kooknegers wokkend en fruitend door hun eigen geil over het scherm zien glijden.
En dan is daar natuurlijk de onvermijdelijke Marco Borsato, die bij de Japanse autoriteiten alsnog een gratis concert heeft afgedwongen voor zoveel mogelijk slachtoffers van de aardbeving. En inderdaad; voor zijn podium lagen er 53.000 opgegraven lijken.
Zelf moet ik bekennen dat ik zo’n jaar of drie geleden heb meegedaan aan ‘Groeten uit de Rimboe’. Moest daarvoor naar Papoea-Nieuw-Guinea, naar een authentieke kannibalenstam. Maakte ik me nog een beetje zorgen over, maar ze waren erg lief voor me; ze konden me wel opvreten! Welgeteld één kannibaal verwaardigde zich tot een tegenbezoek. Kreeg die gozer ’s ochtends écht niet wakker. Tja, wat zeg je tegen een kannibaal die zich verslapen heeft? “Jammer voor je, maar iedereen is al op!” Werd ie kwaad! “Denk je nou echt dat ik ’s ochtends al trek heb in mensenvlees? Je bent niet lekker!”. Ik weet niet of dat goed voor je zelfvertrouwen is trouwens, als een kannibaal tegen je zegt: “Je bent niet lekker!”
Op de terugweg uit Nieuw-Guinea, in het vliegtuig, leerde ik Eva kennen. Dochter van de piloot, die in zijn vrije tijd overigens de hele dag met een vliegenmepper rondloopt; hij heeft namelijk een hekel aan vliegen. Eva was aan de gezette kant en om die reden aan de kant gezet. Ze had meegedaan aan zo’n afslankwedstrijd op TV “Veertig dagen zonder snacks”, maar ze was in de eerste ronde afgevallen. Eva is seksueel niet echt spannend. Die is pas nat als ze drie dagen in het water heeft gelegen. Het enige dat zij ’s avonds uit doet, is haar kunstgebit. En echt, ik heb het geprobeerd. Beetje in het donker graaien in haar broekje. Ze scheert zich daar niet en als je dan met bevochtigde vingers een beetje zit te wroeten, is het net of je een geit te vreten geeft. Elke keer als ik seks wil, dan zegt ze dat ze ongesteld is. Nou, wat dan nog? Er is toch niks lekkerders dan bij wijze van naspel nog wat geronnen menstruatiebloed onder je voorhuid vandaan te pulke?. Maar nou is de aap uit de mouw gekomen. Gisteren onderschepte ik een brief, aan haar gericht van SBS6, dat ze in de eindselectie zat van het programma “Veertig maanden zonder seks”.
Het leven in Nederland is één grote selectie geworden. Langs de weg der dagelijkse jurering worden we langzaamaan rijp gemaakt voor die ene keer dat de NS een trein met huiveringwekkende precisie op tijd op een station weet te laten aankomen en we bij het uitstappen in een verdacht Limburgse tongval te horen krijgen: “Männer links, Frauen rechts!”
Op werkbezoek zal Beatrix vanuit één van de wachttorens uitkijkend over Nederland op vermoeide toon voor zich uit mompelen: