PvdA-Kamerlid kan van armoede onder kinderen wel 'topprioriteit' willen maken, maar zijn partij is niet bereid de noodzakelijke maatregelen te nemen
Dat PvdA-Kamerlid Tunahan Kuzu tekenen van economisch herstel ziet, pleit voor zijn optimisme. Zo ziet hij een afvlakking van de daling van koopkracht. Echter, de praktijk is dat juist bij de laagste inkomens nog steeds harde klappen vallen. Bovendien leidt het blinde bezuinigingsbeleid van dit kabinet tot een enorme toename van mensen die in de problemen komen.
Het aantal mensen in de bijstand groeit snel en maar liefst een op de negen kinderen groeit op in armoede. Over twee jaar hebben – als gevolg van het kabinetsbeleid – 900.000 mensen een WW of bijstandsuitkering. Bijna 400.000 kinderen groeien op in armoede en krijgen thuis niet elke dag een warme maaltijd. Tienduizend kinderen gaan in Nederland zonder ontbijt naar school.
Het siert Kuzu dat hij de bestrijding van kinderarmoede topprioriteit wil maken, maar helaas komt daar bij dit kabinet weinig van terecht. In 2014 gaat er 75 miljoen extra naar de gemeenten voor armoedebestrijding. Een bedrag dat in schril contrast staat met de vele miljarden aan bezuinigingen die het kabinet bij de gemeenten over de schutting gooit. De voorwaarde van PvdA-Kamerlid Kuzu dat de 75 miljoen euro daadwerkelijk wordt ingezet in de strijd tegen armoede werd afgelopen week tijdens de algemene politieke beschouwingen door premier Rutte vakkundig van tafel geveegd. Het bedrag komt op de grote hoop. De gemeente kan het besteden aan armoedebestrijding, maar net zo goed aan lantarenpalen of nieuwjaarsborrels.
De ‘voorwaarde’ die Kuzu stelt is daarmee vooral een papieren voorwaarde. Met de miljardenbezuinigingen op de gemeenten is het risico levensgroot dat het geld voor armoedebestrijding niet terecht komt bij de mensen die het echt nodig hebben. De PvdA gaf – tijdens het debat – geen krimp en verbrak opnieuw een belofte, ook al is het een kleine moeite om een harde afspraak te maken over de besteding van dit geld.
Er moet daarbij natuurlijk veel meer gebeuren. Waar Nederlanders tien jaar geleden nog schrokken van de oprichting van de eerste voedselbanken, lijken deze nu al een ‘normaal’ verschijnsel te zijn geworden. Maar liefst 70.000 gezinnen zijn ondertussen afhankelijk van de voedselpakketten, er zijn wachtlijsten voor voedsel en de voedseltekorten lopen op. De overheid faalt in haar taak om voedselzekerheid te bieden aan alle Nederlanders. Een nationaal actieplan voedselzekerheid is daarom nodig met als uiteindelijke doel het overbodig maken van de voedselbanken.
Door een forse bezuiniging van het Kabinet Rutte I op inkomensondersteunende regelingen is het voor gemeenten onmogelijk geworden om nog maatwerk te leveren en ervoor te zorgen dat het geld op de juiste plek terecht komt. Werkende armen vallen bijvoorbeeld buiten de boot, net als noodlijdende zelfstandig ondernemers. Zij vervallen in armoede. Gemeenten moeten de plicht krijgen om weer alle mensen met een laag inkomen te bedienen en hen financiële ondersteuning te bieden.
Om kinderen die opgroeien in armoede te ondersteunen zou de kinderbijslag inkomensafhankelijk moeten worden. Minister Asscher verlaagt de kinderbijslag, maar houdt de onsolidaire en oneerlijke regeling in stand, zodat rijke ouders evenveel kinderbijslag ontvangen als arme ouders. Door geld over te hevelen van rijke ouders naar arme ouders maken we het systeem solidair.
Deze eenvoudige voorstellen zijn een eerste stap in de aanpak van armoede onder kinderen. Deze voorstellen kregen tot nu toe geen steun van de PvdA. Wat dit zegt over de bestrijding van kinderarmoede als ‘topprioriteit’ van de PvdA, laat ik aan u over. Armoede is geen tegenslag, maar een aanslag op de toekomst van jonge kinderen.