Martin Bosma verzuimde om panklaar wetsvoorstel aan de Kamer voor te leggen waarin vrijheid van meningsuiting werd verruimd
De door Geert Wilders zo vervloekte vervolging van zijn persoon door het OM had door zijn eigen partij voorkomen kunnen worden. PVV-Kamerlid Martin Bosma zou in 2012 verzuimd hebben om een eigen wetsvoorstel aan de Kamer voor te leggen dat er, als het was aangenomen, toe had geleid dat zijn partijleider Wilders nu niet vervolgd had kunnen worden wegens groepsbelediging, haatzaaien en aanzetten tot discriminatie. Dat schrijft NRC Handelsblad vandaag.
Bosma had twee jaar geleden een panklaar initiatiefwetsvoorstel in handen dat in september 2012 was ingediend, waarin de vrijheid van meningsuiting werd verruimd. Hiertoe moesten twee wetsartikelen uit het wetboek van Strafrecht worden geschrapt: 137c (groepsbelediging) en 137d (aanzetten tot haat en discriminatie). Exact de artikelen waarop het OM zich nu baseert om Wilders aan te merken als verdachte van groepsbelediging, haatzaaien en aanzetten tot discriminatie, wegens zijn pleidooien voor ‘minder Marokkanen’ in maart dit jaar.
Johan Driessen, het PVV-Kamerlid dat het initiatiefwetsvoorstel destijds indiende, verloor bij de verkiezingen van 2012 zijn Kamerzetel, waardoor de afhandeling van het voorstel bij fractiesecretaris Bosma terecht kwam. Die zou vervolgens niet meer hebben gedaan om het wetsvoorstel in de Kamer behandeld te krijgen. Nadat de Raad van State januari 2013 advies uitbracht, was het logisch geweest als Bosma daarop een reactie had geschreven, maar aangezien hij dit naliet is er nooit zicht op parlementaire afhandeling geweest.
De rechts-liberale VNL, opgemaakt uit ex-PVV’ers, wil het initiatief nu alsnog bij de Kamer indienen. Kamerlid Joram van Klaveren stelt dat het initiatief, indien het destijds aan de Kamer was voorgelegd, een goede kans had gehad op steun van partijen als de VVD, D66 en GroenLinks.