Privacy dient als buffer om de burger te beschermen tegen de willekeur van de overheid
Met de enorme technologische vlucht van de afgelopen jaren en de opkomst van social media, delen steeds meer mensen informatie over hun persoonlijke leven. Reden voor vele politici om privacy als achterhaald te beschouwen. Maar daarmee is de vraag over het beslissingsrecht niet beantwoord.
In de afgelopen 10 jaar is de roep om meer veiligheid en handhaving sterk toegenomen. Niet in de laatste plaats door politici zelf die continu beweren dat het land onveilig zou zijn en er dus meer handhaving nodig is. Zo creëren deze politici een veiligheidsillusie. Aan de verwachting rondom -absolute- veiligheid zal nooit worden voldaan, waardoor de deur naar nog meer maatregelen altijd open staat. Feitelijk is Nederland nog nooit zo veilig geweest. Maar het is ook moeilijk weerstand bieden tegen emotionele argumenten die inspelen op veiligheid. Zoals in de discussie rondom kinderporno het geval is of bij het opsporen van internationale criminele bendes. Dus of U maar een beetje privacy voor wat meer veiligheid wilt opofferen. Het belang van privacy wordt dan terzijde geschoven, omdat het in de opvatting van diezelfde politici een belemmering is in de effectieve opsporing van criminaliteit. Al is daarvoor de bewijsvoering flinterdun.
Merkwaardig genoeg heeft de burger blijkbaar nog een heilig geloof in de Overheid als het gaat om het vertrouwelijk en correct verwerken van zijn persoonlijke gegevens, ondanks de vele misstanden die de afgelopen jaren de revue passeerden. Zo weten vele politici zich gesterkt dat privacy eigenlijk niet leeft bij de meeste burgers en verzamelt naar hartenlust informatie over U en deelt dat met andere instanties. Zo kan het dus gebeuren dat u geweigerd wordt voor een vliegreis naar de Verenigde Staten, zonder dat U ooit te weten komt waarom dat is. U beslist als burger op dat moment niet meer over uw eigen leven.
Het vertrouwen dat burgers stellen in de Overheid is niet terecht als het gaat om privacy. De Overheid is de grootste verzamelaar van allerlei gegevens over haar burgers. Niet alleen ontstaat daarmee een zeer groot risico als het gaat om beheer van de informatie. Privacy dient als buffer om de burger te beschermen tegen de willekeur van de Overheid. Deze laatste beschikt over machtsmiddelen -geweld, vervolging, opsluiting- die wij als burger hebben afgestaan om de samenleving op rechtvaardige wijze te ordenen. Niet het recht van de sterkste geldt, maar het recht van bewijs. Om die reden ligt de bewijslast ook bij de Overheid en niet bij de burger. Die is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Verliest de burger deze buffers dan verliest de samenleving haar vrijheid en openheid en glijdt af naar een tirannieke samenleving.
Het veelgehoorde argument dat wie niets gedaan heeft, ook niets te verbergen heeft, ontkent de mogelijke kwetsbaarheid van een persoon in het maatschappelijke, sociale of economische verkeer en bevat de premisse dat iemand alleen foute dingen verbergt. Daarnaast is het een omkering van bewijslast. De vrager dient te onderbouwen waarom je de informatie behoort prijs te geven. Welk belang dient het, hoe wordt de informatie gebruikt en beheert.
Privacy gaat niet alleen om de vertrouwelijkheid van gegevens maar ook om het recht dat burgers hebben om te beslissen welke informatie en vrijheid zij prijsgeven en op welke wijze daarmee wordt omgegaan. Privacy als burgerrecht biedt mensen de vrijheid zelf de keuze te maken zonder dat de maatschappij daar dwingende keuzes oplegt en er een maatschappelijke dwingelandij en eenheidsworst ontstaat. Het belang ligt verscholen in het feit dat het mensen de kans biedt om anders te zijn,-qua mening – uitingen – geaardheid- zonder bang te hoeven te zijn voor eventuele negatieve consequenties. Nu de meeste mensen een digitaal bestaan beschouwen als een voorwaarde voor deelname aan het maatschappelijke, sociale en economische verkeer, is privacy meer dan ooit relevant geworden.