Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Psychosociale zorg zit niet in zorgpakket verpleeghuis

  •  
31-01-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
123 keer bekeken
  •  
rollators

© cc-foto: Carola68

‘Er is geen tijd voor een praatje’ werd me letterlijk voorgehouden. Tijd is geld. Bewoners worden gezien als cliënten en nemen een product af.
Al eerder schreef ik een artikel waarin ik me afvroeg of de Nationale Zorg Reserve (NZR) zal gaan fungeren als verlengstuk van de zorgmarkt. Als dat zou gaan gebeuren zal het karakter van deze ‘beweging’ geweld worden aangedaan. Je zou namelijk kunnen zeggen dat de NZR uit idealisme is geboren. Bezorgde gezondheidszorgwerkers vonden het nodig om te gaan helpen op plekken waar het ‘in het honderd’ liep.
Het idee van een groep, zo men wil community, die paraat staat om zorgvragers te helpen als de nood aan de man is sprak veel zorgmedewerkers aan. Helpen in een crisissituatie indien er te weinig werkers zijn om bewoners van een verzorgingshuis of patiënten in een ziekenhuis te verzorgen is een solidaire daad.
Begin vorig jaar werd er een proeftuin door de NZR georganiseerd in een vestiging van zorgorganisatie Samen om eventuele knelpunten bij het inzetten van zorgreservisten in kaart te kunnen brengen. Er meldden zich enkele zorgreservisten die (proef)diensten in verpleeghuis Magnushof draaiden. De recensies in plaatselijke media waren onverdeeld positief over het project. Zelf werd ik tijdens de proef naar Angelapark in Warmenhuizen gestuurd om daar een dienst in de wijkzorg mee te lopen.
Uit nader onderzoek bleek mij dat Angelapark een voormalig verzorgingshuis is dat enkele jaren geleden aan Stichting Woonzorg werd verkocht die de appartementen verhuurt aan ouderen waarvan een deel verzorgingsbehoeftig is. De nodige ‘wijkzorg’ wordt verstrekt door Samen die ruimtes huurt van Stichting Woonzorg voor de som van 342.000 euro in 2019. Saillant detail is dat de twee bestuurders van Woonzorg respectievelijk een jaarsalaris incasseren van 193.000 en 192.000 euro. Bij Samen zie ik in 2019 een uitgave van 276.000 euro voor het bestuur.
Zulke bedragen staan in schril contrast met wat een helpster of verzorgster verdient. Dat zal ergens tussen 10 en 12 euro per uur bedragen. Enkele uren mocht ik in Angelapark meelopen met een verzorgster die druk bezig was met het helpen van bewoners. Haar werkzaamheden varieerden van douchen van een bewoonster tot het verstrekken van medicatie en het aantrekken van steunkousen. Ook smeerde zij een broodje voor een bewoner en verklaarde nadrukkelijk dat als ‘extra’ te doen. Blijkbaar stond die service niet in haar draaiboek. Op een tablet stonden in klein letterformaat alle gegevens en zorgplannen van de aan haar toevertrouwde bewoners vermeld. Van minuut tot minuut stond gedetailleerd vermeld welke handelingen zij moest verrichten. Binnen haar korte dienst zouden een flink aantal bewoners haar aandacht moeten krijgen.
Een verzorgster in Angelapark moet hard werken. Soms zijn het diensten van slechts drie uur. De werkdruk is hoog en het salaris laag. Door het duurzaam inslijten van routines kan een beperkt aantal verzorgsters een groot aantal bewoners somatische zorg geven en daarbij veel handelingen verrichten. In Angelapark gaan productie en efficiency hand in hand. Ik vraag me wel af hoe het zit met de werktevredenheid van de medewerksters. In algemene zin laat die tevredenheid wel te wensen over, want er is heel moeilijk aan zorgpersoneel te komen. En dat ligt echt niet alleen aan het salaris. Een baan in de zorg is in meerdere opzichten niet aantrekkelijk. Het blijkt vooral om laagbetaald, zogenaamd ‘vrouwelijk’ werk te gaan. Vooral het eenvoudige verzorgende werk wordt zwaar ondergewaardeerd.
Samen is een grote, logge bureaucratie geworden, waarbij het streven naar een sluitende begroting een doel op zichzelf lijkt te zijn. En als het even kan dient er geld overgehouden te worden. In 2019 werd er 900.000 euro en in 2020 1,5 miljoen euro overgehouden: pure winst. Bovendien gaven de twee directeuren zichzelf in beide jaren een salarisverhoging van 6000 euro. Misschien wel omdat ze vonden dat ze goed hadden gebudgetteerd. Hoeveel loonsverhoging hadden de verzorgsters van het overgebleven geld kunnen krijgen? Of hoeveel extra handen hadden er voor ingehuurd kunnen worden?
Als je je uit idealisme aanmeldt als reservist sta je klaar als er een hulpvraag komt vanuit een zorginstelling. In december was de nood bij Samen blijkbaar zo hoog dat er een oproep op de site van de NZR werd gedaan. Ik was de enige reservist die zich voor twee diensten aanmeldde. In overleg met de medewerkster van Samenflex sprak ik twee diensten af. Zo kwam ik terecht op de Trambaan in Winkel, een verzorgingshuis dat in veel opzichten lijkt op Angelapark. Na een voorstellingsrondje moest ik zelfstandig aan de slag op een afdeling van 14 bewoners. Als ik de achturige dienst gelijkmatig had verdeeld over de bewoners, zou dat slechts ongeveer 30 minuten per bewoner zijn geweest. Een groot verschil met de gehandicaptenzorg. Jarenlang werkte ik in de gehandicaptenzorg op een afdeling waar je ruimschoots aandacht kon geven aan de bewoners, omgerekend een uur per bewoner.
Op de site van de NZR staat in de omschrijving van zorgpakket 2 de volgende zinsnede ‘psychosociale begeleiding indien nodig’. In de gehandicaptenzorg is dagelijks sprake van dergelijke begeleiding; in de Trambaan niet, terwijl de bewoners die wél nodig hebben. Dat is mij tijdens de dienst in Winkel erg duidelijk geworden. Met iets wat ik eigenlijk al wist werd ik nu geconfronteerd. Een pijnlijke gewaarwording. ‘Er is geen tijd voor een praatje’ werd me letterlijk voorgehouden. Tijd is geld. Bewoners worden gezien als cliënten en nemen een product af. Het vocabulaire in de zorg past zich in snel tempo aan aan het vakjargon van de economie.
In hoeverre worden ouderen nog gezien als volwaardige leden van de maatschappij? Er zijn allerlei tendensen die er op wijzen dat ouderen niet meer meetellen omdat ze niet meer deelnemen aan het productieproces – ook weer zo’n term uit de economie. Ze leveren geen geld meer op maar ze kosten alleen maar. We moeten ze beslist geen extraatjes geven (in dit verband wijs ik op het door een verzorgster als ‘extra’ te smeren broodje). Uit economisch oogpunt kan slechts een basispakket aan zorg worden verstrekt. Het is dan begrijpelijk dat alle extraatjes worden wegbezuinigd en dat er somatische zorg overblijft. Een uitgekleed pakket aan zorgvoorzieningen.
Zo sprak ik met een intelligente, goed opgeleide bewoonster van de Trambaan die een korte samenvatting van haar leven met mij deelde. Ze kan helaas geen boeken meer lezen omdat haar gezichtsvermogen erg was achteruit gegaan. Mede daardoor leeft zij grotendeels in een sociaal isolement en was blij dat ze met iemand van gedachten kon wisselen. Dat heeft ze nodig, maar doorgaans gebeurt dat niet. Dat product wordt niet geleverd. Tenzij je goed in de slappe was zit. Dan kun je een beroep doen op Senior Service, een bedrijf dat betaald gezelschap verkoopt.
De marktgerichte gezondheidszorg is inherent aan een utilitair mensbeeld. Mensen moeten nuttig zijn en participeren. In een dergelijk dominant streven is het logisch dat er economische argumenten gebruikt worden om de zorg te verschralen. Zo wordt er door de rekenmeesters in de zorg gebruik gemaakt van ‘qaly’s’: quality adjusted life years als rekenmethode om vast te stellen of het nog de moeite (het geld) waard is om iemands leven te verlengen. Dan doet de vraag zich voor hoeveel het verlengen van een leven mag kosten en zal zich vertalen in matige zorg aan ouderen zoals in de Trambaan in Winkel. Ze hebben niet lang meer te leven en dragen niet meer bij aan het BBP. Het mag niet te veel kosten dus worden er zo goedkoop mogelijke verzorgsters of -helpsters ingezet die zoveel mogelijk moeten doen. En dan is het al snel gebruikelijk om alleen lichamelijke zorg te geven. Psychosociale begeleiding is niet aan de orde: het is te duur en levert te weinig qaly’s op.
Toch staat het volgende te lezen in een rapport van de overheid uit 2013: ‘We kunnen de gezondheidszorg niet zonder meer op één lijn stellen met consumptiegoederen. De eigenheid van de zorg en de waarde die we daar maatschappelijk aan toe kennen, brengen met zich mee dat bij de besluitvorming niet alles langs de meetlat van de rationele economie gelegd kan worden.’ Het zijn mooie woorden waarvan je het effect niet terugziet in de ouderenzorg. De huidige inrichting van onze ouderenzorg is het resultaat van politieke keuzes. Keuzes waarbij economische argumenten richtinggevend en doorslaggevend zijn geweest en nog zijn.
Op de site van de NZR staat een link naar een artikel van AktiZ, een werkgeversorganisatie. Drie zorgreservisten vertellen hun – alleen maar positieve – verhaal. Een ander artikel dat daar te lezen is beweert dat ‘hogere lonen bittere noodzaak zijn, maar sectorbreed helaas onbetaalbaar zijn. Dan zouden veel zorgorganisaties failliet gaan,’ aldus AktiZ. Ook wordt gewezen op Buurtzorg die de salarissen van de basiswerkers wél heeft verhoogd. AktiZ lijkt dat a-solidair te vinden en als verstoring te zien van de (zorg)arbeidsmarkt.
Na het bekijken van enkele jaarrekeningen concludeer ik dat veel zorgorganisaties flink wat reserve-miljoenen ‘op de plank’ hebben liggen en bestuurders zeer hoge salarissen betalen, evenals de accountants die de jaarrekeningen verzorgen. Een prijs van meer dan 100.000 euro voor zo’n jaarrekening is geen uitzondering. Met wat goede wil en solidariteitszin hoeven de werkgevers niet te wachten op meer geld vanuit Den Haag, maar is er genoeg financiële ruimte om een goede CAO af te sluiten.
Wat kan de rol van een zorgreservist zijn in een bij uitstek marktgerichte zorg waarbij het vaak draait om winst? De NZR en de aangesloten reservisten dienen onafhankelijk van zorgorganisaties te opereren. De reservisten zijn in dat geval ‘in dienst’ van de NZR en zijn als zodanig herkenbaar. Slechts indien er een personeelscrisis is waardoor bewoners niet meer de nodige basiszorg krijgen worden reservisten ingezet. Een reservist richt zich op die zaken die nodig zijn om de bewoners een moeilijke periode door te helpen. Een reservist kán geen routinematige dienst draaien die is vormgegeven door jarenlange bureaucratische en financiële beperkingen. De term reservist is beslist niet synoniem aan invaller of oproepkracht…
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.